Gebruiksaanwijzing 3D-printer bouwpakket RF2000 Bestnr. 1395718 3D-printer RF2000 Bestnr.
Inhoudsopgave Pagina 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 2 Inleiding ......................................................................................................................................................................................................... 4 Verklaring van de symbolen ..........................................................................................................................................................................
Pagina 18. Software "Repetier-Host"..............................................................................................................................................................................95 a) Algemene informatie over de software...................................................................................................................................................95 b) Installatie.................................................................................................
1. Inleiding Geachte klant, Hartelijk dank voor de aanschaf van dit product. Dit product voldoet aan de wettelijke, nationale en Europese eisen. Om deze conformiteit in stand te houden en zeker te zijn dat u het product zonder gevaar gebruikt, moet u als gebruiker deze handleiding in acht nemen! Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Er staat belangrijke informatie in over ingebruikname en gebruik. Houd hier rekening mee, ook als u dit product doorgeeft aan anderen.
3. Gebruiksdoel De 3D-printer maakt op basis van geschikte printbestanden tweekleurige 3D-objecten. Hiervoor smelt het apparaat geschikt ruw materiaal (filament) in de twee printkoppen en voegt die op de juiste plaats toe aan het object. Het product mag alleen aangesloten worden op 230 V/AC, 50 Hz netspanning. Gebruik is uitsluitend toegestaan in gesloten ruimten, dus niet buitenshuis. Contact met vocht, bv. in de badkamer, moet absoluut worden vermeden.
4. Veiligheidsinstructies Bij schade die wordt veroorzaakt door niet-naleving van deze gebruiksaanwijzing vervalt de garantie. Wij zijn niet aansprakelijk voor indirecte schade! Wij zijn niet aansprakelijk voor schade aan personen of zaken die het gevolg is van onjuist gebruik of van het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies. In dat geval vervalt de garantie. Geachte klant, De volgende veiligheids- en gevareninstructies zijn bedoeld om zowel het apparaat als ook uw gezondheid te beschermen.
• Plaats geen open vuur, als brandende kaarsen, op of in de buurt van het apparaat. • Zorg ervoor dat de kabel bij het opstellen van dit product niet wordt ingeklemd of door scherpe randen kan worden beschadigd. c) Gebruik • Als er een elektrisch of mechanisch probleem optreedt, druk dan meteen op de noodstopknop! De printer wordt daardoor spanningsvrij. Reset de noodstopknop pas weer als het probleem is verholpen. • Steek tijdens bedrijf nooit uw handen in de printer.
5. Beschrijving features • Printkamer ca. 230 x 180 x 200 mm (D x B x H) • Spelingsvrije profielgeleiderails en kogelomloopspindels voor de hoogste nauwkeurigheid • Automatische printplaatmeting • Keramische verwarmingsplaat • 2 uiterst nauwkeurige extruders met verwisselbare spuitmond voor 2-kleurenprint.
7. Overzicht belangrijkste onderdelen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 (1) Filament-houder (2) Extruder-wagen (3) X-plaat (4) 2 extruders (5) Keramische verwarmingsplaat (6) Y-plaat (7) Toetsenbord (8) Display (9) Noodstopknop In de kleine afbeelding ziet u de printrichtingen (x, y en z).
8. Benodigd gereedschap en materiaal • Verschillende schroevendraaiers (kruiskop en gleuf) • Inbussleutel 1,5 mm / 2 mm / 2,5 mm / 3 mm / 4 mm • Sleutel 4 mm / 5 mm / 5,5 mm / 7 mm • Winkelhaak • Schuifmaat • Zijkniptang • Kleine platbektang en kleine punttang • Schroefborgmiddel mediumsterk • Voelmaat (aanbevolen) (tot 1 mm in stappen van 0,05 mm) • Lijmpistool (optioneel) 9.
Gebruik van het schroefborgmiddel Volgens de handleiding moeten sommige schroeven geborgd worden met schroefborgmiddel. In de tekst wordt daar dan op gewezen. Procedure: Doe een klein drupje medium-sterk schroefborgmiddel op het begin van de schroefdraad. Let op dat u echt slechts een klein drupje gebruikt, zoals te zien in de volgende afbeelding.
Bodemplaat monteren Riemspanner monteren 1x bodemplaat 1x riemspanner-basiselement 1x moer M4 1x cilinderkopschroef M4x30 4x sluitring (diameter binnen/buiten 4,3/8,8 mm) 3x kogellager 624ZZ (diameter binnen/buiten 3,8/13 mm) 1x cilinderkopschroef M5x70 (volle draad) Plaats het riemspanner-basiselement in de daarvoor bestemde uitsparing in de bodemplaat. De dwarse doorboring in het riemspanner-basiselement en het gat in de bodemplaat moeten in één lijn liggen.
Aandrijfmotor monteren 1x bodemplaat 1x stappenmotor 4x cilinderkopschroef M3x12 Bevestig de stappenmotor, zoals in de afbeelding, met de 4 schroeven op de bodemplaat. Doe schroefborgmiddel op de schroeven. De kabel moet (zie afbeelding) in de andere richting wijzen dan de riemspanner. Kogellagers plaatsen 1x bodemplaat 2x kogellager Steek de kogellagers van boven in de daartoe bestemde gaten in de bodemplaat. Draai de lagers tijdens het plaatsen een beetje. Gebruik een geen geval grote kracht.
X-plaat monteren Riemspanner monteren 1x cilinderkopschroef M4x30 1x moer M4 1x riemspanner-basiselement 4x sluitring (diameter binnen/buiten 4,3/8,8 mm) 3x kogellager 624ZZ (diameter binnen/buiten 3,8/13 mm) Schuif de sluitringen om en om met de kogellagers op de schroef. Schroef de schroef in het riemspanner-basiselement en draai hem stevig vast. Zie de afbeelding. Draai een contramoer op de schroef.
Geleiderail monteren U kunt de geleidewagen in principe naar onderen van de geleiderail schuiven, want de kogellagers zitten in een ketting samen. We raden u echter aan om dat zo mogelijk niet te doen. 1x X-plaat 6x cilinderkopschroef M4x12 1x geleiderail met geleidewagen Leg de geleiderail in de middelste groef naast de riemspanner in de X-plaat en schroef deze vast met de schroeven. De onderste groef in de geleiderail moet naar de kant van de riemspanner wijzen.
Riemhouder aan de plaat van de geleidewagen bevestigen 1x geleidewagenplaat 2x cilinderkopschroef M3x6 1x riemhouder Bevestig de riemhouder aan de onderkant van de plaat van de geleidewagen met de twee schroeven, zoals afgebeeld. Doe schroefborgmiddel op de schroeven. Toevoerhouder monteren 1x geleidewagenplaat 1x toevoerhouderblok 2x verzonken schroef M4x16 16 Bevestig het toevoerhouderblok met de twee verzonken schroeven M4x16 onder de plaat.
Geleidewagenplaat op de geleidewagen monteren 1x geleidewagenplaat 1x X-plaat 4x verzonken schroef M4x10 Bevestig de plaat van de geleidewagen met de 4 verzonken schroeven op de geleidewagen. Schroef daarbij eerst de twee schroeven bij de uitsparingen vast. Doe schroefborgmiddel op de schroeven. De riemhouder moet zich aan de zijde van de eerder gemonteerde riemspanner bevinden.
Tandriem plaatsen 1x tandriem 675 mm Ontspan de riemspanner volledig. Plaats de tandriem om de poelie van de motor en, zoals afgebeeld in de eerste afbeelding, in de riemhouder. Plaats de tandriem vervolgens over de riemspanner. Span de tandriem, door draaien van de riemspanschroef, zo ver aan, dat u deze met twee vingers nog gemakkelijk 180 graden kunt omdraaien. Let op: Span de tandriem in ieder geval niet te strak. Als de riemspanner buigt, moet u de riemspanning beslist verlagen.
Extruder-houder en rekstroken monteren 1x bevestigingsplaat eindaanslagnok 1x component extruder-houder met rekstroken 2x cilinderkopschroef M4x20 Bevestig de component die u in de vorige stap heeft gemonteerd, samen met de bevestigingsplaat voor de eindaanslagnok, zoals afgebeeld aan de geleidewagen. Doe schroefborgmiddel op de schroeven. Let op: leid de aansluitdraden van de rekstroken boven de bevestigingsplaat (zie afbeelding). Draai de twee schroeven van de extruder-houder nu ook vast.
Eindaanslag controleren Controleer, nadat u de eindaanslagnok heeft gemonteerd, door verschuiven van de extruder-wagen of de eindschakelaar (cirkel in de afbeelding) met een lichte druk van de eindaanslagnok aanspreekt (als de schakelaar aanspreekt, hoort u een zachte klik). Als de eindschakelaar niet aanspreekt, draai dan de schroeven (pijlen in de afbeelding) weer enigszins los en verdraai de bevestigingsplaat voor de eindaanslagnok een beetje, totdat de eindschakelaar wel aanspreekt.
Wieltje op de toevoermotors monteren 2x stappenmotor 2x toevoerwiel 2x borgschroef M3x5 Schuif het wieltje op de as van de stappenmotor en zet het vast met de borgschroef. Doe schroefborgmiddel op de borgschroeven. Het toevoerwiel moet zo dicht mogelijk bij de motor zitten. Bepaal de juiste afstand door een tweemaal dubbelgevouwen vel papier tussen het wiel en de motor te schuiven. Herhaal dit voor de andere stappenmotor.
