Operation Manual
21
ONTWERP VAN HET SANITAIRE CIRCUIT
● Voor de leidingen van het sanitaire
warmwatercircuit worden bij voorkeur koperen
buizen gebruikt.
Zo veel mogelijk drukverlies vermijden : het aantal
bochten beperken, kraanwerk met een grote
doorlaatopening gebruiken om een voldoend debiet
door te laten.
● De verwarmingsketel functioneert bij een
minimumtoevoerdruk van 0,5 bar, maar met een
klein debiet. Een toevoerdruk vanaf 1 bar biedt een
groter gebruikscomfort.
ONTWERP VAN HET VERWARMINGS CIRCUIT
● De
ISOMAX
verwarmingsketels kunnen aan alle typen
van installaties gekoppeld worden : tweepijpsysteem,
éénpijpsysteem in serie of afgeleid, ...
● De verwarmingslichamen bestaan uit radiatoren,
convectors of warmeluchtblazers.
Opgelet : indien verschillende materialen gebruikt
worden, kunnen corrosieverschijnselen ontstaan. In
dit geval is het aangeraden een inhibitor aan het
water van het verwarmingscircuit toe te voegen,
waarbij de hoeveelheden vermeld door de
fabrikant in acht moeten genomen worden om de
vorming van gassen en oxiden te verhinderen.
● De doorsnede van de leidingen moet volgens de
gebruikelijke methoden aan de hand van de debiet/
druk curve (bladzijde 22) berekend worden. Het
verdeelnet wordt volgens het debiet dat met het
werkelijk vereiste vermogen overeenstemt berekend
zonder rekening te houden met het
maximumvermogen dat de verwarmingsketel kan
leveren. Het is echter aangewezen een voldoend
debiet te voorzien, zodat het temperatuurverschil
tussen vertrek en terugloop kleiner dan of gelijk is
aan 20°C. Het minimumdebiet bedraagt 450 l/h.
● Bij het uittekenen van het traject van de leidingen
moeten alle nodige voorzorgen getroffen worden
om luchtzakken te vermijden en de permanente
ontluchting van de installatie te bevorderen.
Ontluchters op de hoogste punten van de installatie
evenals op alle radiatoren voorzien.
● Het totale watervolume dat voor het
verwarmingscircuit is toegestaan hangt o.m. af van
de statische druk in koude toestand. Het in de
verwarmingsketel ingebouwde expansievat wordt
met een voordruk van 0,5 bar geleverd (statische
druk van 5 mWK); dit laat een maximumvolume van
160 liter toe bij een gemiddelde temperatuur in het
radiatorencircuit van 75°C en een maximale
werkdruk van 3 bar. Bij de indienststelling is het
mogelijk, in geval van hogere statische druk, de druk
in het expansievat te wijzigen.
Bij de verwarmingsketels enkel voor verwarming
moet een vulcombinatie van het centrale
verwarmingscircuit voorzien worden
overeenkomstig de geldende voorschriften
(gebruik van een vulset).
● Een aftapkraan op het laagste punt van de
installatie plaatsen.
● Bij gebruik van thermostatische kranen niet alle
radiatoren hiermee uitrusten; ervoor zorgen dat deze
kranen in kamers geplaatst worden waar reeds een
aanzienlijke vrije warmtetoevoer heerst, maar nooit
in het lokaal waar de kamerthermostaat hangt.
Indien het om een oudere installatie gaat, is het
noodzakelijk het radiatorencircuit te spoelen,
alvorens de nieuwe verwarmingsketel te installeren.
INSTALLATIEVOORWAARDEN
De installatie van deze verwarmingsketels moet
door een bevoegde installateur uitgevoerd worden
en met de van kracht zijnde officiële teksten en
reglementeringen overeenstemmen, en meer in
het bijzonder met :
● normen NBN D 51003, D 30003, D␣ 61001,
● het Algemeen Reglement op Elektrische
Installaties.
De wand waaraan de verwarmingsketel
opgehangen wordt, moet brandvrij zijn, en de
verwarmingsketel moet zich op voldoende afstand
van brandbaar materiaal bevinden.










