Operation Manual

Jaune Noir Noir texte
5.13
NLD_UD23720_3
Pneumatiques (X61 - F61 - Renault)NLD_NU_911-4_F61e_Renault_5

Controleer de spanning bij koude banden,
houd geen rekening met een hogere waarde
bij warm weer of na een snel gereden rit.
Indien u de bandenspanning niet bij 
 kunt controleren, moet u de opge-
geven waarden met  tot  bar ()
verhogen.
   



Dit wordt afgeraden.

Zie de paragrafen “reservewiel” en “verwis-
selen van een wiel” in hoofdstuk 5.

Houd u aan de bandenspanning (inclusief
die van het reservewiel). Controleer min-
stens één keer per maand en voor een grote
reis de bandenspanning (raadpleeg de stic-
ker op de zijkant van het bestuurderspor-
tier).
Raadpleeg de paragraaf “bandenspanning”
in hoofdstuk 4.
Door een 
 ontstaat vroegtijdige
slijtage en worden de banden
abnormaal heet, met alle ge-
volgen van dien voor de veiligheid:
slechte wegligging;
risico van een klapband of het losla-
ten van het loopvlak.
De bandenspanning is afhankelijk van
de belasting en de snelheid. Zorg voor
de juiste bandenspanning afhankelijk
van de gebruiksomstandigheden (raad-
pleeg de paragraaf “Bandenspanning”).
Let op, als een ventieldopje
ontbreekt of niet goed vast-
gezet is, kan er lucht uit de
banden ontsnappen en de ban-
denspanning afnemen.
Zorg altijd dat de ventieldopjes gelijk
zijn aan de originele en dat ze helemaal
vastgezet zijn.
Laat, om veiligheidsredenen
het vervangen van de banden
over aan een deskundige.
Door het monteren van afwij-
kende banden kan:
de auto gaan afwijken van de betref-
fende wettelijke voorschriften;
de wegligging verslechteren;
het sturen zwaarder gaan;
het gebruik van sneeuwkettingen be-
lemmerd worden.