Operation Manual

5.35
NLD_UD30211_1
Anomalies de fonctionnement (X61 - F61 - K61 - Renault)NLD_NU_960-1_FK61ph2_Renault_5
Tijdens het rijden MOGELIJKE OORZAKEN WAT TE DOEN
Trillingen. Banden te zacht, beschadigd of uit balans. Controleer de bandenspanning, als deze goed
is, laat dan de banden door een merkdealer na-
kijken.
De vloeistof in het expansievat borrelt. Mechanische storing: koppakking opge-
blazen.
Zet de motor stil.
Roep de hulp in van een merkdealer.
Rook onder de motorkap. Kortsluiting of lekkage van het koelcir-
cuit.
Stop, zet het contact uit, ga bij de auto vandaan
en roep de hulp in van een merkdealer.
Het waarschuwingslampje voor de oliedruk
gaat branden:
in een bocht of tijdens het remmen Het peil is te laag. Voeg motorolie toe (raadpleeg de paragraaf
“Oliepeil van de motor (bij)vullen” in hoofd-
stuk 4).
dooft langzaam of blijft branden bij gas
geven
Te lage oliedruk. Stop en roep de hulp in van een merkdealer.
Witte rook uit de uitlaat. Dit hoeft geen storing te zijn, de rook ont-
staat door de regeneratie van het roetfil-
ter.
Raadpleeg de paragraaf Bijzonderheden van
de dieselmotor” in hoofdstuk 2.
STORINGEN (2/4)