Instructions

1-2: Sabotagebeveiliging:
Bij normaal gebruik gesloten contact tussen pin 1 en pin 2. Als het apparaat wordt geopend,
wordt het contact onderbroken. De contacten kunnen in een 24-uurs bewakingssysteem wor-
den geïntegreerd - voor overkoepelende bewaking. De aansluitingen hoeven niet te worden
gebruikt.
3-4, 5-6, 7: deur-LED, alarm-LED, extra LED:
Vrij te gebruiken LED’s, zie “LED-indicatoren”
8: K- of A-uitgang:
Deze NPN-transistor (open-collector met maximaal 100 mA bij 24 V/DC) kan naar wens worden
gebruikt voor het doorsturen van de bediening van knoppen of een geactiveerd alarm. Met de
jumper key-alarm kan er op het apparaat tussen het keypad-alarm (bediening van een knop) en
het alarm bij deuropening zonder vrijgave worden gewisseld.
Keypad-alarm (K): Met elke druk op een knop wordt uitgang 8 voor 10 seconden met de
aarde verbonden. Dit kan worden gebruikt om verlichtingen, bewakingscamera’s, signalen
in te schakelen of berichten (bijv. aan de bewakingsdienst) te sturen. Zie de aanvullende
gebruiksaanwijzingen.
Alarmuitgang (A): Als er door het niet-vrijgegeven openen van de deur een alarm geacti-
veerd wordt, wordt uitgang 8 met de aarde verbonden. Dit signaal kan extern en onafhankelijk
van het codeslot verder worden verwerkt (bijv. een extern beveiligingsbedrijf of overkoepe-
lend alarmsysteem).
9-10-11: Uitgang 2:
Bij deze uitgang gaat het om een extra relayuitgang met een maximale stroom van 1 A. Deze
uitgang 2 is voorbehouden aan gebruikersgroep 2 - met de bijbehorende codes. Het gedrag
van de uitgang kan via de programmeerinstelling worden ingesteld. Het potentiaalvrije contact
kan standaard als verbreekcontact (Normally Open - NO) of als maakcontact (Normally Closed
- NC) worden gebruikt en is uitermate geschikt voor het aansturen van beveiligingssystemen of
automatische machinesturingen.
12: Uitgang 3:
Deze NPN-transistoruitgang (open-collector) is ideaal voor verdere functies. Er kunnen bevei-
ligingssystemen of een ander 12 V/DC-relay worden aangestuurd. Deze uitgang 3 is voorbe-
houden aan gebruikersgroep 3 - met de bijbehorende codes. Door het activeren van de uitgang
wordt deze met de aarde verbonden. De uitgang verdraagt maximaal 100 mA bij 24 V/DC. Het
gedrag van de uitgang kan via de programmeerinstelling worden ingesteld.
10