Gebruiksaanwijzing RF100 XL 3D-printer (compleet gemonteerd) Bestelnr. 1592461 RF100 XL Plus Bestelnr.
Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding................................................................................................................................................................4 2. Verklaring van de symbolen..................................................................................................................................4 3. Doelmatig gebruik...................................................................................................................................
b) Filament instellen..........................................................................................................................................30 c) Filament intrekken........................................................................................................................................30 d) Filament verwijderen....................................................................................................................................32 e) Filament wisselen/vervangen..
1. Inleiding Geachte klant, Hartelijk dank voor de aankoop van dit product. Het product voldoet aan alle wettelijke, nationale en Europese normen. Om dit zo te houden en een veilig gebruik te garanderen, dient u als gebruiker deze gebruiksaanwijzing in acht te nemen! Deze gebruiksaanwijzing behoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in over de ingebruikname en het gebruik. Houd hier rekening mee als u dit product doorgeeft aan derden.
3. Doelmatig gebruik De 3D-printer wordt voorgemonteerd en is bij levering klaar voor gebruik. Hij kan met de meegeleverde software worden gebruikt of via het ingebouwde kleurentouchscreen - ook zonder de PC - worden bediend. De gepoedercoate metalen behuizing zorgt voor een lange levensduur. Het apparaat print voorwerpen tot een grootte van 200 x 200 x 200 mm en is voorzien van heldere led’s om het printproces te kunnen bewaken.
5. Inhoud van de SD-kaart • De SD-kaart bevat de volgende mappen: -- “3D Models” (3D-modellen) -- “Config” -- “Manual” (gebruiksaanwijzing) -- “Software” Sluit de 3D-printer met de geplaatste SD-kaart aan op uw computer om de volledige inhoud van de SD-kaart weer te geven. Via het bedieningspaneel heeft u slechts een beperkte toegang tot de SD-kaart.
• Laad het configuratiebestand in “Cura” om een object met het desbetreffende materiaal te laten printen (zie voor details “e) Configuratiebestand laden - Windows®” op pagina 52). Op het bedieningspaneel kan de inhoud van deze map niet worden bekeken. Deze config-bestanden worden aanbevolen voor de meegeleverde filamenten. Met de “Cura”-software kunt u ook uw eigen configuratiebestanden maken. c) Gebruiksaanwijzing • In de map “Manual” bevindt zich de beknopte handleiding.
7. Werkingsprincipe van de 3D-printer • Voor de 3D-print is in eerste instantie een bestand nodig, dat de driedimensionale gegevens van het te printen voorwerp bevat (een gangbaar formaat van een dergelijk bestand is bijv. een .stl-bestand). • Dit bestand kan met een geschikte software of met een 3D-scanner worden gemaakt. Online vindt u echter ook tal van printbestanden die u kunt downloaden, om zo snel mogelijk een voorwerp te kunnen printen.
8. Veiligheidsinstructies Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en let vooral op de veiligheidsinstructies. Indien u de veiligheidsinstructies en de aanwijzingen voor een juiste bediening in deze gebruiksaanwijzing niet opvolgt, kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld voor de daardoor ontstane schade aan personen of voorwerpen. Bovendien vervalt in dergelijke gevallen de aansprakelijkheid/garantie.
• Volg de aanvullende veiligheidsaanwijzingen in de afzonderlijke hoofdstukken van deze gebruiksaanwijzing. • Raadpleeg een expert wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of het aansluiten van het product. • Laat onderhoud, aanpassingen en reparaties alleen uitvoeren door een vakman of in een daartoe bevoegde werkplaats. • Als u nog vragen heeft die niet door deze gebruiksaanwijzing zijn beantwoord, neem dan contact op met onze technische dienst of andere technisch specialisten.
• Laat de stroomkabel niet over de rand van de tafel of een ander oppervlak omlaag hangen, waarop de 3D-printer staat. • Plaats kabels altijd zo, dat niemand erover kan struikelen of erin verstrikt kan raken. Er bestaat letselgevaar. • Haal de netspanningsadapter om veiligheidsredenen bij onweer altijd uit het stopcontact. • Haal de stekker uit het stopcontact als u de 3D-printer gedurende langere tijd niet zult gebruiken.