Filament-toevoereenheid monteren 1 5 6 2x toevoermotor 1x motorbevestigingsplaat 2x veerhouderblok 2x cilinderkopschroef M3x12 2x verzonken schroef M3x12 5 4 4 3 2 6 Zet de motors naast elkaar met het toevoerwiel naar boven. Leg de motorbevestigingsplaat erop. De kabel van de twee motors (1) moet tegenover de kant zitten waaraan de motorbevestigingsplaat (2) wordt bevestigd.
Als u uw printer voor juli 2016 heeft aangeschaft of als de "zeer harde" veren ontbreken, kunt u deze kosteloos bestellen bij onze support-afdeling. Filament-toevoereenheid aan de geleidewagen monteren 1x filament-toevoereenheid 2x cilinderkopschroef M4x16 Let op! Het contralager is een recente verbetering en is helaas nog niet in alle afbeeldingen opgenomen. Bevestig de filament-toevoereenheid, zoals getoond, aan de geleidewagen. De twee bevestigingsgaten zitten onder de extruder-houder.
Ventilatorhouder monteren 1x ventilatorhouder 1x dubbele ventilator 6x plaatschroef ST2,2x16 Schroef beide ventilators elk met 3 plaatschroeven aan de ventilatorhouder. Leg tijdens het monteren de ventilatorhouder op de rand van een tafel. Houd hem tegen met een rolmaat o.i.d. De blaasrichting (aangeduid met een pijl op de ventilators) moet naar binnen gericht zijn.
Fotocelhouder monteren 1x fotocelhouder 1x cilinderkopschroef M2x14 Schroef de fotocelhouder, zoals in de afbeelding, met de cilinderkopschroef aan de X-plaat en lijn deze recht uit. Kogellagers plaatsen 2x kogellager Steek de kogellagers van onder in de daartoe bestemde gaten in de X-plaat. Draai de lagers tijdens het plaatsen een beetje. Gebruik een geen geval grote kracht. De flens van de kogellagers moet strak aansluiten op de onderkant van de X-plaat.
Y-plaat monteren Riemspanner monteren 1x cilinderkopschroef M4x30 1x moer M4 1x riemspanner-basiselement 4x sluitring (diameter binnen/buiten 4,3/8,8 mm) 3x kogellager 624ZZ (diameter binnen/buiten 3,8/13 mm) Schuif de sluitringen om en om met de kogellagers op de schroef. Schroef de schroef in het riemspanner-basiselement en draai hem stevig vast. Zie de afbeelding. Draai een contramoer op de schroef.
Geleiderail monteren 1x Y-plaat 1x geleiderail 6x cilinderkopschroef M4x12 Leg de geleiderail in de middelste groef in de Y-plaat en schroef deze vast met de schroeven. De onderste groef in de geleiderail moet naar het midden van de plaat wijzen. Aandrijfmotor monteren 1x stappenmotor 1x Y-plaat 3x cilinderkopschroef M3x12 1x verzonken schroef M3x12 Bevestig de stappenmotor, zoals in de afbeelding, met de 3 cilinderkopschroeven en de verzonken schroef op de Y-plaat.
Sleepkettingeindstuk boven en eindschakelaarhouder onder monteren 1x bevestigingsblok voor geleiderail 1x sleepkettingeindstuk met pal 1x eindschakelaarhouder 2x cilinderkopschroef M3x16 2x verzonken schroef M3x8 Bevestig het sleepkettingeindstuk met de verzonken schroeven aan het bevestigingsblok. Bevestig het bevestigingsblok met een cilinderkopschroef op de gegroefde bovenkant van de Y-plaat (schroefgat aan buitenkant). Bevestig de eindschakelaarhouder van onder af met de tweede cilinderkopschroef.
Eindaanslagnok monteren 1x eindaanslagnok 1x cilinderkopschroef M4x12 1x cilinderkop-gleufschroef M4x20 1x moer M4 Draai de cilinderkop-gleufschroef in het aluminium blok en breng aan de andere kant een contramoer aan. De uiteinde van schroefdraad moet gelijk zitten aan de moer. Monteer de eindaanslagnok zoals in de afbeelding aan de Y-plaat. Richt de nok zo uit dat de schroefkop de eindschakelaar aan de ondertafel kan activeren.
Verwarmingsplaat vastlijmen 1x keramische plaat 1x verwarmingsplaat (zelfklevend) 4x afstandsbout Zet de afstandsbouten met de draadgaten op de onderkant van de keramische plaat (kant met structuur). Zet ze zo nodig tijdelijk vast met een schroef. Let op: Draai de schroeven slechts losjes aan, want anders kan het glas breken. Controleer of de verwarmingsplaat goed is uitgelijnd als u die over de afstandsbouten schuift.
Tandriem plaatsen Plaats de tandriem, zoals in de linkerafbeelding, in de riemgrijphoek. Ontspan de riemspanner van de Y-plaat volledig. Draai de ondertafelplaat en leg de tandriem zoals afgebeeld om de poelie en de riemspanner. De eindschakelaar zit daarbij rechtsachter. Leg de ondertafelplaat daarbij op de geleidewagen (nog niet vastLet op: Span de tandriem in ieder geval niet te strak. Als de riemspanner schroeven).
Ondertafel monteren 1x Y-plaat 1x ondertafel 4x verzonken schroef M4x12 Bevestig de ondertafel en de ondertafelplaat met de 4 verzonken schroeven op de geleidewagen, zoals in de afbeelding. Doe schroefborgmiddel op de schroeven. Controleer of u de ondertafel recht heeft gemonteerd. Zet daarvoor de hele Y-plaat rechtop. Houd daarbij de ondertafel vast. De smalle kant met de riemspanner moet op een vlakke ondergrond staan. Laat de ondertafel voorzichtig zakken.
Assembleren van het chassis Bodemplaat en Y-plaat verbinden 1x Y-plaat 1x bodemplaat Let er bij het plaatsen van de kogelomloopspindels in de bodemplaat goed op dat de spindels exact even ver zijn uitgedraaid en dus niet ten opzichte van elkaar verschoven zijn. Als dat het geval is, moet u de kogelomloopspindels door draaien aan elkaar aanpassen. Laat de Y-plaat met behulp van de twee uitsparingen van boven af langs de afstandhouders in de bodemplaat glijden.
Kogelomloopspindels vastdraaien Draai de bevestigingsschroeven van de kogelomloopspindels aan beide zijden van de printer (4 schroeven per stuk) nu definitief vast. Poelies aan de kogelomloopspindels monteren 1x chassis 2x poelie 28Z (groot, buitendiameter 32 mm) 4x borgschoef M3x5 Schuif de poelies op het uiteinde van de kogelomloopspindels en zet ze vast met de borgschroeven. Plaats de poelies zo dat de tanden in één vlak met die van de motorpoelie liggen.
Zijpanelen monteren 1x zijpaneel links 1x zijpaneel rechts 10x cilinderkopschroef M4x10 zwart Schroef de zijpanelen aan het chassis via de 5 gaten die in de afbeelding zijn aangegeven, Schuif de zijpanelen op het chassis en schroef ze elk met 5 schroeven vast. Het zijpaneel met openingen voor de USB-aansluiting en de geheugenkaart komt rechts.
Z-aandrijving voorbereiden 1x tandriem 822 mm 2x poothouder 2x rubberpoot Schroef de twee rubberpoten, zoals in de afbeelding, losjes in de poothouders. Kogelomloopspindels uitlijnen Kantel het chassis naar achteren (niet op kop) en hang de twee poothouders aan de bodemplaat. zoals te zien in de kleine afbeelding. Draai de twee poten slechts losjes aan, zodat de houders niet uit de bodemplaat vallen.
Tandriem monteren Ontspan de riemspanner in de bodemplaat (links buitenkant) volledig. Plaats de tandriem zoals in de afbeelding. Leg de riem eerst over de linkerpoelie en houd hem vast. Leg de riem daarna over de tweede poelie en trek deze aan in de richting van de klok (het deel tussen de twee tandwielen moet zo goed mogelijk gespannen zijn). Belangrijk! De rechterpoelie moet zo gepositioneerd zijn dat u later één van de twee borgschroeven kunt aandraaien.
Poelie vastzetten Als de afstand aan beide kanten exact gelijk is, zet dan de borg- Draai de Y-plaat aan de tandriem zo ver omhoog dat de tweede borgschroef waar u bij kunt, vast. schroef bereikbaar is. Draai deze ook vast. Verwijder de twee poothouders. Poothouders monteren 4x rubberpoot 4x poothouder 8x cilinderkopschroef M4x10 zwart 38 Schroef de poothouders, zoals in bovenstaande afbeelding, met de brede kant naar onder elk met 2 schroeven M4x10 aan de zijpanelen (zie kleine afbeelding links).
