Remeha Solistor Remeha Solistor Technische informatie • Compacte lichtboiler
Remeha Solistor INHOUD Voorwoord 3 1. Algemene apparaatomschrijving 4 2. Constructie en werking 2.1 Constructie 2.2 Werking 5 5 7 3. Afmetingen en technische gegevens 3.1 Afmetingen 3.2 Technische gegevens 3.3 Opbrengstgegevens 3.3.1 Algemeen 3.3.2 Oriëntatie 3.3.3 Hellingshoek 3.3.4 Watergebruik 3.3.5 Tapgedrag 8 8 8 9 9 9 9 9 9 4. Montagevoorschrift 4.1 Algemeen 4.2 Schuin dak 4.3 Plat dak 10 10 10 12 5. Hydraulische aansluiting 14 6. Installatievoorschrift controle unit (CU) 6.
VOORWOORD Deze Technische informatie bevat nuttige en belangrijke informatie voor het goed functioneren en onderhouden van de Remeha Solistor. Tevens bevat het belangrijke aanwijzingen om vóór het in bedrijf stellen en tijdens het in bedrijf zijn een zo veilig en storingsvrij mogelijk functioneren van het apparaat mogelijk te maken. Lees vóór het in werking stellen van het apparaat deze handleiding goed door, en volg de gegeven aanwijzingen stipt op.
Remeha Solistor 1. ALGEMENE APPARAATOMSCHRIJVING De Remeha Solistor kan worden toegepast op een hellend dak, plat dak en zelfs aan de gevel. Bij elk van deze toepassingen kan nog gekozen worden voor een landscape of een portrait uitvoering. Door de compacte bouw en de grote vrijheid bij het plaatsen van de boiler is deze vrijwel altijd en op elke plaats te monteren. Voor een optimale aansluiting van de Remeha Solistor op de Remeha W21/W28c ECO is een aansluitset ontwikkeld.
2. CONSTRUCTIE EN WERKING 2.1 Constructie De constructie van de Remeha Solistor is schematisch weergegeven in afb. 01. De Remeha Solistor bestaat uit de volgende hoofdonderdelen: 1. glasafdekking van ijzerarm gehard glas; 2. transparante isolatielaag (TIM); 3. RVS tank (chloridebestendig); 4. omkasting van vezelversterkte kunststof, gevuld met PUR schuim (CFK vrij); 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Remeha Solistor - plat dak (afb. 03): 1. geïsoleerde dakdoorvoer; 2. onderkast geïsoleerd; 3. metalen stelframe; 4. plakplaat; 5. achterkap. Daarnaast zijn afhankelijk van de toepassing nog de volgende montagesets verkrijgbaar: - hellend dak (afb. 02): 1. geïsoleerde dakdoorvoer; 2. een gotenset met een flexibele ondergoot; 3. houten stelkozijn. 2. 3. 1. Afb. 02 Doorsnede hellend dak Soilstor 5 1. 2. 3. 4. Dakdoorvoer Afb.
In de controle unit (CU) bevindt zich een electronische boilerthermostaat die een schakelcontact bestuurt. Hiermee kan voorkomen worden dat het naverwarmtoestel in bedrijf komt terwijl de temperatuur in de boiler hoog genoeg is. Deze thermostaat houdt tevens de temperatuur van het systeem in de gaten bij lagere temperaturen. Bij zeer extreme omstandigheden wordt een beveiliging in bedrijf gesteld. Deze bestaat uit een thermisch element dat in de zonneboiler is ingebouwd.
Remeha Solistor 3. AFMETINGEN EN TECHNISCHE GEGEVENS 3.1 Afmetingen Afb. 05 Afmetingen Remeha Solistor 3.
3.3 Opbrengstgegevens boiler onder een kleinere hoek geplaatst dan geldt het omgekeerde effect. De invloed van de oriëntatie en de hellingshoek zijn ook terug te vinden in afb. 06. 3.3.1 Algemeen De opbrengst die van de Remeha Solistor verwacht mag worden is afhankelijk van verschillende zaken, namelijk: oriëntatie, hellingshoek, waterverbruik en tapgedrag. 3.3.4 Waterverbruik Wanneer er weinig water wordt gebruikt, zal de temperatuur hoog worden maar is de opbrengst lager.
Remeha Solistor 4. MONTAGEVOORSCHRIFT 4.1 Algemeen Het monteren van de boiler is opgesplitst in drie delen. Eerst komt het plaatsen van de boiler aan de orde. Hierbij moet gekozen worden voor de instructie die van toepassing is (hellend dak of plat dak). Het tweede deel behandelt de hydraulische aansluiting, het derde deel het aansluiten van de controle unit (CU). Waarschuwing: Houd bij het monteren van de boiler deze zo lang mogelijk in de verpakking.