9. Bedieningselementen en afzonderlijke delen a) 3D-printer Voorkant 1 1 Filamentslang 2 Extruder 2 3 4 5 3 Mondstuk 4 Printbed (bij bestelnr. 1891634) Printbed met verwarmingsplaat (bij bestelnr.
b) Accessoires A O B N C M L D E F K J I H G A ABS-filament (bij bestelnr. 1592461) B Netspanningsadapter, klein (bij bestelnr. 1891634) C Netspanningsadapter, groot (bij bestelnr.
10. Voor de installatie • Haal voorzichtig alle onderdelen uit de verpakking. • Trek de beschermende folie van het kleurentouchscreen af. • Snijd de kabelbinders aan beide zijden door met een zijkniptang. • Verzeker u ervan, dat er geen onderdelen ontbreken of beschadigd zijn. U mag het apparaat niet gebruiken als onderdelen ontbreken of beschadigd zijn. 11.
1 • Het printbed erop plaatsen. 2 Alleen bij bestelnr. 1592461 • Beschermend deksel van de stroomaansluiting voor de verwarmingsplaat openen ( 1 ). • Stekker van de verwarmingsplaatkabel verbinden met de stroomaansluiting ( 2 ). • Verbinding beveiligen: Wartelmoer van de stekker op de verwarmingsplaataansluiting draaien. 3 Alleen bij bestelnr. 1592461 • Verwarmingsplaatkabel in de kabelhouder (aan de onderkant van het printbed) plaatsen. 5 • SD-kaart met de sticker naar beneden erin steken.
8 7 • Eerst de stroomkabel verbinden met de netspanningsadapter, dan de stroomkabel van de netspanningsadapter aansluiten op de 3D-printer. • Het printbereik begint te branden. • Op het touchscreen verschijnt < ReadyPrint >. De 3D-printer is nu gereed voor gebruik. • Stekker van de stroomkabel in het stopcontact steken. • Voor het inschakelen van de 3D-printer zet u de aan-/uitschakelaar op I. 12. Bedieningspaneel • De volgende toelichtingen hebben betrekking op de printer-firmware V2.1.
b) Menu-opties en functies Bedieningstoets Menu-optie Functie Hoofdmenu < ReadyPrint > (3D-printer is gereed voor gebruik) < Preheat > Menu < Preheat > bezoeken om de temperatuur van het printmondstuk resp. verwarmingsplaat in te stellen. < Filament > Menu < Filament Change > bezoeken om filament te plaatsen of te verwijderen. < Fan > Menu < Fan > bezoeken om de ventilatorsnelheid in te stellen. < Print > Menu < ChooseFile > bezoeken om o.a. een printklaar model te selecteren.
Bedieningstoets Menu-optie Functie < 10°C > < 5°C > Temperatuur kan in stappen van 10/5/1 °C worden ingesteld. Door indien nodig meervoudig drukken van de bedieningsknop kunt u één van deze stappen selecteren. < 1°C > < Turn Off > Verwarmingsproces van het mondstuk (bij bestelnr. 1592461, 1891634) resp. de verwarmingsplaat (bij bestelnr. 1592461) uitschakelen. < Back > Terugkeren naar het vorige menu < ReadyPrint >.
Bedieningstoets Menu-optie Functie < 50% > Ventilatorsnelheid met de helft reduceren. < 75% > Ventilatorsnelheid met 25 % reduceren. < 100% > Ventilatorsnelheid op hoogste stand zetten (standaardinstelling). < Back > Terugkeren naar het hoofdmenu < ReadyPrint >. Menu < Print > (printen) Zie voor details het hoofdstuk “5. Inhoud van de SD-kaart” op pagina 6. Drukken voor het printproces: Printmodel in het .gcode-formaat selecteren.
Bedieningstoets Menu-optie Functie Menu < Printing > (3D-printer print), tijdens het printproces < Pause > Printproces pauzeren of onderbreken. < Resume > Printproces na een pauzering of onderbreking voortzetten. < Stop > Printproces stoppen. Het mondstuk en het printbed gaan terug naar de uitgangspositie. De extruder begint met de afkoelfase. Het stoppen kan enige seconden duren. Temperatuur van het mondstuk of de verwarmingsplaat instellen.
Bedieningstoets Menu-optie < Flow> Functie Filament-intreksnelheid binnen het bereik tussen 10 en 300 % instellen. De standaardinstelling is 100 %. De intreksnelheid is afhankelijk van de printsnelheid. Wanneer de intreksnelheid te hoog is, kan het mondstuk verstopt raken. < 10% > < 5% > Snelheid kan in stappen van 10/5/1 % worden ingesteld. Door het meervoudig drukken van de bedieningsknop kunt u één van deze stappen selecteren. < 1% > < Back > Terugkeren naar het vorige menu < Speed >.
