Operation Manual
8
6. Als de microfoon goed zit, leg dan het
slangetje op zijn plaats.
Plaatsen (vervolg)
3. Als u het hoortoestel in de juiste positie
vast hebt, duw het dan zachtjes in de
gehoorgang, tot het in lijn is met de
opening van de gehoorgang.
4. Wanneer het hoortoestel op de juiste
wijze in de gehoorgang is geplaatst,
plaats dan de microfoon en het
slangetje.
5. Duw de microfoon zachtjes achter het
gedeelte van het oor dat zich boven de
gehoorgang bevindt.