Operation Manual
afficheur .................................................... (jusqu’à la fin de l’UD)
témoins de contrôle .................................. (jusqu’à la fin de l’UD)
tableau de bord......................................... (jusqu’à la fin de l’UD)
poste de conduite ..................................... (jusqu’à la fin de l’UD)
ordinateur de bord .................................... (jusqu’à la fin de l’UD)
indicateurs :
de tableau de bord .............................. (jusqu’à la fin de l’UD)
anomalies de fonctionnement................... (jusqu’à la fin de l’UD)
feux :
de brouillard .................................................. (page courante)
feux :
de croisement ............................................... (page courante)
feux :
de direction ................................................... (page courante)
feux :
de route ......................................................... (page courante)
1.60
NLD_UD26204_4
Témoins lumineux (X61 électrique - Renault)NLD_NU_911-4_F61e_Renault_1
Jaune Noir Noir texte
Ú
Waarschuwingslampje laadni-
veau 12 V accu
Als het tijdens het rijden gaat branden, is er
een storing in het laadstroomcircuit van de
accu. Stop en raadpleeg snel een merkdea-
ler.
Témoins lumineux
Instrumentenpaneel A
Het oplichten van sommige controlelampjes
gaat vergezeld van een boodschap.
CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES (1/3)
Als er geen visueel of geluidssignaal terug komt, geeft het een storing van het
instrumentenpaneel weer. U moet direct stoppen zonder het overige verkeer in
gevaar te brengen. Zorg dat de auto inderdaad goed gestopt is en neem contact
op met een merkdealer.
A
Het waarschuwingslampje
® dwingt u, voor uw
veiligheid, direct te stoppen
zonder het verkeer in gevaar
te brengen. Stop de motor en start deze
niet opnieuw. Roep de hulp in van een
merkdealer.
De aanwezigheid en de werking van de lampjes ZIJN AFHANKELIJK VAN HET LAND, HET UITRUSTINGSNIVEAU EN EVENTUELE
OPTIES VAN DE AUTO.
Waarschuwingslampje ©: Het is
nodig voorzichtig direct naar een merk-
dealer te rijden. Als u dit voorschrift ne-
geert, loopt u het risico dat uw auto be-
schadigd wordt.
á
Controlelampje grootlicht
k
Controlelampje dimlicht
g
Controlelampje mistlichten
voor
f
Controlelampje mistachterlicht
c
Controlelampje richtingaanwij-
zers links
b
Controlelampje richtingaanwij-
zers rechts
Indicatielampje “klaar om te
rijden”
Het licht op bij het starten van de motor.
Controlelampje “oplaadsnoer
aangesloten”
Gaat branden zodra het oplaadsnoer op de
auto is aangesloten.