Afdekkappen monteren Pas bij deze onderdelen op voor scherpe randen. Als u niet goed oppast, bestaat het gevaar van letsel. Achterkap inbouwen M4x20 1x achterkap 8x cilinderkopschroef M4x10 zwart 1x cilinderkopschroef M4x20 zwart 6x moer M4 zwart Bevestig de achterkap, zoals getoond, met de schroeven en de moeren aan het chassis. Gebruik 6 schroeven en moeren voor de zijpanelen en 3 schroeven midden in de bodemplaat. Schroef de schroef M4x20 in het linkergat, zoals afgebeeld.
Steek de achterkappen in het chassis en schroef ze zoals getoond aan de zijpanelen. Bedienkap voorbereiden 1x bedienkap 1x sleepkettingeindstuk met gat 2x verzonken schroef M3x8 2x moer M3 10x cilinderkopschroef M4x10 zwart 1x cilinderkopschroef M4x16 zwart 8x moer M4 zwart 40 Monteer het sleepkettingeindstuk, zoals afgebeeld, met de verzonken schroeven en de moeren M3 in de uitsparing van de bedienkap.
Bedienkap monteren M4x16 Steek de bedienkap in het chassis en zoals in de afbeelding vastschroeven. Gebruik 8 schroeven en moeren voor de zijpanelen en 3 schroeven midden in de bodemplaat. Gebruik de M4x16 schroeven aan de linkerkant. Let op dat de bedienkap en de achterkap midden in het apparaat (zie pijl boven) aansluiten. Ze mogen niet overlappen en niet kieren.
10. Elektrische componenten aansluiten a) Algemeen PAS OP netspanning - de elektrische componenten mogen uitsluitend worden aangesloten, ingebouwd en bekabeld door een elektro-vakman die op de hoogte is van de geldende veiligheidsvoorschriften. Voor de ingebruikname moet het apparaat in ieder geval worden gekeurd volgens de geldende veiligheidsvoorschriften door een elektro-vakman. Tijdens de aansluitwerkzaamheden mag de stekker in geen geval in het stopcontact zitten.
b) Printplaten en componenten inbouwen en aansluiten Componenten op de printplaten kunnen beschadigd raken door elektrostatische ontlading. Raak daarom eerst bijvoorbeeld een geaarde radiator aan, voordat u een printplaat in uw handen neemt.
Hoofdprintplaat inbouwen 1x hoofdprintplaat 7x afstandsbus 20 mm 7x moer M3 (zwart) 7x cilinderkopschroef M3x25 (zwart) Monteer de hoofdprintplaat, zoals in de afbeelding, met de afstandsbussen 20 mm. U monteert de printplaat wat gemakkelijker als u de afstandsbussen vooraf met een drupje lijm op de printplaat bevestigt. Doe schroefborgmiddel op alle schroeven ter hoogte van de moeren.
Stopcontact aansluiten 1x stopcontact 4x cilinderkopschroef M4x10 zwart 4x moer M4 zwart 1x draad met oog groen/geel (17 cm) (kabel 31) 1x draad blauw (60 cm) (kabel 27) 1x draad zwart (60 cm) (kabel 27) Sluit de zwarte draad, zoals afgebeeld (achteraanzicht van het stopcontact), aan op de linkeraansluitklem. Sluit de blauwe draad aan op de rechteraansluitklem. Sluit de groen/gele draad met het oog aan op de middelste aansluitklem.
Draden netaansluiting/schakelaar-combinatie aansluiten 1x netaansluiting/schakelaar-combinatie 1x draad blauw (64 cm) (kabel 24) 1x draad zwart (64 cm) (kabel 24) Als u de netaansluiting/schakelaar-combinatie houdt, zoals in de afbeelding getoond, sluit dan de zwarte draad geheel links aan en de blauwe draad rechts daarnaast (aansluitklem N).
Draden op de voeding aansluiten 1x voeding 1x draad rood (37 cm) (kabel 28) 1x draad zwart (37 cm) (kabel 28) 1x draad blauw (55 cm) (kabel 26) 1x draad zwart (55 cm) (kabel 26) 1x draad met oog groen/geel (18 cm 2,5 mm2) (kabel 32) 1x draad met bandkabelconnector en oog groen/geel (15 cm) (kabel 23) Trek de transparante beschermkap van de aansluitklemmen van de voeding. Sluit de zwarte draad (55 cm) aan op de aansluitklem L van de voeding en de blauwe draad (55 cm) op aansluitklem N.
Voeding aansluiten Sluit de zwarte en blauwe draad aan op klemmen X37 (zie cirkel in afbeelding) van de hoofdprintplaat. Gezien zoals op de afbeelding, moet u de zwarte draad links en de blauwe rechts in het klemmenblok aansluiten. Bind de twee draden zo dicht mogelijk bij de aansluitklem (zie pijlen in afbeelding) samen met een kleine kabelbinder (99 mm). Sluit de rode en zwarte draad (elk 37 cm) aan op aansluitklem X1 van de hoofdprintplaat.
Ventilator voor de hoofdprintplaat inbouwen 1x ventilator 40x40 4x cilinderkopschroef M3x30 (zwart) 4x moer M3 (zwart) Monteer de ventilator met de 4 cilinderkopschroeven en de 4 moeren, zoals in de afbeelding, aan de binnenkant van het rechterzijpaneel. Let op dat de blaasrichting (op de ventilator aangegeven met een pijl) naar binnen gericht is. Monteer de ventilator bovendien zo dat de kabel naar de hoofdprintplaat, naar connector X1 wijst (zie volgende afbeelding).
Noodstopknop voorbereiden 1x noodstopknop 1x naamplaat "EMERGENCY STOP" 1x draad blauw (15 cm) (kabel 25) 1x draad zwart (15 cm) (kabel 25) Druk gelijktijdig aan beide zijden op de ontgrendeling en trek de noodstopknop uit elkaar. Draai de kunststof bevestigingsmoer tegen de wijzers van de klok in U moet de noodstopknop in deze volgorde weer monteren. los en neem de metalen ring weg.
Noodstopknop inbouwen en aansluiten Schuif eerst de naamplaat over de knop. Schuif het nokje in de geleidegroef van de knop. Steek de knop vervolgens in het gat. Schuif aan de binnenkant eerst de metalen ring over de knop, met de omgebogen hoeken naar de behuizing toe gericht. Schroef de knop vervolgens met de kunststof moer vast (vlakke kant naar de behuizing gericht). Zorg ervoor dat de naamplaat recht zit. Steek het elektrische deel weer op de knop. Steek de twee draden op de middelste contacten "NC".
c) Onderdelen aansluiten Extruders Sleepketting groot, 10 schakels Kabel 04, 05, 11, 12 en 14 Plaats de kabels in de sleepketting met het uiteinde zonder label (met kabelnummer) aan de kant van het eindstuk met de pal. Klik de sleepketting aan de extruder-wagen en trek de kabels zo ver Sluit de kabels aan op de passende connectors. uit de sleepketting dat u ze netjes op de connectors van de extru- Van voren gezien is extruder 0 (1ste extruder) de linkse. In de afbeelder-wagen kunt aansluiten.
Leg de leidingen netjes recht met kabelbinders (99 mm). Zoals eerder vermeld, mogen de kabels beslist niet strak staan! Van Belangrijk! De kabels naar de twee extruders en de ventilator mogen opzij gezien, ziet het er ongeveer uit zoals hierboven afgebeeld. beslist niet strak staan! U moet ze losjes leggen. Anders kan het tot problemen leiden tijdens de kalibratie. Leid de kabels voorzichtig onder de houderplaat door, langs de eindaanslagnok. Klik de sleepketting vervolgens in het nog vrije eindstuk.
Kabels vastzetten Breng aan beide eindstukken van de sleepketting een grote kabelbin- Steek de kabels met de losse uiteinden door de opening in de X-plaat, der (142 mm) aan als trekontlasting. achter de eindschakelaar naar beneden. Eindschakelaar voor de X-richting aansluiten. Steek kabel 07 aan de eindschakelaar op de X-plaat en voer de kabel ook door de opening in de X-plaat.
Z-eindschakelaar monteren (Z-min-eindschakelaar aan de X-plaat) 1x fotocel 2x cilinderkopschroef M2x6 1x kabel 10 Monteer de fotocel met de twee schroeven, zoals in de afbeelding, van onder af aan de fotocelhouder van de X-plaat. De aansluiting voor de kabel moet aan de achterkant zitten. Steek kabel 10 in de connector van de fotocel.
Basisinstelling van de Z-aanslag Draai de tandriem aan de basisplaat met de hand om de Y-plaat om- Stel de nok zo af dat als deze, als in de vorige afbeelding, in de hoog te bewegen. fotocel zit, de afstand tussen de extruder-spuitmond en de afstandsDraai totdat de Z-eindaanslagnok in de fotocel komt, zoals in de af- bussen een paar millimeter bedraagt. beelding. Let erop dat de nok midden in de fotocel komt en deze niet links of rechts raakt.
De LED-strook monteren 1x LED-strook met aansluitkabel (kabel 29) Lijn de LED-strook, zoals in de afbeelding, onder tegen de X-plaat, precies onder de geleiderail, nadat u de lijmvlakken heeft ontvet. De kabel moet bij de motor van de X-plaat uitkomen. Let op: De LED-strook mag de fotocelhouder niet raken. Leg de aansluitkabel van de LED-strook tegen de zijwand onder de motor langs en leid hem achter de metalen afstandhouders langs. Voer hem daarna met de andere kabels in de bundel naar beneden.
