Operation Manual
Jaune Noir Noir texte
5.29
NLD_UD30207_1
Remorquage : dépannage (X61 - F61 - K61 - Renault)NLD_NU_960-1_FK61ph2_Renault_5
SLEPEN: storing (2/2)
4
3
– Gebruik een starre sleep-
stang. Indien u een touw of
kabel gebruikt bij het slepen
(als dit wettelijk toegestaan is),
moet de auto die gesleept wordt nog
kunnen remmen.
– De auto die gesleept wordt, moet te
allen tijde bestuurbaar zijn.
– Accelereer en rem gelijkmatig en
zonder schokken om te voorkomen
dat de auto beschadigen.
– U mag in geen geval sneller rijden
dan 25 km/u.
Toegang tot de sleeppunten
Maak het kapje 3 of 4 los.
Schroef het sleepoog 2 zo ver mogelijk
vast: eerst met de hand en daarna met de
wielsleutel of, afhankelijk van de auto, met
de hendel.
Gebruik uitsluitend het sleepoog 2 en de
wielmoersleutel die zich bevinden in de ba-
gageruimte in het gereedschapsvak (raad-
pleeg de paragraaf “Gereedschapsset” in
hoofdstuk 5).
2
2
Gebruik uitsluitend de sleepogen aan de
voorkant en aan de achterkant (nooit de
aandrijfassen). Deze sleeppunten mogen
alleen gebruikt worden om de auto mee te
slepen en in geen geval om de auto direct of
indirect aan op te hijsen.
Laat nooit gereedschap in de
auto rondslingeren. Dit is ge-
vaarlijk als u plotseling moet
remmen.