Quick Start Guide

14
D Druk op [Printer handinvoer papierformaat].
E Selecteer het papierformaat.
F Druk op [OK].
G Druk op de {Gebruikersinstellingen/Teller}-toets.
Het eerste scherm wordt weergegeven.
Opmerking
Wanneer u dik papier of OHP transparanten laadt, dient u het papierfor-
maat en het papiertype in te stellen.
Verwijzing
Zie het Help-bestand van het printerstuurprogramma voor meer informa-
tie over de instellingen van het stuurprogramma.
Aangepast papierformaat instellen met gebruikmaking van het
bedieningspaneel
Volg de onderstaande procedure om het apparaat in te stellen met gebruikma-
king van het bedieningspaneel als u een aangepast papierformaat in de handin-
voerlade plaatst.
Belangrijk
De volgende procedures zijn niet vereist als u [Driver/Opdracht] selecteert vanaf
[Handinvoer instellingsprioriteit] in [Systeem] van [Printereigenschappen] (zie Be-
dieningshandleiding Standaardinstellingen). Stel het papierformaat in dat
geval in met behulp van het printerstuurprogramma.
Als u [Apparaatinst.] selecteert vanaf [Handinvoer instellingsprioriteit] in [Systeem]
van [Printereigenschappen] (Bedieningshandleiding Standaardinstellingen),
krijgen de instellingen die via het bedieningspaneel werden opgegeven prio-
riteit op de instellingen van het printerstuurprogramma.
Als het printerstuurprogramma niet wordt gebruikt, selecteer dan [Apparaat-
inst.] vanaf [Handinvoer instellingsprioriteit] in [Systeem] van [Printereigenschap-
pen] (zie Bedieningshandleiding Standaardinstellingen). Stel het
papierformaat in door middel van het bedieningspaneel.
A Druk op de {Gebruikersinstellingen/Teller}-toets op het bedieningspaneel.
B Druk op [Systeeminstellingen].