Bedieningstoets Menu-optie < Z- > < Back > Functie Waarde voor de volgende Z-asbeweging bepalen: Extruder beweegt zich achteruit op de Z-as. Terugkeren naar het hoofdmenu < ReadyPrint >. Menu < Home > (uitgangspositie) < Home All > Printbed en extruder rijden naar de uitgangspositie. < Home X > Extruder rijdt terug naar nul langs de X-as. < Home Y > Extruder rijdt terug naar nul langs de Y-as. < Home Z > Extruder rijdt terug naar nul langs de Z-as.
Bedieningstoets Menu-optie Functie Menu < FileSys > “Van de SD-kaart printen” (standaard instelling) selecteren. < SD Card > Voor het bevestigen één keer op de bedienknop drukken. Bij een succesvolle keuze wordt het bedieningspaneel geel onderstreept. De 3D-printer moet hierbij worden losgekoppeld van de computer. Trek de USB-kabel eruit, voor zover deze is aangesloten. “Vanaf een USB-stick printen” selecteren. < USB drive > Voor het bevestigen één keer op de bedienknop drukken.
Bedieningstoets Menu-optie Functie < Third > Bepaalt het derde punt voor de printbedkalibratie. De extruder gaat naar het derde kalibratiepunt. < Fourth > Bepaalt het vierde punt voor de printbedkalibratie. De extruder gaat naar het vierde kalibratiepunt. < Back > Terugkeren naar het vorige menu < Set >.
d) Menu-overzicht De menustructuur kan afhankelijk van de firmware-versie evt. iets afwijken. Add Dec Preheat Extruder Heatbed 10°C 1°C 5°C Fast Slow 75% 100% TurnOff Back Load Filament Filament Change Unload Normal Preheat Stop Back Fan Turnoff 50% Back Ready Print Resume Pause Stop Temp.
X+ Y+ Z+ Move 10 mm 0,1 mm XYZBack Home All Home X Home Home Y Home Z Back Ready Print Motor OFF USB Settings FileSys Setting SD Card USB drive Back Select Source 115200 Connect Back 25000 First Set Second Leveling Third Fourth Back About Back 26 1 mm
13. Algemene instructies voor de 3D-print Schakel tijdens het printproces nooit de stroom uit. Trek de USB-kabel er ook nooit uit en laat de SD-kaart in het apparaat. • De printkwaliteit van 3D-printers zijn afhankelijk van tal van factoren. De belangrijkste zijn: -- Printsnelheid -- Printlaagdikte -- Printbedkalibratie -- Mondstuktemperatuur -- Temperatuur van de verwarmingsplaat (bij bestelnr.
c) Printlaagdikte • De dikte van de printlaag bepaalt de hoogte van de afzonderlijke printlagen en zodoende voor de resolutie en kwaliteit van het te printen object. • Hoe dunner de printlagen, des te hoger de printkwaliteit en des te langer duurt het printproces. • Hoe dikker de printlagen, des te geringer de printkwaliteit en des te korter duurt het printproces. Experimenteer met de bovengenoemde parameters, totdat u een bevredigend resultaat afhankelijk van het gebruikte materiaal heeft gevonden.
14. Voorbereiding a) Printbed kalibreren 2 1 • 3 nivelleerschroeven onder het printbed tot aan de aanslag vastdraaien. • A4-papier als meethulp tussen mondstuk en printbed plaatsen. 4 3 • In het menu < ReadyPrint > eerst < Set > (instellen), dan < Leveling > (nivelleren) kiezen. • < First > (eerste punt) drukken. Mondstuk beweegt zich naar het eerste punt. • STAP 3 voor de tweede, derde en vierde punt herhalen (kalibratiesequentie en bewegingsrichting van het mondstuk worden weergegeven).
b) Filament instellen 1 • Filament aan de spoelhouder bevestigen. 2 • Filamentslang in de slanghouder plaatsen. 3 • Het filament zo ver in de slang plaatsen, tot ca. 5 cm aan het extrudereinde te zien is. c) Filament intrekken 1 • In het menu < ReadyPrint > < Move > (bewegen) kiezen en dan twee keer < Z+ > drukken om de afstand tussen mondstuk en printbed te vergroten. 30 2 • In het menu < ReadyPrint > eerst < Filament >, dan < Preheat > (voorverwarmen) kiezen.
