User manual
Programmeren van volgas en neutrale stand
De bootregelaar is met een automatische leerfunctie uitgerust. Doe het volgende als u de neutrale en volgas
stand wilt programmeren:
• Koppeldevaaracculosvandebootregelaar.
• Schakeldezenderinenzetdegashendelindevolgasstand.
• Sluitdevaaraccuaanopdebootregelaar.Wachttweeseconden,vervolgenszaldemotortweepieptonen
genereren (de pieptonen worden door een korte aansturing van de brushless motor gegenereerd). De
volgas stand is opgeslagen.
• Zetdegashendelnuindeneutralestandoftewelindeminimumstand.Demotor genereertopnieuw
pieptonen en de programmering is voltooid.
Als u te lang wacht voordat u de gashendel in de neutrale stand oftewel minimum stand zet, dan
wordt de programmeermodus gestart.
Koppeldevaaraccuvervolgenslosvandebootregelaarenstarthetleerprocesopnieuwzoals
hierboven beschreven.
Inhetgevaldeprogrammeringnietwordtuitgevoerdzoalshierbovenbeschreven,controleerdan
de reverse instelling van de vaarfunctie op de zender.
Programmeren van speciale functies
• Koppeldevaaracculosvandebootregelaar.
• Schakeldezenderinenzetdegashendelindevolgasstand.Houddegashendelindezestandvast,laat
nietlos!
• Sluitdevaaraccuaanopdebootregelaar.Houddegashendelnogsteedsindevolgasstandvast.
• Wachtnulangerdan2seconden,demotorzal4xtweepieptonenenaansluitend4xeenpieptoongenere-
ren. De programmeermodus van de eerste functie is nu actief (motorrem). Houd de gashendel nog steeds
in de volgas stand vast.
• Naelkaarzaldebootregelaarkorteoflangepieptonengenererendieaangevenwelkefunctiegeprogram-
meerd/gewijzigdkanworden.Elkaudiosignaalwordt4xgegenereerdvoordatnaardevolgendefunctie
wordt overgeschakeld.
Functie#1:1xkortepieptoon:motorrem
Functie#2:2xkortepieptoon:soortaccu
Functie#3:3xkortepieptoon:onderspanningsbeveiliging
Functie#4:4xkortepieptoon:reset,debootregelaarterugzettennaardefabrieksinstellingen
Functie#5:1xlangepieptoon:timingvanmotor
Functie#6:1xlange+1xkortepieptoon:draairichtingvandemotor
Functie#7:1xlange+2xkortepieptoon:aanloopkoppel
Functie#8:1xlange+3xkortepieptoon:gedragvandebootregelaarbijonderspanning
Een overzicht van de programmeerbare functies en de instelbare waarden zijn terug te vinden in
de onderstaande tabel.
De basisinstellingen zijn grijs weergegeven.
• Alsdegewenstefunctie(#1....#8)doormiddelvandepieptonenwordtweergegeven,zetudegashendel
in de minimum stand. De bootregelaar genereert ter bevestiging een serie tonen om aan te geven dat naar
de programmering van de instelwaarde wordt overgeschakeld.
• Debootregelaargenereertnu(afhankelijkvandegeselecteerdefunctie)opnieuwpieptonen.Dezeduiden
de reeds geprogrammeerde waarden aan. Raadpleeg hiervoor de onderstaande tabel.
• Alsdegewenstewaardedoormiddelvandepieptonenwordtweergegeven(bijv.instelwaarde„Medium“
bijdemotorrem,3xkortaudiosignaal),zetudegashendelindevolgasstand;houddegashendelindeze
stand vast.
De bootregelaar genereert ter bevestiging een serie tonen, de nieuwe waarde is opgeslagen. Houd de
gashendelnogsteedsindevolgasstandvast!
• Debootregelaarschakeltnuovernaardevolgendefunctie.Indiengewenstkuntudeinstellinghiervan
zoals hierboven beschreven wijzigen (gashendel in de neutrale stand zetten om een instelling van de
functie te wijzigen – of de gashendel in de volgas stand blijven vasthouden om naar de volgende functie
te gaan).
• Omdeprogrammeermodusteverlaten,koppeltudevaaracculosvandebootregelaar.
Beschrijving van de functies:
De instelbare waarden van elke functie zijn terug te vinden in de onderstaande tabel.
De basisinstellingen van de bootregelaar zijn grijs weergegeven.
Functie #1: motorrem
Als de gashendel op de zender van de voorwaartse stand in de neutrale stand wordt gezet, wordt de mo-
torrem geactiveerd. De functie komt overeen met de motorrem van een echte auto als de voet van het
gaspedaal wordt genomen, maar het rempedaal nog niet wordt ingedrukt.
Functie #2: soort accu
Stelhierdesoortaccuindieopdebootregelaarwordtaangesloten.
