Operation Manual
NL.10
UITLEG VAN DE KNOPPEN (5/9)
Functie AUDIO Functie TELEFOON
1
– Drukken: aan/uit.
– Draaien: het volume van de audiobron die op dat moment wordt gebruik instellen.
2 Informatiedisplay.
3
– Korte druk: de radiobron en het golfbereik kiezen: FM1 → FM2 →
DR1 → DR2 → AM.
– Lange druk: de lijst met radiostations bijwerken.
4
Een gewenst medium selecteren (indien verbonden):
CD/CD MP3 → iPod1/USB1 → iPod2/USB2 → -audiospeler
Bluetooth® → AUX (plugaansluiting).
5
– Drukken: een actie bevestigen.
– Draaien: door de menu’s of lijsten bladeren.
6
– Teruggaan naar vorig scherm/vorig niveau tijdens het bladeren door menu’s;
– Huidige actie annuleren.
7
– Korte druk: van track (CD/CD MP3, bepaalde audioapparaten)
of van radiofrequentie veranderen.
– Ingedrukt houden: een CD/CD MP3-track snel vooruit-/terugs-
poelen op bepaalde audiospelers of de radiostations doorlopen
tot de knop wordt losgelaten.
8 Aansluiting USB voor iPod® of aux-audiobronnen.
9
– Korte druk: het menu met persoonlijke instellingen openen.
– Drukken op en ingedrukt houden: activeert de functie “Tekst” (uit-
sluitend voor voorpanelen A en B).