4 3 • In het menu < Filament Change > wachten totdat de werkelijke temperatuur (hier 221 °C ) de gewenste temperatuur bereikt (hier 220 °C). • Op het touchscreen verschijnt de statusweergave < filament changing >. 3D-printer is nu gereed voor de filamentinvoer. • < Load > (intrekken) drukken. 6 5 • Filament met lichte druk vooruit schuiven totdat het filament langzaam in de extruder wordt ingetrokken. • Filament loslaten. • Als het filament uit het mondstuk komt op < Stop > drukken.
d) Filament verwijderen • Zorg ervoor dat de mondstuktemperatuur minstens 170 °C bereikt heeft. Raak het mondstuk in geen geval aan. Gevaar voor brandwonden! 1 • In het menu < Home > kiest u < Home All >. Printbed en extruder gaan terug naar de uitgangspositie. 3 • Terug naar het menu < ReadyPrint >, eerst < Filament >, dan < Preheat > (voorverwarmen) kiezen. 5 • Wacht tot de huidige temperatuur (hier 220 °C ) de gewenste temperatuur heeft bereikt.
8 7 • Als het filament zich van boven uit de extruder laat trekken, beëindigt u het proces met < Stop >. • Trek het filament met de filamentslang voorzichtig van boven uit de extruder. • Terug in het menu < Preheat > < Turn off > kiezen. • Het verwarmingsproces van de extruder is beëindigd. In plaats van de ingestelde temperatuur wordt nu < OFF > (uit) weergegeven. • Filamentresten van het mondstuk verwijderen met de pincet.
15. Van de SD-kaart resp. een USB-stick printen Bij het verwarmen ontstaat eventueel een beetje rook of stoom. Dit is normaal. Zorg voor voldoende ventilatie. Stel het printbed niet bloot aan mechanische belastingen. Er bestaat risico dat het product breekt! Het direct printen vanaf de SD-kaart resp. van een USB-stick (niet meegeleverd) is alleen via het bedieningspaneel mogelijk. De software hoeft hiervoor niet te worden geïnstalleerd. De 3D-printer moet eventueel losgekoppeld worden van de computer.
5 • < 115200 > drukken om “3D-printer via het bedieningspaneel bedienen” te selecteren. b) Vanaf een USB-stick printen Bij de levering is standaard de SD-kaart als bron voor het printen ingesteld. Als u vanaf een USB-stick wilt printen, dient u de volgende instellingen aan te passen. 1 • In het menu < ReadyPrint > < Setting > kiezen. 3 • < USB Drive > (USB-stick) als printbron kiezen. 2 • < USB Settings > kiezen. 4 • Terug naar het menu < Set > < Select Source > kiezen.
5 • < 115200 > drukken om “3D-printer via het bedieningspaneel bedienen” te selecteren. • Ter bevestiging wordt het bedieningspaneel geel onderstreept. c) Printen starten 1 • In het menu < ReadyPrint > eerst < Print > (printen), dan indien nodig meerdere keren < PageDown > (volgende pagina) drukken totdat de map < 3D Models > te zien is. • Map < 3D Models > openen. 36 2 • In de map < 3D Models > een printklaar model kiezen, bijv. < RF100.gcode >.
4 3 • Print bevestigen met < OK >. • Op het touchscreen verschijnt < Printing >. • Het printbed beweegt tegen nul langs de Z-as. Het mondstuk beweegt naar de uitgangspositie en begint met opwarmen. • Als het mondstuk de gewenste temperatuur (bijv. 210 °C) heeft bereikt, begint het printproces. • Printstatus wordt procentueel aangegeven. 5 • Na het afronden van het printproces laat u het geprinte object een paar minuten afkoelen. • Eventueel het printbed eruit halen.
e) Parameters tijdens het printen instellen Alleen aanbevolen voor ervaren gebruikers. • Open eerst het menu < Option > dan < Printing >. Om de printsnelheid, mondstuk-verwarmingsplaat temperatuur, ventilator-/filament intreksnelheid in te stellen. Printsnelheid: Observeer het printproces en corrigeer de printsnelheid. De printsnelheid beïnvloedt de printkwaliteit bij bepaalde printobjecten en verschillende filamenten.