ZorgervoordatbijhetgebruikvaneenLiPo-ofLiFe-vaaraccudeonderspanningsdetectie(zie
functie #3) wordt ingeschakeld. Als dit niet wordt gedaan, kan het volledig ontladen van de LiPo-/
LiFe-vaaraccu ertoe leiden dat deze onbruikbaar wordt.
Functie #3: onderspanningsdetectie
De bootregelaar meet bij het aansluiten van een vaaraccu de spanning ervan. Dit wordt bij een LiPo-/LiFe-
vaaraccu (zie functie #2) gebruikt ten behoeve van het berekenen van het aantal cellen en dus voor de
laagspanningsdetectie of het volledig ontladen van de vaaraccu.
BijeenNiMH-/NiCd-vaaraccudientdespanningsmetingervoordatdebootregelaarbijeengeactiveerde
onderspanningsdetectie correct kan reageren (afhankelijk van de instelling in functie #8 wordt het vermogen
gereduceerdofdemotorbij50%,60%of65%vandeaanhetbegingemetenaccuspanninguitgescha-
keld).
Sluitdaaromuitsluitendeenvolledigopgeladenvaaraccuaan,ennooiteengedeeltelijkopgela-
den vaaraccu.
Anderskandeonderspanningsdetectienietofnietgoedfunctioneren!
Voorbeelden:
• BijeenLiPo-accumet3cellenendeinstelling„3,0V/cel“wordtdeonderspanningsbeveiligingbijeen
accuspanningvan9,0Vgeactiveerd(vermogenvandemotorwordtgereduceerdofdemotorwordtuitge-
schakeld, zie functie #8).
• BijeenNiMH-accumet6cellen(vollediggeladenongeveer8,4V)endeinstelling„60%“wordtdeonder-
spanningsbeveiliging bij een accuspanning van ongeveer 5 V geactiveerd (vermogen van de motor wordt
gereduceerd of de motor wordt uitgeschakeld, zie functie #8).
Functie #4: terugzetten van de bootregelaar naar de fabrieksinstellingen (reset)
Er zijn geen verschillende waarden/instellingen.
Als een reset wordt uitgevoerd, heeft de bootregelaar de grijs gemarkeerde instellingen in de onderstaande
tabel.
• Functie#1:remuitgeschakeld
• Functie#2:LiPo-vaaraccu,automatischedetectievanhetaantalcellen
• Functie#3:onderspanningsbeveiligingingeschakeld,3,0V/cel
• Functie#4:---
• Functie#5:automatischetimingvandemotor
• Functie#6:draairichtingvandemotor:vooruit
• Functie#7:Aanloopkoppel:30%
• Functie#8:gedragvanbootregelaarbijonderspanning:reductievanhetvermogen
Functie #5: timing van de motor
Met deze instelmogelijkheid beïnvloedt u (vergelijkbaar met een voortijdige ontsteking van een verbran-
dingsmotor) de bedrijfseigenschappen van de motor. Een lagere waarde betekent dat de motor ten opzichte
vandebasisinstellingietsmeerkoppeleneen ietslagermaximumtoerentalheeft.Eenhogerewaarde
daarentegenbetekentdatdemotoreenhogermaximumtoerentaleneenietslagerekoppelheeft.
Inbeidegevallenwijzigendespanningswaarden.Letindiennodigopdespecicatiesvandemotor.Ingeval
vantwijfelmoetualtijddeinstelling„Auto“selecteren.
Functie #6: draairichting van de motor
Afhankelijk van de modelboot of motor/aandrijving/schroef van de boot kan een omkering van de draai-
richtingvandemotorvereistzijn.Inplaatsvandeprogrammeringtewijzigen,kuntualsalternatieftwee
vandedriekabelstussendebootregelaarendemotoromwisselen;ditkeertdedraairichtingvandemotor
ook om.
Tonsignal Functie
1xkort 2xkort 3xkort 4xkort 1xlang
1xlang+
1xkort
1xlang+
2xkort
1xlang+
3xkort
1xlang+
4xkort
1xkurz #1: Motorrem Uit Laag Medium Sterk
2xkurz #2:Soortaccu NiCd/NiMH LiPo LiFe
3xkurz #3: Detectie van lage spanning
2,8 V/cel
(of50%)
3,0V/cel
(of60%)
3,2 V/cel
(of65%)
Uit
4xkurz #4:Reset Reset
1xlang #5:Timingvanmotor Automatisch 2° 8° 15°22° 30°
1xlang+1xkurz #6: Draairichting van motor Normaal Reverse
1xlang+2xkurz #7: Aanloopkoppel 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
1xlang+3xkurz #8:Gedragbijonderspanning Vermogensreductie Motor uit
Audiosignaal voor de weergave van de instelwaarden