X-motor aansluiten 1x kabel 01 (X-motor) Kabels leggen en vastmaken Voer de kabelbundel door de opening in de achterkap in de voet van het apparaat (zie pijl linkerafbeelding) en zet hem met kleine kabelbinders (99 mm) vast aan een zelfklevende kabelhouder (zie pijl rechterafbeelding). 58 Sluit kabel 01 aan op de X-motor en voer hem samen met de kabels van de extruder-wagen, de kabels voor de X- en Z-eindschakelaars en de kabel van de LED-strook naar beneden.
Verwarmingsplaat en Y-eindschakelaar aansluiten 1x Sleepketting klein, 20 schakels 1x kabel 06 (verwarming) 1x kabel 08 (Y-eindschakelaar) 1x kabel 13 (temperatuur verwarmingsplaat) Plaats de kabels in de sleepketting met het uiteinde zonder label aan de kant van het eindstuk met het gat. Klik de sleepketting aan het eindstuk van de ondertafel en trek de Bevestig de connector voor de voeding van de verwarmingsplaat met kabels zo ver uit de sleepketting dat u ze netjes kunt leggen.
13 08 Sluit de aardkabel (groen/gele kabel met oog) met een cilinderkopschroef M3x10, een sluitring en twee tandringen aan op de bovenkant van de ondertafel. Let op: Deze verbinding vormt het contact tussen de behuizing en aarde en is daarom belangrijk voor de veiligheid. Let goed op de volgorde van de sluitringen en tandringen: Schroefkop > sluitring > tandring > oog > tandring > ondertafel (zie kleine afbeelding). Sluit kabel 08 aan op de connector van de Y-eindschakelaar en leg de kabel.
Y-motor aansluiten Sluit kabel 02 (Y-motor) aan op de connector van de Y-motor en maak Voer kabel 02 ook door de opening in de Y-plaat omhoog. de kabel met 2 grote aan elkaar gekoppelde kabelbinders (142 mm) vast aan de motor. Breng aan beide eindstukken van de sleepketting een grote kabelbin- Neem bij het onderste sleepkettingeindstuk aan de Y-plaat ook de der (142 mm) aan als trekontlasting. kabel van de Y-motor mee in de trekontlasting.
Eindschakelaar voor de Z-richting monteren en aansluiten (Z-max-eindschakelaar aan de Y-plaat) 1x kabel 09 1x printplaatje eindschakelaar 1x cilinderkopschroef M2x16 1x sluitring M2 Sluit de connector van kabel 09, aan de kant zonder label, aan op het printplaatje van de eindschakelaar. Monteer het printplaatje met de schroef en de sluitring, zoals afgebeeld, onder aan de eindschakelaarhouder van de Y-plaat. Schroef de schroef in het achterste gat.
Voer de kabels door het gat in het bedienkap naar beneden en klik het Breng als trekontlasting bij de sleepkettingeindstukken aan de Y-plaat nog losse deel van de sleepketting in het eindstuk aan de bedienkap. (bovenste afbeelding) en de bedienkap (onderste afbeelding) beide twee grote kabelbinders (142 mm) aan. Z-motor aansluiten Steek de connector van de Z-motor door de opening in de achterkap. Steek kabel 03 in de connector van de Z-motor.
Apparaatkabels aansluiten Sluit eerst de verwarming van het printbed (kabel 06) aan. De twee zwarte draden worden aangesloten op aansluitklem X38 (zie cirkel linkerafbeelding) van de hoofdprintplaat. Bevestig het oog van de aardkabel in kabel 06 met tandringen en een extra moer aan op de linkse bevestigingsschroef van de bedienkap. Let op: Deze verbinding vormt het contact tussen de behuizing en aarde en is daarom belangrijk voor de veiligheid.
Kabel Klem hoofdprintplaat Aangesloten component 01 X11 motor X-richting 02 X12 motor Y-richting 03 X16 motor Z-richting 04 (4-polig) X17 motor extruder 0 04 (2-polig rose/grijs) X4 verwarming extruder 0 04 (2-polig paars/zwart) X8 verwarming extruder 1 04 (2-polig rood/blauw) X24 extruder ventilator 05 X18 motor extruder 1 07 X13 eindschakelaar X-richting 08 X14 eindschakelaar Y-richting 09 X36 eindschakelaar Z-richting (Z-max-eindschakelaar aan de Y-plaat) 10 eind
11. Afrondende werkzaamheden Als u de motoren met de hand beweegt, kan het gebeuren dat het display oplicht. Dit is geen storing. Het display licht op door een inductiespanning ten gevolge van het bewegen van de motoren. Verwarmingsplaat monteren en aansluiten Leg de verwarmingsplaat op de afstandsbussen van de ondertafel en Belangrijk! Let er op dat u de printplaat met het keramische glas sluit de connectors van kabel 06 en 13 aan.
Bodemafdekplaat monteren Fixeer de verwarmingsplaat met de twee kunststof veiligheidsschroeven (vleugelmoeren PA6.6 natuur M4x6 mm meegeleverd) zodat deze niet uit het apparaat valt als u dit kantelt. 1x bodemafdekplaat 4x cilinderkopschroef M3x6 4x rubberpoot Draai de rubberpoten uit de houders. Plaats de bodemafdekplaat met de opstaande rand naar buiten. Plaats hiervoor de plaat eerst met een kant aan de achterzijde van het apparaat en kantel de plaat dan in de behuizing.
Typeplaat en waarschuwingsstickers opplakken Plak de typeplaat, zoals afgebeeld, tussen de schroeven van de voe- Plak de zilverkleurige waarschuwingssticker, zoals in de afbeelding, ding op de behuizing. goed zichtbaar op de printer. Plak de sticker "Max. 800 W" op het klepje van het stopcontact. Ontvet vooraf de lijmvlakken. Ontvet vooraf de lijmvlakken.
12. Eerste gebruik Verwijder, voordat u het apparaat de eerste keer gebruikt, alle transportbeveiligingen en beveiligingen die u tijdens de montage of voor het verplaatsen heeft aangebracht Vergeet ook niet de kunststof vleugelmoeren waarmee u de verwarmingsplaat heeft gefixeerd.
b) Ventilatorhouder en werking Z-eindschakelaar controleren • Controleer, voordat u de printer in gebruik neemt, eerst de ventilatorhouder aan de extruder-wagen (zie afbeelding boven). Zorg er beslist voor dat de ventilatorhouder de extruders niet raakt en dat de ventilators de X-plaat niet raken (zie pijlen in beide afbeeldingen). Als er wel contact is op een van de twee plaatsen, schroef dan de ventilatorhouder los en stel deze bij. • Controleer ook beslist de werking van de Z-eindschakelaar.
d) Spanning aanbrengen en eerste keer inschakelen Het stopcontact waarop de 3D-printer wordt aangesloten, moet zich in de buurt van het apparaat bevinden en gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat u in geval van storingen snel en eenvoudig de stekker uit het stopcontact kunt trekken. Zorg ervoor dat de netkabel niet in aanraking komt met andere kabels. Ga voorzichtig om met netkabels en netaansluitingen. Netspanning kan een levensgevaarlijke elektrische schok opleveren.
13. Bediening op de printer a) Beschrijving functie bedieningstoetsen 3 1 4 2 5 6 (1) Pijltjes voor navigeren in menu ("links" / "rechts" / "omhoog" / "omlaag") Met het pijltje links kunt u ook de LED-verlichting op wit licht schakelen. Als u nogmaals op de toets drukt, wordt de vorige kleur weer hersteld.
c) Uitgebreid hoofdmenu Het hoofdmenu kent naast de hoofdweergave (zie "Beschrijving van het hoofdmenu") nog 3 andere weergaven. U kunt deze oproepen met de pijltjestoetsen "omhoog" en "omlaag" (1). U stapt zo door de verschillende weergaven. Als u bijvoorbeeld 4 keer op de toets "omlaag" drukt, krijgt u het hoofdmenu weer terug. 1x toets "omlaag" (1) ingedrukt. 2x toets "omlaag" (1) ingedrukt.
Home All Home X Home Y Home Z Position X X: 0.00 mm Endstop min:On/Off Endstop max:N/A Single Move/1 mm/10 mm/50 mm/Single Steps Position Y Y: 0.00 mm Endstop min:On/Off Endstop max:N/A Single Move/1 mm/10 mm/50 mm/Single Steps Position Z Z: 0.00 mm Endstop min:On/Off Endstop max:On/Off Single Move/1 mm/10 mm/50 mm/Single Steps Position Extruder E: 0.00 mm 1 click = 1 mm Position Temp. Bed: 0°C Temp. 0 : 0°C Temp.
Configuration Acceleration Print X: 1000 Print Y: 1000 Print Z: 100 Move X: 1000 Move Y: 1000 Move Z: 100 X/Y-Jerk : 10.0 Z-Jerk : 0.1 Feedrate Max X: 500 Max Y: 500 Max Z: 50 Home X: 165 Home Y: 165 Home Z: 10 Z Calibration Scan Scan PLA Scan ABS Z-Offset Position Z Set Z Matrix: 1 (1-9) Restore Defaults Z: 0 um Z: 0.
