User manual

65
Een meer gedetailleerde verklaring van de afzonderlijke menupunten uit de tabel vindt u onder de volgende
punten in deze gebruiksaanwijzing.
b) Gebruik met een externe DMX-controller
Elk DMX-apparaat in een DMX-ketting heeft een zogenaamd DMX-startadres nodig om eenduidig door de controller
aangestuurd te kunnen worden. Dit DMX-startadres denieert het eerste DMX-kanaal, waarop het lichteffect rea-
geert. De andere stuurkanalen volgen op dit eerste DMX-kanaal (DMX-startadres).
Het lichteffect heeft naargelang de bedrijfsmodus 9, resp. 15 vrije DMX-kanalen nodig.
Instelling van de DMX-startadres
Kies DMX Addr in het menu en druk op de knop ENTER.
Selecteer met de pijltoetsen het gewenste startadres 001-512.
Bevestig uw keuze met de toets ENTER.
Instelling van de DMX-kanaalnummer
Kies CH Mode in het menu en druk op de knop ENTER.
Selecteer het gewenste aantal DMX-kanalen (9 of 15) met de pijlknoppen.
Bevestig uw keuze met de toets ENTER.
Instelling van de bedrijfsmodus DMX
Kies Work Mod in het menu en druk op de knop ENTER.
Selecteer met de pijltoetsen de optie DMX.
Bevestig uw keuze met de toets ENTER.
In de DMX-modus knippert de LED DMX naast het scherm.
Instelling van de master-slave modus
Kies Master in het menu en druk op de knop ENTER.
Selecteer met de pijlknoppen de optie No = slave-modus of Yes = master-modus.
Bevestig uw keuze met de toets ENTER.
Als het apparaat als alleenstaand apparaat (stand alone) moet worden gebruikt, moet het als master-ap-
paraat worden gedenieerd.
In een master-slave-ketting mag slechts een apparaat als master-apparaat worden gedenieerd, alle an-
dere apparaten moeten als slave-apparaten worden gedenieerd.
Naargelang of het apparaat als master of slave is gedenieerd, knippert de overeenkomstige LED naast
het scherm.