16. Met de “Cura” software printen Algemene aanwijzingen • De 3D-printer is compatibel met de “Cura” software, die ter beschikking staat voor Windows® en Mac OS. Voor de gedetailleerde besturingssysteem- en hardware-vereisten kunt u een kijkje nemen op de website https://ultimaker.com/ na. Zorg ervoor dat de computer voldoet aan de minimum eisen. • Helaas is het niet mogelijk om de complete werking van de meegeleverde software uit te leggen gezien de beperkte omvang van deze gebruiksaanwijzing.
b) Installatie van de software - Windows® Verbinding met de 3D-printer • Verbind de 3D-printer met een vrije USB-aansluiting op de computer met behulp van de meegeleverde USB-kabel. Zet de 3D-printer aan. Als de printer is verbonden met de computer, dient u ervoor te zorgen dat de 3D-printer is ingeschakeld. • Wanneer de 3D-printer voor de eerste keer met de computer wordt verbonden, herkent het besturingssysteem de nieuwe hardware en zoekt naar een geschikte driver.
1 1 Selecteer de taal van uw keuze (bijv. Engels). 2 Klik op “Next >”.
3 3 Kies “Other”. 4 Klik op “Next >”. 4 5 Kies “Custom...”. 6 Klik op “Next >”.
7 8 7 V ul de parameters zoals weergegeven in. Bij RF100 XL Plus selecteert u bovendien “Heat Bed” (verwarmingsplaat). 8 Klik op “Finish” om de assistent af te sluiten.
c) Configuratie van de software - Mac OS • Het is belangrijk dat u de software van het printerprofiel ter beschikking stelt, voordat u de printer met de computer verbindt. 1 Zodra de installatie is voltooid, zoekt u in de map “Applications” naar het symbool “Cura” en klikt u er met de rechtermuisknop op. Selecteer “Show Package Contents”. 2 Zoek naar “Resources/machine_ profiles”. 3 Markeer het profielbestand “RF100 XL.ini” resp. “RF100 XL plus.
4 Start de “Cura” toepassing. 5 Selecteer in het menu “Machine” de optie “Add new machine”. 6 Klik op “Next >”.
7 Kies “Other”. 8 Klik op “Next >”.
9 10 9 Selecteer het juiste model van de 3D-printer. 10 Klik op “Next >”.
11 Druk op "Finish". De installatie is hiermee beëindigd. 11 d) Software-instellingen - Windows® Hier kunnen verdere instellingen worden uitgevoerd, echter willen wij vermelden dat deze eerder bestemd zijn voor gevorderde gebruikers. Lees voor de functies de online-ondersteuning van de software. Bij verkeerde instellingen kan de 3D-printer worden beschadigd of de prints defect zijn. Beginners kunnen het beste eerst met de basisinstellingen werken. 1 Start de software. 2 Kies “Machine”.
4 Kies de seriële aansluiting waarmee de 3D-printer is verbonden. Het aansluitnummer is onafhankelijk van het systeem (zie voor details het hoofdstuk”Verbinding met de 3D-printer” op pagina 40 ). Stel de baudrate op “115200” bij beide 3D-printer modellen. Stel de “Serial port” op “COM3” voor de RF100 XL en op “AUTO” voor de RF100 XL Plus. 4 5 5 Klik op “OK”. “Machine settings” wordt gesloten. 4 5 6 6 Stel de parameters in “Basic Settings” zoals weergegeven.
7 7 Stel de parameters onder “Advanced” in zoals weergegeven. Dit zijn de mogelijke parameters voor een PLA-filament. 8 8 Onder “Expert” selecteert u “Open expert settings”.
9 9 Richt de parameters onder “Support” in zoals weergegeven. 10 Klik op “OK”. 10 Filamentdiameter De filamentdiameter wordt door de filament fabrikant gespecificeerd. Indien er geen gegevens voor filamentdiameter ter beschikking staan (bijv. geen label aanwezig op de filamentspoel), kunt u de diameter berekenen: • Meet 1 m filamentmateriaal af. • Meet de diameter op 10 verschillende punten in gelijke afstanden op een lengte van minstens 1 meter. Neem hiervoor een schuifmaat als hulpmiddel.
e) Configuratiebestand laden - Windows® • Om het afdrukken van verschillende materialen te vereenvoudigen, kunt u het vooraf ingestelde configuratiebestand voor het filament van de SD-kaart downloaden. Dergelijke configuratiebestanden kunt u downloaden van www.conrad.com. 1 1 Klik op “File”. 2 Kies “Open Profile...”. 2 3 Kies in het keuzevenster voor het gebruikte filament een filament configuratiebestand uit en bevestig uw keuze.