Positie Home All Alle assen naar de home-positie sturen Home X X-as naar de home-positie sturen Home Y Y-as naar de home-positie sturen Home Z Z-as naar de home-positie sturen Position X X: 0.
SD Card Print File Delete File Bestand van SD-kaart printen Bestand van SD-kaart wissen (hierna kunt u kiezen welk bestand u wilt wissen) Configuration General Baudrate:115200 Instellen communicatiesnelheid met computer Stepper off Tijdsinstelling, hoelang het duurt voordat motors in stand-by worden uitgeschakeld All off Tijdsinstelling, hoelang het duurt voordat motors en verwarmingen in stand-by worden uitgeschakeld Beeper: On/Off Schakelt de piepjes voor de toetsen in of uit Mode: Pr
14. Kalibreren a) Algemene informatie over het kalibreren Let op! Raak in geen geval de hete extruder of de hete verwarmingsplaat aan! Hierdoor bestaat gevaar voor verbranding! Tijdens het opwarmen kan er enige rook of damp ontstaan. Dat is normaal. Zorg voor voldoende ventilatie. Als u kalibreert, mag er geen filament in de extruders zitten, want dat verstoort de meetwaarden. Als er al filament in de extruders zit, dan moet u die volledig uit beide extruders verwijderen, voordat u gaat kalibreren.
b) Afstand tussen spuitmond en verwarmingsplaat instellen Voor het kalibreren wordt alleen de linkse extruder (van voren gezien) (extruder 0) gebruikt. Stel de afstand tussen spuitmond en verwarmingsplaat daarbij in op 0,3 mm. Belangrijk! U meet de kleinste afstand tussen spuitmond en verwarmingsplaat in koude toestand. Dus als de extruder of de verwarmingsplaat vooraf was opgewarmd, laat deze dan eerst volledig afkoelen.
De printer tot insteltemperatuur opwarmen Zet de printer weer aan. Beweeg, zodra het hoofdmenu verschijnt, Ga met de pijltjestoetsen (1) naar de menu-optie "Extruder" met de toets "omlaag" (3) de verwarmingsplaat een paar centimeter naar beneden. Druk vervolgens op OK. Druk op OK. Druk nogmaals op OK om "Temp. Bed" te selecteren. Stel met de pijltjestoetsen de temperatuur voor de verwarmingsplaat Druk op OK. in.
Druk twee keer op pijltjestoets "links" om terug te gaan naar het Wacht totdat de actuele temperatuur van de linkse extruder en de hoofdmenu. verwarmingsplaat de ingestelde waarde heeft bereikt. Laat beide daarna nog 10 minuten doorverwarmen, totdat de temperatuur van de verwarmingsplaat stabiel is, deze door en door warm is en de extruder volledig is uitgezet. Druk vervolgens op OK. Ga met de pijltjestoetsen naar de menu-optie "Position" Druk op OK.
De linkse extruder instellen (extruder 0) Pak het kalibratieblad (0,3 mm) (optie) of een 0,3 mm blad van de voelmaat en schuif dat voorzichtig tussen de linkse extruder en de verwarmingsplaat. Let op, de linkse foto is van achter genomen. Daarom zit extruder 0 in deze foto rechts. Voordat u de schroef van de extruder weer vastdraait, moet de linkse extruder losjes op kalibratieblad (0,3 mm) rusten en moet de rechtse extruder helemaal bovenin zitten (aanslag extruder-houder).
c) Heat Bed Scan voor PLA of ABS uitvoeren Onder elke afbeelding kunt u lezen welke toets u moet indrukken of wat u moet instellen als u de desbetreffende weergave ziet. Begin van de Heat Bed Scan Druk in het hoofdmenu op OK (2). Ga met de pijltjestoetsen (1) naar menu-optie "Configuration". Druk op OK. Kies met de pijltjestoetsen "Z Calibration". Druk op OK. Ga met de pijltjestoetsen naar menu-optie "Scan PLA" of "Scan ABS" (afhankelijk voor welk materiaal u de scan wilt uitvoeren).
Vervolgens begint automatisch de Heat Bed Scan. Rechtse extruder uitlijnen en de huidige afstand tussen spuitmond en verwarmingsplaat bij printtemperatuur bepalen. Als het meten is voltooid, gaan de verwarmingsplaat en de extruder-wagen terug naar de home-positie en van daaruit naar het midden van de verwarmingsplaat. Op het display verschijnt "Align Extruders". Dat betekent dat u de tweede extruder moet uitlijnen. De printer stuurt de Z-as naar de home-positie. De printtafel zakt wat.
d) Snelle Heat Bed Scan uitvoeren Onder elke afbeelding kunt u lezen welke toets u moet indrukken of wat u moet instellen als u de desbetreffende weergave ziet. Verwarmingsplaat en extruders opwarmen Druk in het hoofdmenu op OK (2). Kies met de pijltjestoetsen (1) "Extruder". Druk op OK. Druk op OK om "Temp. Bed" te selecteren. Stel met de pijltjestoetsen "100 °C" in. Druk op OK. Selecteer met de pijltjestoetsen "Temp. 0". Druk op OK. Stel met de pijltjestoetsen "120 °C" in. Druk op OK.
Selecteer met de pijltjestoetsen "Temp. 1". Druk op OK. Stel met de pijltjestoetsen "120 °C" in. Druk op OK. Druk twee keer op pijltjestoets "links" om terug te gaan naar het Wacht tot de actuele temperatuur van de extruder op het display 120 hoofdmenu. °C is en die van de verwarmingsplaat 100 °C. Laat beide daarna nog 10 minuten doorverwarmen, totdat de temperatuur van de verwarmingsplaat stabiel is, deze door en door warm is en de extruder volledig is uitgezet. Druk vervolgens op OK.
Druk op OK om "Scan" te selecteren. In de statusveld van het hoofdmenu ziet u "Heat Bed Scan". De geDruk 3 keer op pijltjestoets "links" om terug te gaan naar het hoofd- ometrie van de verwarmingsplaat wordt nu automatisch opgemeten. menu. Deze procedure duurt even. Rechtse extruder uitlijnen Als het meten is voltooid, gaan de verwarmingsplaat en de extruder-wagen terug naar de home-positie en van daaruit naar het midden van de verwarmingsplaat.
15. Filament plaatsen, verwijderen en vervangen a) Filament plaatsen - mechanische deel Schuif de filament-rollen op de as van de filament-houder. De fila- Druk aan de buitenkant op de kogellagerhouder en steek het filament ment-rollen moeten vrij kunnen bewegen. door de kogellagerhouder. Schuif het filament langs de toevoermotor tot aan de aanslag in de Zet de printer aan, als deze nog niet aanstaat, en laat de verwarextruder.
b) Filament plaatsen via het menu op de printer Als u het filament wilt plaatsen, verwijderen of verwisselen, moet u de desbetreffende extruder opwarmen, zodat u het filament recht in de extruder kunt plaatsen of verwijderen.
Druk op OK. Ga met de pijltjestoetsen naar "Active Extruder". Druk op OK. Kies als actieve extruder de tweede (Extruder 1). Ga met de pijltjestoetsen naar menu-optie "Temp. 1". Druk op OK. Stel met de pijltjestoetsen 200 - 230 °C (bijvoorbeeld voor PLA) in. Druk op OK. Druk twee keer op pijltjestoets "links" om terug te gaan naar het hoofdmenu. Wacht tot de extruder volledig is opgewarmd.
Daarmee is het filament geplaatst. Druk twee keer op pijltjestoets "links" om terug te gaan naar het hoofdmenu. Belangrijk! Bij de tweede extruder moet u beslist extruder 1 als actieve extruder kiezen. U kunt het filament ook plaatsen met de functie "Load Filament". c) Filament verwijderen en vervangen Houd het filament vast als het uit de extruder naar buiten komt. Anders kan het wegspringen en letsel veroorzaken.
16. Eerste print van voorbeeldobject op de SD-kaart Tijdens het opwarmen kan er enige rook of damp ontstaan. Dat is normaal. Zorg voor voldoende ventilatie. Als u print met PLA-filament, bekleed de verwarmingsplaat dan met bepleisteringstape of afplakband. Hierdoor hecht het object beter. Er is ook speciale tape te koop die specifiek hiervoor bedoeld is. U kunt in plaats daarvan ook haarlak of een speciale lijmstift gebruiken. De printbestanden staan op de meegeleverde SD-kaart in de map GCODE.
Eerst wordt de verwarmingsplaat opgewarmd. Daarna gaan de assen naar de home-positie en wordt de extruder opgewarmd. Het printen begint zodra de extruder op temperatuur is. U kunt aan de hand van de temperatuurweergave in de bovenste regel van het display volgen hoever het opwarmproces is gevorderd. In de onderste regel kunt u de voortgang van het printen volgen.
Print langdurige prints, voor stabiel bedrijf, vanaf de SD-kaart. Als u via de computer print, kan het voorkomen dat de USB-interface opnieuw gestart wordt en het printen daardoor stopt. Dit kan gebeuren als de PC opnieuw opstart of de USB-controller opnieuw gestart wordt. Het kan ook door een virusscanner worden veroorzaakt. Op onze website www.conrad.com vindt u op de downloadpagina van de printer een printbestand "Spulen Aufnahme" dat u kunt downloaden.
