Operation Manual
10. Sluit het oorspronkelijke instellingenscherm.
•
Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel
Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
• Bij gebruik van het Smart Operation Panel
Druk op [Gebruikersinstellingen/Teller] (
) rechts bovenaan het scherm.
Het pad naar de bestemming handmatig invoeren
1. Druk op [Handm. inv.].
2. Druk op [SMB].
3. Druk op [Handm. inv.] rechts van het padveld.
4. Voer het pad voor de map in.
In het volgende voorbeeldpad, is de naam van de bestemmingsmap "gebruiker" en die van de
computer "desk01":
\\desk01\user
5. Druk op [OK].
6. Afhankelijk van de bestemmingsinstellingen, geeft u de gebruikersnaam op om u aan te
melden op de computer.
Druk op [Handm. inv.] rechts van het veld gebruikersnaam om het schermtoetsenbord weer te
geven.
7. Afhankelijk van de bestemmingsinstellingen, geeft u het wachtwoord op om u aan te
melden op de computer.
Druk op [Handm. inv.] zodat u met behulp van het wachtwoord het schermtoetsenbord kunt laten
weergeven.
8. Druk op [Verbindingstest].
Er wordt een verbindingstest uitgevoerd om te controleren of de opgegeven gedeelde map
bestaat.
Basisprocedure bij gebruik van Scannen naar map
145