Operation Manual

rodage ................................................................ (page courante)
contacteur de démarrage ......................... (jusqu’à la fin de l’UD)
2.2
NLD_UD30150_1
Rodage / Contacteur de démarrage (X61 - F61 - K61 - Renault)NLD_NU_960-1_FK61ph2_Renault_2
Rodage
Contacteur de démarrage
Stand M: “Contact aan”
Het contact staat aan:
benzinemotor: u kunt nu starten’;
dieselmotor: de motor wordt voorver-
warmd.
Stand D: “Starten”
Indien de motor niet aanslaat, moet u de
contactsleutel terug draaien tot de controle-
lampjes uit gaan voor u opnieuw kunt star-
ten. Laat de sleutel los zodra de motor aan-
slaat.
N.B.: bij een dieselmotor kunnen enkele se-
condes verstrijken tussen het draaien van
de sleutel en het starten van de motor om de
motor voor te verwarmen.
Startschakelaar
Stand St: “Stop en stuurslot”
Als u de sleutel uit het slot trekt en het stuur
draait, hoort u een klik: de stuurinrichting is
nu vergrendeld.
Bij het vrijzetten van het stuurslot draait
u het stuur iets heen en weer bij het ver-
draaien van de sleutel.
Stand A: “Accessoires”
Het contact staat af maar de accessoires,
bijvoorbeeld de radio, kunnen worden ge-
bruikt.
Inrijden
Benzinemotor
Rijd de eerste 1 000 km niet sneller dan
90 km/u in de hoogste versnelling.
Na 1 000 km kunt u uw auto zonder beper-
kingen gebruiken; pas na 3 000 km zal hij
echter zijn volle vermogen kunnen geven.
Onderhoudsbeurten: raadpleeg het onder-
houdssocument van uw auto voor het uit te
voeren onderhoud.
Dieselmotor
Rijd de eerste 1 500 km niet sneller dan
90 km/u. Daarna kunt u sneller rijden maar
pas na 6 000 km zult u over het volle vermo-
gen van de motor kunnen beschikken.
Trek tijdens het inrijden nooit snel op. Als de
motor nog koud is mag u hem in de lagere
versnellingen nooit met een hoog toerental
laten draaien.
Onderhoudsbeurten: raadpleeg het onder-
houdssocument van uw auto voor het uit te
voeren onderhoud.
INRIJDEN/STARTSCHAKELAAR
In de stand Accessoires” of Contact
aan”, kunnen de accessoires van uw
auto automatisch uitschakelen naarge-
lang de laadtoestand van de accu, om
te voorkomen dat deze totaal ontlaadt.