Operation Manual
Telefoongebruik
Uw hoortoestel kan voorzien zijn van een inductiespoel
(luisterspoel) die electro-magnetische golven van een voor
hoortoestellen geschikte telefoon opvangt. Om hier gebruik
van te maken, kan uw audicien luisterspoelprogramma’s
programmeren. Door het luisterspoelprogramma te
selecteren, zal het hoortoestel de geluiden opvangen die
afkomstig zijn van de telefoon.
Bij gebruik van het luisterspoelprogramma dient u de hoorn
van de telefoon vast te houden zoals aangegeven op de
tekening. Wellicht moet u de hoorn iets draaien om de beste
ontvangst te krijgen.
Indien u geen gebruik maakt van een luisterspoelprogramma,
kunt u nog steeds telefoneren terwijl u uw hoortoestel
draagt. Veel hoortoestellen ‘fluiten’ in de nabijheid van een
telefoon. Om dit geluid te reduceren, is uw hoortoestel
voorzien van een adaptief “digital feedback suppression”
(DFS) systeem. Houd de hoorn dicht bij het hoortoestel,
maar niet direct er tegen aan. Indien er sprake is van fluiten
kan het een aantal seconden duren voordat het hoortoestel
zich automatisch aanpast.
Telefoneren terwijl u uw hoortoestel draagt vergt vaak enige
oefening.
16