Operation Manual

NL.25
AUX-AUDIOBRONNEN (1/3)
Uw systeem beschikt over twee soorten
aux-ingangen:
met een aansluiting voor een externe au-
diobron (MP3-speler, audiospeler, USB-
stick, telefoon ...);
met Bluetooth® (Bluetooth®-audiospeler,
Bluetooth®-telefoon).
De plaats van de ingang wordt vermeld bij
“Uitleg van de knoppen”.
Werkingsprincipes en
aansluiting
Er zijn twee typen aansluitingen:
– een USB-aansluiting;
– een Jack-aansluiting.
Sluit uw draagbare audio-apparaat aan, af-
hankelijk van het type apparaat.
Zodra een USB of plug is aangesloten, her-
kent het systeem automatisch de aux-bron.
Opmerking: de gebruikte USB stick moet
geformatteerd zijn in FAT32 formaat en moet
een maximale capaciteit hebben van 32GB.
Selecteren van een aux-bron
Zodra u een ingang hebt geselecteerd, drukt
u op 1.
Er wordt meteen een lijst met beschikbare
ingangen weergegeven:
USB: USB-sleutel, MP3-speler, telefoon,
enz.
iPod®: toestel met ingebouwde iPod® ;
BT: apparaten Bluetooth®;
Video: USB -stick (MP4 bestand)
AUX: 3,5 mm plugaansluiting.
In de navigatiemodus of tijdens het luisteren
naar de radio selecteert u uw aux-audiobron
door op de toets “Beginscherm” en daarna
op “Media” te drukken.
Het systeem hervat het afspelen van de
laatst beluisterde audiotrack.
Bedien het draagbare audioapparaat alleen als de verkeersomstandigheden dat
toelaten.
Berg het draagbare audioapparaat op als u rijdt (risico van vallen als u plotseling
moet remmen).
Hoofd Lijst Opties
1