Instructions

De start/stop-modus met de 2-cijferige of 3-cijferige startcode komt overeen met twee gebrui-
kerscodes die er voor het starten en stoppen nodig zijn. U kunt het personeel bijvoorbeeld
de verkorte startcode geven om het systeem te activeren (bijv. een alarmsysteem). Alleen de
eigenaar kan echter het systeem deactiveren.
De supergebruikerscode heeft eveneens het recht om de uitgangen te activeren en te de-
activeren.
Supergebruikerscode # 1 uitgang 1 wordt geactiveerd of gedeactiveerd
Supergebruikerscode # 2 uitgang 2 wordt geactiveerd of gedeactiveerd
Supergebruikerscode # 3 uitgang 3 wordt geactiveerd of gedeactiveerd
j) Uitgang 1: elektrische sluitsystemen
Er bestaan twee typen sluitsystemen: “Fail-Secure” en “Fail-Safe”. Houdt u er rekening met deze
verschillend functioneren! Het is belangrijk dat u voor uw beveiligingssysteem de juiste functie
kiest! Met de keypad kunnen beide sluitsystemen worden gebruikt. Via de desbetreffende pro-
grammeerinstelling kunt u de functies selecteren.
Programmeerinstelling Sluitsystemen Bevestigen
6 6 0 of 1 #
Codes van de sluitsystemen
0 Fail-Secure De deur blijft ook bij stroomuitval vergrendeld.
1 Fail-Safe Bij stroomuitval wordt uitgang 1 geactiveerd en de deur geopend.
Let er bij de installatie op dat het elektrische sluitsysteem niet te veel stroom verbruikt.
Met name de optie “Fail-Secure” kan hoge piekstromen bereiken.
32