De gotenset kan nu geplaatst worden. Begin met de flexibele ondergoot. Deze flexibele ondergoot wordt als een slab over de onderkant van het stelkozijn gevouwen zoals is aangegeven in afb. 10. Vervolgens de zijgoten en tot slot de bovengoot. De goten vastzetten m.b.v. een paar schroeven. De Remeha Solistor kan vervolgens in het stelkozijn worden geplaatst en vastgezet. Hiervoor worden zes bouten met ringen meegeleverd.
Remeha Solistor 4.3 Plat dak Het plaatsen van de Remeha Solistor begint met het bepalen van de juiste plaats waar de boiler moet komen. Houdt hierbij rekening met de dakconstructie i.v.m. het gewicht van het complete systeem. Dit is ongeveer 230 kg voor de boiler (inclusief waterinhoud), dus exclusief ballast. De hoeveelheid ballast is afhankelijk van de plaats in het land en de hoogte waarop het systeem wordt geplaatst. Aan de hand van afb. 13 en de tabel is te bepalen wat de ballast moet zijn.
Solistor 2. 5. 1. 3. 4. 1. 2. 3. 4. 5. geïsoleerde dakdoorvoer; onderkast geïsoleerd; metalen stelframe; plakplaat; achterkap. Afb.
Remeha Solistor 5. HYDRAULISCHE AANSLUITING Indien de Remeha Solistor hydraulisch wordt aangesloten op de Remeha W21/28c ECO, dient dit te gebeuren volgens het schema zoals weergegeven in afb. 17. Het verdient aanbeveling dit schema strikt aan te houden en geen extra afsluiters en/of terugslagkleppen te plaatsen die de watertoevoer naar de boiler, of van de boiler naar de inlaatcombinatie kunnen verhinderen.
doorstroombegrenzer Afb. 18 Doorsnede Remeha W21/28c Doorstroombegrenzer Afb. 19 Doorstroombegrenzer Afb.
Remeha Solistor 6. INSTALLATIEVOORSCHRIFT CONTROLE UNIT (CU) 6.1 Installatievoorschrift controle unit (CU) De controle unit wordt standaard bij de Remeha Solistor geleverd (zie afb. 21). In de controle unit zijn meerdere functies ondergebracht. - thermostaatfunctie (t.b.v. het uitschakelen van de naverwarmer bij hogere temperaturen); - beveiligingsfunctie (t.b.v. beveiliging tegen extreem lage temperaturen); - zelftest (controle van de correcte werking van bovengenoemde functies). 6.
7. IN BEDRIJFSTELLING Controleer voor het in bedrijf stellen alle aansluitingen, zowel hydraulisch als elektrisch. Zet de ketel c.q. naverwarmer uit. Draai één van de warmwatertappunten open. Zet de waterhoofdkraan open, en laat het systeem zichzelf vullen totdat een regelmatige straal bij het tappunt wordt geleverd. Voor het ontluchten van de Remeha Solistor kan het P/T ventiel worden gebruikt. Sluit het tappunt af en schakel de ketel weer in. Stel de tapwatertemperatuur van de ketel in op minimaal 60°C.
Remeha Solistor 9. RICHTLIJNEN VOOR HET LOKALISEREN EN OPHEFFEN VAN STORINGEN Raadpleeg in geval van storingen altijd eerst de richtlijnen die bij de naverwarmer zijn gegeven. Vaak zal de storing namelijk optreden in het traject na de zonneboiler. Storing Mogelijke oorzaak 1 Geen warm water bij de tappunten Te weinig zoninstraling in combinatie Controleer de naverwarmer. met weigering naverwarmer. Wanneer de zon schijnt, zie ook punt 2. Raadpleeg uw leverancier.
10. INSPECTIE EN ONDERHOUDSVOORSCHRIFT De Remeha Solistor behoeft in principe geen onderhoud. Wel is het noodzakelijk om eens per jaar het P/T ventiel te inspecteren. Aanbevolen wordt om dit tegelijk met de onderhoudswerkzaamheden van de naverwarmer te doen. Deze inspectie bestaat er uit dat het P/T ventiel door middel van het hendeltje aan de bovenkant een keer wordt geopend en weer gesloten. Het ventiel dient correct te openen en weer te sluiten.
Remeha Solistor Remeha B.V. Postbus 32 7300 AA Apeldoorn Telefoon: (055) 549 69 69 Telefax: (055) 549 64 96 E-mail: © Copyright Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden op welke wijze dan ook, zonder onze schriftelijke toestemming. ISO 9001 sinds 1988 Wijzigingen voorbehouden 53.407/1.000/03.99/Ho. remeha@remeha.com Internet: www.remeha.