18. Software "Repetier-Host" a) Algemene informatie over de software Het voert helaas te ver om in deze handleiding de volledige werking van de software uit te leggen. Raadpleeg daarvoor de ingebouwde online-help en informatie op www.repetier.com. We beschrijven hier de basisbediening en de stappen die nodig zijn voor de eerste print. Zo boekt u snel en probleemloos resultaat.
c) Aangesloten printer koppelen Start het programma Repetier-Host en klik rechtsboven op "Printer Instellingen". (1) Selecteer bovenin het nieuwe scherm de printer "RF2000_3D". (2) Stel de poort in en controleer de baudrate. Als u onder (1) de juiste printer heeft gekozen, is de baudrate (3) al correct ingesteld op "115200". Het poortnummer (2) is afhankelijk van het systeem. Normaal gesproken is met de nieuwste versie van de software (1.6.2 of hoger) de instelling "Auto" in orde.
Klik in het hoofdscherm linksboven op "Koppelen". Na enkele seconden wordt het symbool groen en verandert het bijschrijft in "Verbreken" De printer is aan de software gekoppeld. U kunt nu enkele handmatige instellingen uitproberen.
d) Handmatige bediening via de software Klik in het hoofdscherm op de tab "Handmatige Besturing" (1). Zorg er beslist voor dat de eindschakelaar voor de Z- en Y-as zijn ingesteld voordat u de handmatige besturing uitprobeert. Bij een kant-en-klaar apparaat is de eerste basisinstelling al in de fabriek uitgevoerd. Controleer deze voor de zekerheid nogmaals. Als u dit nalaat, kan de 3D-printer beschadigd raken (garantie vervalt).
e) Een printobject positioneren in de software Klik in het hoofdscherm in de tab "Object Plaatsing" op het "+"-symbool. Kies het gewenste bestand en druk op OK. U kunt het bestand ook eenvoudigweg in de software slepen. Het 3D-object "valt" in het hoofdscherm op de verwarmingsplaat. U kunt de volgende bestandstypen openen: *.stl (STL-bestanden) *.obj (OBJ-bestanden) *.3ds (3D-Studio-bestanden) In de map "STL" op de meegeleverde SD-kaart vindt u enkele voorbeelden voor uw eerste pogingen.
Korte omschrijving van de belangrijkste knoppen in de tab "Object Plaatsing". (1) Object opslaan (2) Object toevoegen (hierboven beschreven); u kunt meerdere objecten toevoegen (3) Objecten kopiëren voor meermaals printen (in een vervolgscherm kunt u opgeven hoeveel kopieën) (4) Object op de plaat centreren (5) Object spiegelen (6) Object wissen (7) Object schalen Met de schaalfunctie kunt u de maatvoering van het geprinte object compenseren.
Een 2-kleuren printobject positioneren Voor het printen van een tweekleuren-object worden normaal gesproken twee 3D-bestanden gebruikt. Op de SD-kaart vindt u bijvoorbeeld een 2-kleurige dobbelsteen in "Cube_1.stl" en "Cube_2.stl". Het ene bestand voor de 1-ste extruder, andere bestand voor de 2-de extruder. Voeg, zoals hiervoor beschreven, eerst het ene bestand toe en daarna het andere. Centreer dan de beide printobjecten.
f) Printen voorbereiden Voordat het object geprint kan worden, moet het eerst in afzonderlijke printlagen worden gesneden. Dit proces noemt men "slicen". Het geplaatste printobject slicen (1) Selecteer de geschikte slicer-instellingen voor uw print.
Als het printbestand is berekend, verschijnt het in het grafische venster. Rechts daarvan ziet u een beknopt overzicht van de print. Deze laagweergave is bedoeld om fouten op te sporen. Geheel links op het scherm ziet u een werkbalk, waarmee u de weergave kunt bedienen. In de online help van de software vindt u een nadere beschrijving van de functies. Als u rechtsboven op "Edit G-code" klikt, opent u de G-code-editor met de gegenereerde G-code (beschrijving van de lagen).
Een 2-kleuren printobject voorbereiden Selecteer in dit geval instellingen die op een "D" (Dual Extruder) eindigen (bijv. "RF2000_PLA300_200_04_D"). Als aan het begin van het slicen de melding van de strekking "Minstens één drukobject ligt buiten het printbereik" verschijnt, klik dan beslist op "Nee". Deze dobbelsteen is ook zeer goed geschikt om de extruder-offset voor X en Y in te stellen. U vindt de functie "Extruder Offset X" en "Extruder Offset Y" in het menu onder "Configuration" - "General".
g) Print Het zo ontstane printbestand kan nu worden geprint. U heeft twee mogelijkheden: • U kunt het printbestand opslaan op een SD-kaart om het daarna stand-alone te printen. Klik daarvoor op "Save to File" (1). Hiermee slaat u het object op als .gcode-bestand. Dit is hetzelfde als wanneer u het bestand opslaat in de G-code-editor (diskettesymbool). De G-code wordt dan exact zo opgeslagen in het bestand. • U kunt het bestand ook rechtstreeks via USB van de computer naar de 3D-printer sturen en zo printen.
U kunt het grafische scherm omschakelen naar Temperatuur Curve. Dit is een grafische weergave van de temperaturen en het verloop ervan. Tijdens de eerste centimeter van de print kunt u de afstand tussen de verwarmingsplaat en de extruders nog handmatig bijstellen met de toetsen voor de verwarmingsplaat (3). Houd de toetsen voor de verwarmingsplaat (3) in geen geval ingedrukt, maar druk er slechts kort op! Zorg er beslist voor dat de extruder de verwarmingsplaat niet raakt.
Zet hierbij absoluut geen kracht op de verwarmingsplaat. De verwarmingsplaat kan breken (garantie vervalt)! Print langdurige prints, voor stabiel bedrijf, vanaf de SD-kaart. Als u via de computer print, kan het voorkomen dat de USB-interface opnieuw gestart wordt en het printen daardoor stopt. Dit kan gebeuren als de PC opnieuw opstart of de USB-controller opnieuw gestart wordt. Het kan ook door een virusscanner worden veroorzaakt. Op onze website www.conrad.
Print Settings 1 2 3 4 5 (1) Laaghoogte (nauwkeurigheid/resolutie van het printobject) (2) Laaghoogte van de eerste laag (van invloed op aanpassing en hechting aan de plaat. Stel de eerste laag iets dikker in dan de andere lagen) (3) Aantal buitenlagen (4) Vink deze optie aan voor holle objecten (bijv. een vaas) (5) Aantal massieve lagen boven/onder 1 2 (1) Vulgraad (0-100%) We adviseren een vulgraad tussen 10% en 40%.
1 2 (1) Loops zijn cirkels die bij begin van het printen om het object worden getrokken om de filament-stroom te stabiliseren voordat het eigenlijke printen begint. Hier geeft u het aantal, de afstand tot het object de hoogte en de minimale lengte op. (2) Een "brim" is een dunne rand die direct om het object geprint wordt om het grondvlak te verhogen en de hechting aan de plaat te verbeteren. Hier geeft u de breedte van de rand op.
Hier stelt u alle snelheden in of bij. Verander de waarden slechts in kleine stapjes. Hier kent u de extruders toe. U kunt een van de extruders bijvoorbeeld alleen voor de "Infill" gebruiken.
Hier vult u de extrusiebreedte in voor alle verschillende printvarianten. De extrusiebreedte is de breedte van de kunststofdraad uit de extruder. U kunt deze waarde bijv. voor de eerste laag verhogen, zodat de onderkant van het object dichter wordt.
Filament Settings 1 2 (1) Hier voert u de diameter van het filament en de tolerantie ervan in, zoals opgegeven door de fabrikant. Als u geen gegevens van de fabrikant heeft, kunt u de waarden ook opmeten met een schuifmaat (meet 1 meter filament op 10 plaatsen op en neem het gemiddelde). (2) Temperatuur van de extruder en de verwarmingsplaat, gescheiden voor de eerste en alle andere lagen. Neem de aanbevolen waarden van de fabrikant in acht! De optimale waarden variëren sterk per fabrikant.
Printer Settings 1 2 (1) Geometrie van de verwarmingsplaat (2) Aantal extruders 1 2 (1) De Start G-code bevat de commando's die 3D-printer bij aanvang van de print uitvoert. Hier kunt u bijvoorbeeld de Z-compensatie starten. Het commando voor de Z-compensatie zou bijvoorbeeld kunnen zijn: M3006 S-100 (-100 betekent hier 100 µm oftewel 0,1 mm) Als er een minteken voor de waarde staat, dan wordt de afstand tussen spuitmond en verwarmingsplaat kleiner. Bij een plusteken juist groter.
Hieronder ziet u een stukje G-code waarmee u de LED-verlichting bestuurt. U kunt deze code desgewenst opnemen in de Start G-code of de End G-code. U kunt ook delen ervan gebruiken. De tekst achter de ; is commentaar. Hier staat wat de software doet. De RGB-besturing moet in het menu "Quicksettings" op "Manual" staan.
i) Nog een Slic3r-versie opzetten In dit hoofdstuk komt aan de orde hoe u een extra versie van de slicer "Slic3r" opzet. Dit kan nodig zijn als u nog een oudere versie van de slicer gebruikt of als er tussentijds een nieuwe versie uitkomt. • Download eerst de gewenste versie van Slic3r. U vindt deze op http://slic3r.org/download. Klik daar op de knop "Windows". Als u een oude versie wilt downloaden, klik dan op de map "old/". Download het gewenste bestand.
