Operation Manual

Omschrijving Waardebereik Fabrieksinstelling Beschrijving
WE Dyn Op 20-500 350
Instellen van de waarde om alle
warmtegenerator
-trappen bij
te schakelen
(WE-Bijschakel-dynamiek [K]).
Als het opgetelde regelverschil in Kelvin de hier ingestelde
waarde bereikt, dan worden alle
warmtegenerator
-trappen
bijgeschakeld
(hoe kleiner de waarde, des te sneller wordt het bijschakelen
uitgevoerd).
Te kleine waarden kunnen leiden tot het pendelen van de
warmtebron.
WE Dyn Neer 20-500 20
Instellen van de waarde om alle
warmtegeneratoren
uit te
schakelen
(WE-Uitschakel-dynamiek).
Als het opgetelde regelverschil in Kelvin de hier ingestelde
waarde bereikt, dan worden alle WE-trappen uitgeschakeld
(hoe kleiner de waarde, des te sneller vindt het uitschakelen
plaats).
Te grote waarden kunnen leiden tot oververhitting en het
activeren van de STB.
Bijstel Tijd 05-500 30
Instellen van de bijsteltijd voor de I-regeling.
Kleine waarden leiden tot snel regelgedrag en kunnen
slingeren tot gevolg hebben.
Het verstellen van deze waarde kan tot overbelasting van de
regeling leiden.
Modgraad Aan 0 %-100 % 100 %
Instellen van de modulatiegraad, waar vanaf de volgende
warmtegenerator
van de serie moet worden bijgeschakeld.
Het bijschakelen kan alleen na afloop van de resterende
blokkeertijd worden uitgevoerd.
Modgraad Uit 0 %-100 % 80 %
Instellen van de modulatiegraad, waar vanaf de laatste
warmtegenerator
van de actuele serie moet worden
uitgeschakeld.
Min. Modgraad
0 %-100 % 00 %
Instellen van de modulatiegraad, waar vanaf de volgende
WE moet worden bijgeschakeld.
De volgende
warmtegenerator
wordt pas bijgeschakeld,
als de resulterende modulatiegraad voor de individuele
warmtegeneratoren
na het bijschakelen de hier ingestelde
waarde overstijgt.
Voor het bedrijf met max. aantal branders moet Modgraad
Aan op „00%“ en Min. Modgraad op de minimale
modulatiegraad van de WE-trappen worden ingesteld.
Modgraad WW
40 %-100 % 100 %
Instellen van de richt-modulatiegraad voor de
warmtegeneratoren die met warmwaterbereiding bezig zijn.
WE Serie 1 1-2-3-4-5-6-7-8
1-3-2-4-5-6-7-8
Instellen van de volgorde waarin de warmtegeneratoren bij
serie 1 in bedrijf gaan.
WE Serie 2
1-2-3-4-5-6-7-8
3-1-2-4-5-6-7-8
Instellen van de volgorde waarin de warmtegeneratoren
bij serie 2 in bedrijf gaan (bij tweetraps
warmtegeneratoren
schakelt de tweede trap altijd na de eerste trap).
Cascade - Vervolg
Niveau 4 - SPECIALIST - Beschrijving van de parameters en instelwaarden - Vervolg
33