Operation Manual
ABS .......................................................... (jusqu’à la fin de l’UD)
conduite .................................................... (jusqu’à la fin de l’UD)
système antiblocage des roues : ABS ...... (jusqu’à la fin de l’UD)
assistance au freinage d’urgence ............. (jusqu’à la fin de l’UD)
freinage d’urgence .................................... (jusqu’à la fin de l’UD)
2.10
NLD_UD23727_2
Dispositifs de correction de conduite (X61 - F61 - Renault)NLD_NU_911-4_F61e_Renault_2
Jaune Noir Noir texte
Dispositifs de correction de conduite
ABS (antiblokkeersysteem van
de wielen)
Bij krachtig remmen, voorkomt het ABS
het blokkeren van de wielen, waardoor de
remweg beheersbaar en de auto bestuur-
baar blijft.
In deze situatie zijn uitwijkmanoeuvres tij-
dens het remmen mogelijk. Bovendien ver-
betert dit systeem de remweg, met name op
een weg met weinig grip (natte weg, enz.).
U voelt het in werking komen van het sys-
teem aan het trillen van het rempedaal. Het
ABS kan echter nooit de natuurkundige ei-
genschappen van de grip tussen de banden
en het wegdek verbeteren. Blijf altijd de ge-
bruikelijke voorzichtigheid in acht houden
(afstand bewaren enz.).
Storingen
– Als tijdens het rijden het waarschuwings-
lampje x verschijnt op het instru-
mentenpaneel, kan er nog altijd geremd
worden.
– Als de waarschuwingslampjes
x en
D verschijnen op het instrumenten-
paneel, is er een defect in het remsys-
teem.
In deze gevallen zijn het ABS en de nood-
stopbekrachtiging ook uitgeschakeld en ver-
schijnen de boodschappen “ABS contro-
leren” en “remsysteem controleren” op het
instrumentenpaneel.
Raadpleeg een merkdealer.
HULP- EN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN (1/2)
Afhankelijk van de auto, kunnen deze be-
staan uit:
– het ABS (antiblokkeersysteem van de
wielen);
– de noodstopbekrachtiging met, afhan-
kelijk van de auto, remanticipatie;
Bij krachtig remmen kunt u het rempe-
daal diep ingedrukt houden. Het is niet
nodig “pompend” te remmen. Het ABS
regelt de kracht in het remsysteem.
Deze functies zijn extra hulp-
middelen in kritieke situaties
waarbij het rijgedrag van de
auto aangepast wordt.
Deze functies nemen niet de taak van
de bestuurder over. De limieten van
de auto kunnen niet overschreden
worden en er is dan ook geen reden
om harder te gaan rijden. Zij kunnen
in geen geval de oplettendheid of de
verantwoordelijkheid van de bestuurder
overnemen (de bestuurder moet altijd
alert zijn op plotselinge gebeurtenissen
die zich tijdens het rijden kunnen voor-
doen).
Het remsysteem werkt nog ge-
deeltelijk. Maar het is gevaar-
lijk om krachtig te remmen. U
moet direct stoppen zonder het
overige verkeer in gevaar te brengen.
Roep de hulp in van een merkdealer.