• Kies in het dropdownmenu "Slicer" de slicer die u wilt koppelen. In ons voorbeeld is dat de standaardkeuze "Slic3r". • Vul in het veld "Naam" de gewenste naam in en klik op de knop "Voeg slicer toe". 6 1 3 2 4 5 • Selecteer de nieuwe Slic3r door erop te klikken (1). • Klik rechts op de knop "Bladeren..." (2). • Ga in het nieuwe venster naar de map met de nieuwe Slic3r-versie en selecteer het programmabestand, in ons voorbeeld "slic3r.exe" door erop te dubbelklikken. Het bestand verschijnt in veld (3).
• Selecteer nu in de tab "Slicer" uit het dropdownmenu de nieuw toegevoegde slicer. De instellingen "Print Instellingen", "Printer instellingen" en "Filament Instellingen" zijn hetzelfde voor beide versies van Slic3r. U kunt via het configuratiemenu "Manager" natuurlijk ook een andere slicer opnemen. Het configuratieproces verloopt vergelijkbaar, maar is natuurlijk toegesneden op de specifieke slicer.
19. Uitgebreide kalibratie a) Hoogste punt van de verwarmingsplaat bepalen Als u de Heat Bed Scan eenmaal heeft uitgevoerd, kunt u met Repetier-Host de matrix van de verwarmingsplaats uitlezen. Uit de waarden in de matrix kunt u bepalen waar de afstand tussen de verwarmingsplaat en de spuitmond het kleinste is. Deze informatie kunt u dan in principe voor alle volgende scans gebruiken, mits er niets aan de verwarmingsplaat verandert.
• Klik op de tab "Handmatige Besturing". • Voer in het veld "G-code" het commando "M3013" (zonder aanhalingstekens) in en klik op de knop "Versturen". Het commando "M3013" presenteert de waarde in steps. Als u in plaats daarvan het commando "M3013 P1" verstuurt, worden de waarden weergegeven in mm. • In het logvenster ziet u de waarden van de matrix. • De eerste rij getallen (;7;0;20;40;...180) bevat vanaf het tweede getal de X-posities, uitgedrukt in mm.
Naar de offset-positie gaan • Stuur eerst alle assen naar de home-positie. Klik daarvoor op het huis-symbool zonder letter (rode vak). Als de getallen in de velden X, Y en Z rood zijn, zijn de assen nog niet naar de home-positie gestuurd. De software weet dan niet waar de assen momenteel staan. Als de assen naar de home-positie gestuurd, wordt de kleur zwart. • Stuur de X-as nu naar de hiervoor bepaalde X-positie.
• Stuur nu de Y-as nu naar de hiervoor bepaalde Y-positie. • Voer daarvoor het commando "G1 Y90" in (zonder aanhalingstekens) in het veld "G-Code" en klik op "Versturen". Vervang in het commando het getal 90 uit ons voorbeeld door uw Y-waarde. De printer stuurt de Y-as naar deze positie. In ons voorbeeld naar Y-positie 90. Als de as deze positie heeft bereikt, staat in het veld Y de actuele positie. In ons voorbeeld 90,00.
b) Fijnafstelling filament-toevoer In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de filament-toevoer nauwkeurig kunt afstellen, bijvoorbeeld om de tolerantie van het toevoerwiel te compenseren. In ons voorbeeld kalibreren we de linkse filament-toevoer. Voorbereiding • Installeer, als u dat nog niet gedaan heeft, de Repetier-Host software met de drivers en sluit de printer aan op de computer (zie hoofdstuk "18. Software "Repetier-Host"). • Stel zo nodig de COM-poort in en koppel de printer.
• Als u het filament heeft afgetekend, voer dan exact 50 mm filament toe. Beweeg daarvoor met de muis over de pijl linksonder bij de extruder (zie rode pijl). Als u met de muis helemaal onderaan de knop bent (zie punt van de rode pijl) en in het middenvlak 50 staat, klik dan één keer op de muisknop. • De filament-motor voert nu precies 50 mm filament toe en stopt dan weer.
Correctie toevoer berekenen U berekent de daadwerkelijk toegevoerde lengte met de volgende formule: totale lengte [mm] 100 mm - resterende lengte [mm] - 48 mm = daadwerkelijk toegevoerde lengte [mm] = 52 mm U berekent de nieuwe waarde voor "Steps per mm" als volgt: Toegevoerde lengte [mm] / Daadwerkelijk toegevoerde lengte in mm * Huidige waarde Steps per mm = Nieuwe waarde Steps per mm 50 mm / 52 mm * 280,000 = 269,231 • Als u de waarde geeft uitgerekend, open dan de EEPROM-configurati
c) Fijnafstelling beide extruders Voor een perfecte tweekleuren-print kan het nodig zijn de afstand tussen de twee extruders bij te stellen. Deze afstand wordt ook wel extruder-offset genoemd. Als de ingestelde offset niet overeenkomt met de mechanische werkelijkheid, komen de lagen van extruder 0 en extruder 1 niet 100% overeen. In de firmware zijn twee instellingen beschikbaar. U vindt de instellingen in menu "Configuration" - "General".
Bepaalde waarden invoeren Ga op de printer naar het menu "Configuration" en vervolgens naar de optie "General". Ga naar "Extruder Offset X" en druk op OK (2). Stel de nieuwe waarde voor Offset X in met de pijltjestoetsen "omhoog" en "omlaag" (1). Bevestig uw keuze met OK (2). Ga naar "Extruder Offset Y" en druk op OK (2). Stel de nieuwe waarde voor Offset Y in met de pijltjestoetsen "omhoog" en "omlaag" (1). Bevestig uw keuze met OK (2).
d) Temperatuur verwarmingsplaat corrigeren U kunt in de firmware de temperatuur van de verwarmingsplaat aanpassen. U meet hiervoor bij verschillende temperatuurinstellingen de daadwerkelijke temperatuur aan het oppervlak van de verwarmingsplaat. De gemeten temperaturen voert u vervolgens weer in in de firmware. Zo kan de printer de temperatuur automatisch aanpassen. Controleer, voordat u begint, of er een nieuwe versie van de firmware beschikbaar is.
20. Firmware-update Er verschijnen steeds weer updates voor de firmware van de hoofdprintplaat met verbeteringen voor de 3D-printer. Als u de printer aanzet, verschijnt de versie van de momenteel geïnstalleerde firmware kort bovenin het display. U vindt firmware-updates op https://github.com/RF1000/Repetier-Firmware. Hier vindt u de nieuwste firmware voor de RF1000 en de RF2000. U kunt kiezen tussen twee zogenaamde "branches": "Master" is de nieuwste vrijgegeven versie van de firmware.
1 3 2 • Kies in het menu "Tools" (1) de optie "Processor" (2) en kies type "ATmega2560 (Mega 2560)" (3). 1 2 3 • Kies in het menu "Tools" (1) de optie "Port" (2) en kies de juiste poort (3). Het poortnummer is afhankelijk van het systeem. U kunt het opzoeken in de device manager (apparaatbeheer) op uw computer onder Poorten (COM en LPT).
1 2 • Kies in het menu "File" de optie "Open..." en selecteer het bestand "Repetier.ino" uit de firmware-map die u zojuist heeft gedownload. U vindt het bestand "Repetier.ino" in: "Repetier-Firmware-master\RF2000\Repetier" • Er verschijnt een nieuw venster. • Klik in het nieuwe venster op de knop met de pijl naar rechts om de nieuwe firmware op de 3D-printer te uploaden. Als het uploaden is gestart, mag u de USB-verbinding met de printer niet verbreken. Dit kan tot onherstelbare schade leiden.
21. Onderhoud a) Algemeen Controleer regelmatig de technische veiligheid van de 3D-printer, bv. op beschadiging van de netkabel of de behuizing. Wanneer u het vermoeden heeft dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, moet het apparaat buiten bedrijf worden gesteld en moet ongeoorloofd gebruik worden voorkomen.
Methode 3: Als de vorige procedure ook niet het gewenste resultaat had, warm de extruder dan op tot printtemperatuur (PLA = 230 °C, ABS = 270 °C). Als de temperatuur is bereikt, laat dan wat filament extruderen. Laat vervolgens de extruder afkoelen. Bij PLA tot ca. 90-110 °C en bij ABS tot ca. 110-130 °C. De juiste temperatuur hangt sterk af van het gebruikte filament. Herhaal de procedure zo nodig voor verschillende temperaturen.
d) Spanning van de riem controleren • Controleer nu en dan de spanning van de aandrijfriemen. • Span ze zo nodig wat strakker aan. Stel de riemspanner zo in dat de tandriem nog gemakkelijk met twee vingers 180° te verdraaien is. Span de tandriemen in ieder geval niet te strak. Als een riemspanner buigt, moet u de riemspanning beslist verlagen. Methode om de riemspanning nauwkeurig in te stellen U heeft een gewicht van 1 kg nodig, bijvoorbeeld een fles die zover met water is gevuld, dat het gewicht 1 kg is.
