Operating Instructions and Installation Instructions

T
Het symbool wordt weergegeven wanneer de
geselecteerde parameter gewijzigd kan worden
Y
Waarde van de geselecteerde parameter of foutcode
U
Sensoren. Het symbool knippert wanneer de
bijbehorende parameter geselecteerd is.
I
Pomp P1. Het symbool knippert wanneer de pomp P1
actief is.
O
Het symbool wordt permanent weergegeven wanneer de
pomp P1 opgeladen wordt. Het symbool knippert
wanneer de maximum laadtemperatuur van de boiler
bereikt is.
3.3 Controlelampje
4 Het groene lampje knippert: Zonneboiler in bedrijf (de boiler wordt
opgewarmt met zonne-energie).
4 Het groene controlelampje brandt: Zonneboiler functioneert
normaal (het systeem staat in de wachtstand).
4 Het lampje knippert groen/rood: Storing temperatuursensor of
handmatige modus.
4 Het rode controlelampje knippert: Waterniveau te laag.
4 Controlelampje uit: Systeem spanningsloos.
ZentaSOL 3. Beschrijving
30/06/2010 - 300021630-001-C
6