User manual

72
b) Basisinstelling
Omkeren van de draai- en kantelrichting en schermopstelling
Aangezien de Moving Head kan worden opgesteld of opgehangen, kunnen de draai- en kantelrichting en
de schermopstelling overeenkomstig worden omgekeerd.
Druk op de toets MODE/ESC (1) tot PAn of rPAn verschijnt.
Kies met behulp van de toetsen UP (2) of DOWN (3) de gewenste draairichting en bevestig de invoer met
de toets ENTER (4).
PAn = normale draairichting
rPAn = omgekeerde draairichting
Druk op de toets MODE/ESC (1) tot tiL of rtiL verschijnt.
Kies met behulp van de toetsen UP (2) of DOWN (3) de gewenste kantelrichting en bevestig de invoer met
de toets ENTER (4).
tiL = normale kantelrichting
rtiL = omgekeerde kantelrichting
Druk op de toets MODE/ESC (1) tot diS of rdiS verschijnt.
Kies met behulp van de toetsen UP (2) of DOWN (3) de gewenste schermopstelling en bevestig de invoer
met de toets ENTER (4).
diS = normale schermopstelling
rdiS = omgekeerde schermopstelling
Begrenzing van draai- en kantelhoek
Ter instelling van de Moving Head op de werkomgeving kunnen draai- en kantelhoek worden begrensd.
Druk op de toets MODE/ESC (1) tot PAxx verschijnt (xx definieert de max. draaihoek).
Kies met behulp van de toetsen UP (2) of DOWN (3) de gewenste draaihoek en bevestig de invoer met de
toets ENTER (4).
PA18 = 180°
PA36 = 360°
PA54 = 540°
Druk op de toets MODE/ESC (1) tot tixx verschijnt (xx definieert de max. kantelhoek).
Kies met behulp van de toetsen UP (2) of DOWN (3) de gewenste kantelhoek en bevestig de invoer met
de toets ENTER (4).
ti 9 = 90°
ti18 = 180°
ti27 = 270°