30 mm Kantel de printer en leg hem aan de rand van de tafel op de rechter- Meet, zoals in de afbeelding, de afstand tussen de twee kanten van zijkant. Bevestig het gewicht met het koord aan de onderkant (in deze de tandriem. Stel de riemspanner zo in dat de afstand tussen de riepositie) van de tandriem voor de Y-richting. men (aan de buitenkant gemeten) 30 mm is. Zorg dat de extruder-wagen, zoals in de afbeelding, boven blijft.
e) Spuitmond vervangen Let op: verbrandingsgevaar. Raak de hete spuitmond in de extruder niet rechtstreeks aan. • Warm voor het vervangen van de spuitmond de extruder op tot de juiste temperatuur voor het geplaatste filament. • Als de temperatuur is bereikt, neemt u het filament uit, zoals beschreven in het hoofdstuk "15. c) Filament verwijderen en vervangen". • Schroef de spuitmond (1) met de meegeleverde 10 mm steeksleutel (2) van de extruder.
Afbeelding van de meegeleverde spuitmonden De volgende afbeeldingen zijn bedoeld om de spuitmond te controleren als de printkwaliteit niet goed is of als er te weinig filament wordt geëxtrudeerd. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat de punt van de spuitmond door een verkeerde instelling tijdens het printen de verwarmingsplaat raakt en daardoor dichtgeslepen of beschadigd is.
22. Problemen oplossen Met deze 3D-printer heeft u een product aangeschaft dat is gebouwd volgens de laatste stand van de techniek. Er kunnen desondanks problemen en storingen optreden. Daarom geven we hier een aantal tips hoe deze storingen kunnen worden verholpen. Houd u beslist de veiligheidsinstructies! De 3D-printer werkt niet nadat u hem aanzet. Het display en de verlichting van de printkamer gaan niet aan. • Controleer of het netsnoer goed is aangesloten. • Controleer het stopcontact.
• Misschien staan de rekstroken gespannen. U kunt dat als volgt controleren (er mag geen filament geplaatst zijn). Noteer de meetwaarde van de rekstroken. Dat is de waarde "F" (6) in het hoofdmenu, uitgedrukt in "digit". Druk van boven en onder en van links en rechts tegen de extruder-wagen en tegen de houder voor de rekstroken en de extruder. De waarde op het display is veranderd, maar moet ongeveer naar dezelfde waarde teruggaan. Het verschil met de waarde voor het duwen mag niet groter zijn dan 10 digit.
Het printobject hecht niet aan de verwarmingsplaat: • De temperatuur van de verwarmingsplaat is onjuist. Experimenteer met de temperatuurinstellingen in stappen van 5 °C voor een optimaal printresultaat. • Als u lastige objecten print, is het verstandig om de verwarmingsplaat vooraf 15 minuten lang door en door warm te laten worden. • Controleer of het verwarmingselement (rood schuimplastic) goed aan de keramische verwarmingsplaat vastzit. Het mag niet loszitten, ook niet gedeeltelijk.
23. Gebruik • Steek de stekker nooit in het stopcontact direct nadat het apparaat vanuit een koude naar een warme ruimte is gebracht. Het daarbij ontstane condenswater kan in bepaalde omstandigheden het apparaat onherstelbaar beschadigen. Laat het apparaat eerst op kamertemperatuur komen. Wacht totdat het condenswater is verdampt. • Trek de stekker nooit aan de kabel uit het stopcontact, maar altijd bij de daarvoor bestemde vlakken aan de stekker zelf.
26. Bijlage a) Bekabelingsschema hoofdprintplaat Gebruikte afkortingen 230V SCHALTER = Hier wordt de kabel afkomstig van de netaansluiting/stekker-combinatie aangesloten. EXT. = Extruder DMS = Rekstroken Z-MAX-ENDSCHALTER = Eindschakelaar die onder aan de Y-plaat is gemonteerd Z-MAX-ENDSCHALTER = Eindschakelaar die onder aan de X-plaat is gemonteerd (fotocel) De nummers komen overeen met de aanduiding op de verschillende kabels.
c) Printerinstellingen opgeven Dit hoofdstuk is uitsluitend bedoeld voor gebruikers die niet de custom-versie van de software hebben geïnstalleerd. Als u wel de custom-versie heeft geïnstalleerd (herkenbaar aan de afbeelding van de RF1000 3D-printer bij het opstarten), kunt u dit hoofdstuk overslaan. Het is dan uitsluitend ter informatie. Start het programma Repetier-Host en klik rechtsboven op "Printer Instellingen".
Klik op de tab "Printer". Neem 1-op-1 de instellingen over uit de volgende afbeelding en klik op "Toepassen". Klik op de tab "Extruder". Neem 1-op-1 de instellingen over uit de volgende afbeelding en klik op "Toepassen".
Klik op de tab "Printer Soort". Neem 1-op-1 de instellingen over uit de volgende afbeelding en klik op "Toepassen". Klik op de tab "Scripts". Hier kunt u bijvoorbeeld speciale startcode of eindcode invoeren. Als u de slicer-instellingen zelf configureert, voer dan onder "Uitvoeren na afbreken" de volgende tekst in: ; Output Object M400 M3079 M400 ;Steppers off M84 ;Acceleration to default...
d) Status- en foutmeldingen Sommige meldingen staan een bepaalde tijd op het display en verdwijnen dan vanzelf weer. Andere meldingen, bijvoorbeeld die met "Error:" beginnen, blijven net zo lang op het display staan tot de gebruiker ze heeft bevestigd. Druk daarvoor op de toets “OK” (2). Statusmeldingen (worden op het display van de printer getoond) Printer ready. Wordt getoond als het apparaat klaar is om te printen. Miller ready. Wordt getoond als het apparaat klaar is om te frezen.
Test aborted Wordt getoond als de rekstrook-test is afgebroken. In het logbestand van Repetier-Host vindt u meer informatie bij de fouten die zijn opgetreden. SD Card removed Wordt getoond als het apparaat detecteert dat de SD-kaart is uitgenomen. SD Card inserted Wordt getoond als het apparaat detecteert dat er een SD-kaart is ingestoken. Uploading… Wordt getoond als een bestand op de SD-kaart wordt geschreven.
Error: Pause Operation denied Wordt getoond als het printen/frezen niet kan worden onderbroken omdat het apparaat niet aan het printen/ frezen is. Kan getriggerd worden door: - M25 - de Hardware-knop "Pause" Error: Z Compensation Invalid Matrix Wordt getoond als het apparaat de Z-compensatie niet kan inschakelen (of de Z-compensatiematrix niet kan worden weergegeven), omdat de Z-compensatiematrix niet beschikbaar of ongeldig is.
Error: Y-Axis Min reached Wordt getoond als de Y-as niet bewogen kan worden, omdat de eindschakelaar Y-min heeft aangesproken. Kan getriggerd worden door: - menu-optie "Position Y" Error: Y-Axis Max reached Wordt getoond als de Y-as niet bewogen kan worden, omdat de maximale Y-positie al is bereikt. Kan getriggerd worden door: - menu-optie "Position Y" Error: Z-Axis Home unknown Wordt getoond als de Z-as niet bewogen kan worden, omdat de home-positie onbekend is.
Driving free Z Wordt getoond als Z-max - tijdens beweging naar de Z-home-positie vrijkomt - na afloop van het printen/frezen vrijkomt PID determined Wordt getoond als de PID-waarden met succes automatisch zijn bepaald.
e) Aanbevolen aandraaimoment van de schroeven Omschrijving Schroefdraad Draaimoment Bevestiging borgschroef aan de motorpoelie M3 0,7 Nm Bevestiging kogellager voor riemspanner aan basiseenheid M4 3 Nm Bevestiging afstandhouder aan bodemplaat M5 5,4 Nm Bevestiging stappenmotor aan bodemplaat M3 1,7 Nm Bevestiging kogellager aan riemspanner-basiseenheid M4 3 Nm Bevestiging geleiderail aan X-plaat M4 3,5 Nm Bevestiging eindschakelaar aan eindschakelaarhouder M2 0,3 Nm Bevestiging einds
Omschrijving Schroefdraad Draaimoment Bevestiging poelie op kogelomloopspindel M3 0,7 Nm Bevestiging poothouder aan zijpanelen M4 4 Nm Bevestiging achterkap aan zijpanelen en bodemplaat M4 2,9 Nm Bevestiging zijkappen achter en bovenkap achter aan zijpanelen M4 2,9 Nm Bevestiging sleepkettingeindstuk aan bedienkap M3 1,1 Nm Bevestiging bedienkap aan zijpanelen en bodemplaat M4 2,9 Nm Bevestiging visuele afschermkap rechts en links aan zijpanelen M4 2,9 Nm Bevestiging displayprintplaa
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, inclusief vertaling, voorbehouden. Reproductie van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microfilm, of de opname in elektronische gegevensverwerkingsinrichtingen, is onderhevig aan de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook gedeeltelijk, is verboden. Deze bedieningshandleiding weerspiegelt de stand van de techniek bij het ter perse gaan.