Operation Manual

4 Gebruik van de ketel
4.1 Inbedrijfstelling van de ketel
1. Controleer de waterdruk van de cv-installatie.
Als de waterdruk lager is dan 0,8 bar, moet water worden
bijgevuld. Indien nodig: vul de CV-installatie bij
(geadviseerde waterdruk tussen 1,5 en 2,0 bar).
¼
Zie hoofdstuk: "Vullen van de installatie", pagina
16
2. Open de gaskraan van de ketel.
3. Steek de stekker van de ketel in een geaard stopcontact.
4. De ketel begint een automatische ontluchtingscyclus van ca. 4
minuten. Dit herhaalt zich iedere keer als de voedingsspanning
onderbroken is geweest. Tijdens de ontluchtingscyclus lichten
beide drukknoppen op het bedieningspaneel groen op.
De actuele bedrijfssituatie van de ketel wordt met de
statussignalering op het bedieningspaneel weergegeven. De
statussignalering van de B toets kan in verschillende kleuren met
verschillende frequenties knipperen. De betekenis van deze
signaleringen is te vinden op de met de ketel meegeleverde
Gebruikersinstructiekaart.
Zie ook:
¼ "Gebruikersinstructiekaart", pagina 27
¼ "Storingscodes", pagina 20
4.2 Uitlezen diverse actuele waarden
Met een daarvoor geschikte regelaar kan informatie van de ketel
worden uitgelezen. In het informatiemenu Q kunnen de volgende
actuele waarden worden uitgelezen:
4 Status.
4 Sub-status.
4 Aanvoertemperatuur (°C).
4 Retourtemperatuur (°C).
4 Boilertemperatuur (°C).
4 Buitentemperatuur (°C) (Alleen met buitensensor).
4 Zonneboilertemperatuur (°C).
4 Ionisatiestroom (µA).
4 Toerental van de ventilator in omw/min.
4 Waterdruk (bar).
4 Geleverd relatief vermogen (%).
4. Gebruik van de ketel
Tzerra M 24c CW3 Tzerra M 28c CW4 Tzerra M 39c CW5
13
240513 - 7608216-02