Operation Manual
1.46
NLD_UD30130_1
Sécurité enfants : désactivation/activation airbag passager avant (X61 - F61 - K61 - Renault)NLD_NU_960-1_FK61ph2_Renault_1
Het in- en uitschakelen van de
passagiersairbag moeten bij
stilstaande auto gebeuren.
Als dit bij rijdende auto ge-
beurt, lichten de controlelampjes
å
en © op.
Om de staat van de airbag weer in over-
eenstemming te brengen met de stand
van de grendel, zet u het contact uit en
weer aan.
Storingen
In geval van een storing aan het systeem
voor het in- en uitschakelen van de passa-
giersairbags, is het verboden een kinderzitje
op de voorstoel te gebruiken.
Het gebruik van de voorstoel door een pas-
sagier wordt ook afgeraden.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merk-
dealer.
Inschakelen van de
passagiersairbag voorin
Zodra het kinderzitje van de passagiersstoel
verwijderd is, moet u de airbags weer in-
schakelen om de voorpassagier bij een bot-
sing te beschermen.
Weer inschakelen van de airbags: stil-
staande auto, contact uit, druk en draai de
knop 1 in stand ON.
Met contact aan, moet u verplicht controle-
ren of het controlelampje 2 uit is.
De aanvullende veiligheidsvoorzieningen
van de autogordel van de voorpassagier zijn
ingeschakeld.
KINDERVEILIGHEID: uitschakelen, inschakelen van de passagiersairbag voorin (3/3)
1
2
GEVAAR
Omdat het gevaarlijk is als de
passagiersairbag voorin in wer-
king komt als er een kinderzitje
achterstevoren op de voorstoel is ge-
plaatst, mag u NOOIT een kinderzitje
achterstevoren (met de rug naar de weg)
installeren op een voorstoel met een
ACTIEVE AIRBAG. Dit kan de DOOD
van het KIND of ERNSTIG LETSEL tot
gevolg hebben.