g) Modelbestand laden - Windows® en Mac OS • In de hoofdmap “3D models” op de meegeleverde SD-kaart bevinden zich een paar voorbeelden voor de eerste printtests. Online vindt u ook tal van 3D-modelbestanden, die u kunt downloaden. U kunt echter ook een 3D-programma gebruiken om uw eigen model te maken. Let erop dat het 3D-model het bestandsformaat .stl heeft (STL-bestand). • Download het modelbestand door dit met de muis op het virtuele printbed in het hoofdvenster te trekken of door op te klikken.
h) De bedieningsknoppen op het 3D-printer deactiveren • Bij de levering is de verbindingsbron “3D-printer via het bedieningspaneel bedienen” ingesteld. • Om ervoor te zorgen dat de 3D-printer via de software kan worden bestuurd, moet de verbindingsbron op 3D-printer worden omgeschakeld. 2 1 • Kies in het menu < ReadyPrint > < Setting >. • Kies < Select Source >, dan de optie < 250000 >, om “3D-printer via de software bedienen” te activeren.
j) Printproces stoppen Kies “Cancel print” in de “Cura” software om het printproces af te breken. Omdat de gegevensoverdracht in de software wordt gebufferd, kan het tot 1 minuut na het klikken op het stop-symbool duren, totdat de 3D-printer stopt. Kies het bevel “Cancel print” niet tijdens het opwarmen van de mondstukken. Anders moet u eventueel de USB-kabel verwijderen en de 3D-printer herstarten. Na het annuleren van de printopdracht blijft de mondstuktemperatuur op peil.
• Na de firmware-update is de verbindingsbron “3D-printer via computer bedienen” ingesteld. Als u de 3D-printer via het bedieningspaneel wilt bedienen en van de SD-kaart willen printen, dient u de verbindingsbron “3D-printer via het bedieningspaneel bedienen” en printbron in: -- Selecteer het hoofdmenu < ReadyPrint > de optie < Setting >, om het menu < Set > te openen. -- Selecteer in < Set >, de optie < SelectSource > dan < 115200 >. • Ga terug naar het hoofdmenu < ReadyPrint >.
Mondstuk van binnen reinigen • Verwarm het mondstuk. Trek het filament herhaaldelijk erin en eruit totdat de filamentstroom is zoals verwacht.
19. Verhelpen van storingen Probleem Mogelijke oplossing Na het inschakelen werkt de 3D-printer niet. Het touchscreen en de printruimteverlichting gaan niet aan. Controleer de aansluiting van de stroomkabel. Controleer het stopcontact. Wordt deze correct van stroom voorzien? Controleer de aansluiting van de USB-kabel. Is bij de software de juiste USB-poort geselecteerd? Zijn de benodigde drivers geïnstalleerd? Er is geen USB-verbinding met de 3D-printer mogelijk.
Probleem Mogelijke oplossing Tijdens het printen vanaf de SD-kaart moet de computer gescheiden zijn van de 3D-printer. De druk neemt tijdens het printproces af. Controleer de instellingen van uw computer. Hij mag tijdens het printproces niet in de standby-modus wisselen (instellingen van de energiebesparingsopties) of uit gaat (installatie van software of software-updates tijdens het printen). De mondstuktemperatuur is te laag. Verhoog de mondstuktemperatuur.
Probleem Mogelijke oplossing De weergegeven verwarmingstemperatuur is vergelijkbaar met de kamertemperatuur of continu 0 °C. Thermistor en verwarmingsparel zijn defect. Vervang de thermistor met verwarmingsparel. Via het bedieningspaneel kan niets meer worden ingesteld. Controleer de verbindingsbron. Kies in het menu < ReadyPrint > eerst < SelectSource > dan < 115200 > (3D-printer via het bedieningspaneel bedienen). Firmware kan niet worden geactualiseerd.
b) RF100 XL Plus (bestelnr. 1592461) Bedrijfsspanning/-stroom.......................12 V/DC, 21 A Uitgangsvermogen................................max. 252 W Verwarmingsplaat temperatuur..............+50 tot +110 °C Geschikt filamentmateriaal....................PLA, elastisch materiaal, hout, koper, aluminium, ABS Netspanningsadapter Ingangsspanning/-stroom......................100 - 240 V/AC, 50/60 Hz, 4,5 A Uitgangsspanning/-stroom.....................12 V/DC, 21 A c) RF100 XL r2 (bestelnr.
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Copyright 2019 by Conrad Electronic SE.