Operation Manual
Verwarmingscircuit voor radiatorverwarming
Activeer dit als een verwarmingscircuit met radia-
toren aanwezig is. (met de draaiknop selecteren
en met "OK" bevestigen)
Afb. 51: Verwarmingscircuit voor radiatorverwar-
ming activeren
Menuoptie Parameter
Fabrieks-
instelling
Verwar-
mingscircuit
voor radia-
torverwar-
ming (HK)
Gedeactiveerd
Gedeactiveerd
Geactiveerd
Druk op "Verder".
Verwarmingscircuitmodus instellen
Hier kunt u tussen de verschillende verwarmings-
circuitmodi selecteren. U kunt kiezen uit een
regeling conform het ingestelde "Verwarmingscir-
cuit" en een "Vastwaarde regeling" (met de
draaiknop selecteren en met "OK" bevestigen).
Menuoptie Parameter
Fabrieks-
instelling
Verwar-
mingscircuit-
modus bij
HK actief
Verwarmings-
curve
Na uitvoering
Vaste waarde
10 °C - 40 °C
Druk op "Verder".
Verwarmingscircuitmodus verwarmingscurve
De verwarmingscurve kan op de drie punten
afhankelijk van de bouwkundige en lokale omstan-
digheden van het gebouw worden ingesteld:
Voetpunt:
Het voetpunt komt overeen met de minimale
streeftemperatuur van het warme water bij een bui-
tentemperatuur van 20°C. Als de verwarming bij
relatief hoge buitentemperaturen (overgangspe-
riode) te koud is, moet het voetpunt hoger worden
geselecteerd.
Norm-voorlooptemperatuur:
De norm-voorlooptemperatuur voldoet aan de
streeftemperatuur van het warme water bij de
norm-buitentemperatuur van gebouwlocatie. Als de
verwarming bij lage buitentemperaturen niet warm
genoeg is, moet de norm-voorlooptemperatuur
hoger worden ingesteld.
Norm-buitentemperatuur:
De norm-buitentemperatuur is afhankelijk van de
regionale locatie van het gebouw. Neem hiertoe
contact op met uw verwarmingsinstallateur.
2
1
4
3
Afb. 52: Verwarmingscurve-instelling
1: Temperatuur van het verwarmingswater in °C
2: Verwarmingscurve voorlooptemperatuur
3: Verwarmingscurve terugloop
4: Buitentemperatuur in °C
Verwarmingscurve instellen:
- Voetpunt met rechter Softkey-toets activeren en
met de draaiknop instellen en met de rechter
Softkey-toets bevestigen.
Afb. 53: Voetpunt instellen
- De instelling van de norm-voorlooptemperatuur
en de buitentemperatuur verloopt via dezelfde pro-
cedure.
REMKO Smart WP-MANAGER
32