Operation Manual
Bedienings interface
HET AANRAAKSCHERM GEBRUIKEN
De belangrijkste manier om de functies van de Android te 
hanteren is met de vinger om de pictogrammen, knoppen, 
menu-onderdelen, toetsenbord op het scherm, andere 
onderdelen op het aanraakscherm, en het in- en uitzoomen 
van foto’s, webpagina’s, e-mails en mappen te bedienen. 
Het is ook mogelijk om de schermoriëntatie aan te passen.
Aanraken:
Om met de onderdelen op het scherm te werken, zoals het 
toepassen en instellen van pictogrammen, het typen van 
letters en symbolen met behulp van het toetsenbord op het 
scherm, of om op de knoppen op het scherm te drukken, 
raakt u deze simpelweg met uw vinger aan.
Aanraken en vasthouden:
Aanraken & vasthouden van een onderdeel op het scherm door deze aan te raken en de vinger niet 
op te tillen totdat een actie geschiedt. Bijvoorbeeld om een menu te openen om het Home-scherm aan 
te passen, drukt u op een lege plek op het Home-scherm totdat het menu opent. 
Slepen:
Raak aan & houd het onderdeel een moment vast en dan, zonder de vinger op te tillen, verplaats 
de vinger op het scherm totdat de gewenste positie is bereikt. De onderdelen op het Home-scherm 
worden versleept om deze te herpositioneren.
Vegen of glijden:
Om te vegen of te glijden, beweeg de vinger snel over het 
oppervlak van het scherm, zonder te pauzeren vanaf het 
moment van aanraking. (Dus niet het onderdeel verslepen). 
Bijvoorbeeld over het scherm glijden om in een lijst omhoog 
of omlaag te scrollen, en in bepaalde kalenderweergaven 
veegt u snel door het scherm om het tijdsbestek zichtbaar 
te veranderen.
Dubbel-tikken:
Tik twee keer snel op een webpagina, map of ander scherm 
om te zoomen. Bijvoorbeeld, dubbel-tikken op een vak van 
een webpagina in de browser om dat vak te zoomen zodat 
deze past in de wijdte van het scherm. De zoomactie werkt 
ook door de hoek (+ /-) rechtsonder aan te raken.
Duw vingers tegen of uit elkaar
(alleen bruikbaar bij multi-touch model):
Bij het bekijken van foto’s, webpagina’s, e-mail of mappen 
kan er in- en uitgezoomd worden door de vingers tegen of uit 
elkaar te duwen.
Het scherm draaien:
De oriëntatie van het scherm draait met het apparaat mee, 
als deze van rechtstaand naar zijdelings en terug wordt gedraaid.










