Operation Manual
NL.23
AUX-AUDIOBRONNEN (1/3)
Uw systeem beschikt over twee soorten
aux-ingangen:
– met een aansluiting voor een externe au-
diobron (MP3-speler, audiospeler, USB-
stick, telefoon ...);
– met Bluetooth® (Bluetooth®-audiospeler,
Bluetooth®-telefoon).
De plaats van de ingang wordt aangegeven
in het hoofdstuk “Uitleg van de knoppen”.
Werkingsprincipes en
aansluiting
Er zijn twee typen aansluitingen:
– een USB-aansluiting;
– een Jack-aansluiting.
Sluit uw draagbare audioapparaat aan, af-
hankelijk van het type apparaat.
Zodra een USB of plug is aangesloten, her-
kent het systeem automatisch de aux-bron.
NB: de gebruikte USB-stick moet in FAT32-
formaat geformatteerd zijn en moet een
maximale capaciteit van 32Gb hebben.
Selecteren van een aux-bron
Zodra u een ingang hebt geselecteerd, drukt
u op 1.
Er wordt meteen een lijst met beschikbare
ingangen weergegeven:
– USB: USB-stick, MP3-speler, telefoon
enz.;
– iPod®: toestel met ingebouwde iPod® ;
– BT: apparaten Bluetooth®;
– AUX: 3,5 mm plugaansluiting.
In de navigatiemodus of tijdens het luisteren
naar de radio selecteert u uw aux-audiobron
door op de toets “Beginscherm” en daarna
op “Media” te drukken.
Het systeem hervat het afspelen van de
laatst beluisterde audiotrack.
Bedien het draagbare audioapparaat alleen als de verkeersomstandigheden dat
toelaten.
Berg het draagbare audioapparaat op als u rijdt (risico van vallen als u plotseling
moet remmen).
Hoofd Lijst Opties
1










