Operation Manual
30
31
Telefoongebruik
Telefoneren terwijl u uw hoortoestel draagt vergt vaak enige oefening.
De volgende adviezen kunnen helpen bij het voeren van een telefoonge-
sprek.
• Houd de telefoon vast zoals u dat gewend bent.
• Indien er sprake is van fluiten, kan het een aantal seconden duren
voordat het hoortoestel zich automatisch aanpast.
• Als u een fluittoon hoort, houdt u uw telefoon dan in dezelfde positie
om feedback te elimineren.
• De fluittoon kan ook verminderd worden door de telefoon iets verder
van het oor af te houden.
• Afhankelijk van uw persoonlijke wensen kan uw audicien een pro-
gramma inschakelen dat specifiek voor telefoongebruik bedoeld is.
Luisterspoel (optioneel op een aantal MIHO en externe microfoon modellen).
Uw hoortoestel kan voorzien zijn van een inductie- ofwel luisterspoel die magnetische golven
van een voor hoortoestellen geschikte telefoon opvangt. Uw audicien kan de luisterspoel pro-
grammeren. Door het luisterspoelprogramma te selecteren, zal het hoortoestel alleen de gelui-
den opvangen die afkomstig zijn van de telefoon. Bij gebruik van een luisterspoelprogramma
dient u de hoorn van de telefoon wellicht iets te draaien om de beste ontvangst te krijgen.
Luisteren naar radio of tv
Begin als u naar de radio of televisie luistert eerst met het luisteren naar een nieuwsuitzending,
aangezien nieuwslezers over het algemeen duidelijk spreken. Daarna kunt u andere pro-
gramma’s proberen.
Indien u moeite hebt met het verstaan van de radio of TV, kan uw audicien u advies geven over
eventuele accessoires om dat te verbeteren.