Instructions

101
8. Accu‘s laden
a) Rijaccu voor het voertuig laden
• Deleveringsomvangvanhetvoertuigisexclusiefderijaccu,dezemoetapartwordengekocht.Uhebtdaarom
zelf de keuze, of u een goedkope instap-accu of een hoogwaardige professionele accu met grote capaciteit wilt
gebruiken voor het voertuig.
• Doorgaansisderijaccubijdeleveringleegenmoetwordenopgeladen.Voordateenrijaccuzijnmaximalevermo-
gen levert, moet hij meerdere keren volledig worden geladen en ontladen.
• Mocht u nog „oude“ NiCd-rijaccu‘s gebruiken, moeten deze zo mogelijk altijd volledig „leeg“ worden gereden,
omdat bij meerdere keren laden van een „halfvolle“ NiCD-rijaccu een zogenaamd memory-effect kan ontstaan. Dit
betekent,datderijaccuzijncapaciteitverliest;hijlevertnietmeerdevolledigopgeslagenenergie,derijtijdwordt
korter.
Bij accu‘s met NiMH- of LiPo-techniek geeft het opladen van gedeeltelijk ontladen accu‘s geen problemen. Het
vooraf ontladen is doorgaans niet noodzakelijk.
• Hoogwaardige accu‘s hebben niet alleen een grotere capaciteit, waardoor u langer met het modelvoertuig kunt
rijden, maar hebben tevens een hogere uitgangsspanning bij belasting. Hierdoor heeft de motor meer vermogen
beschikbaar, dat zichtbaar wordt door betere versnelling en een hogere snelheid.
• Wij adviseren de aankoop van een hoogwaardige lader. Deze biedt doorgaans ook een snellading voor accu‘s.
Wanneer u een LiPo-accu wilt gebruiken voor het voertuig, moet de lader over een balancer beschikken.
• Accu‘s worden tijdens het laden of ontladen warm (tijdens het rijden van het voertuig). Laad accu‘s pas, wanneer
dezetotopkamertemperatuurzijnafgekoeld.Hetzelfdegeldtnahetladen;gebruikdeaccualleeninhetvoertuig,
wanneer de accu na het laden voldoende is afgekoeld.
• Gebruik alleen een lader, die geschikt is voor het gebruikte accutype (bijv. LiPo).
• Haal de rijaccu vóór het laden uit het voertuig en koppel hem los van de rijregelaar.
b) Accu‘s laden in de zender
• Hetismogelijkdatdemeegeleverdezendernietovereenlaadconnectorbeschikt;raadpleegdemeegeleverde
gebruiksaanwijzingvoordezender.Haalinditgevaldegeplaatsteaccueruitenlaadhemexternop.
Mocht de zender over een laadconnector beschikken, moet vóór het aansluiten van een lader op de laad-
connector van de zender worden gecontroleerd, of er ook werkelijk accu‘s zijn geplaatst. Tijdens het laden
niet-oplaadbarebatterijenbestaatbrand-enexplosiegevaar!
• Accu‘s in de zender mogen niet met een snellaadproces worden geladen, omdat hierdoor de zender wordt be-
schadigd.Bovendienkunnendecelleninde accute warmworden.Raadpleegvoordemaximaaltoegestane
laadstroom de gegevens op de zender resp. in de gebruiksaanwijzing van de afstandsbesturing.
• Wij adviseren de accu‘s niet direct in de zender te laden, maar buiten de zender (met een hoogwaardige lader voor
afzonderlijke cellen). Afhankelijk van de accu kunnen hogere laadstromen worden gebruikt,
• Gebruik alleen een lader die voor het betreffende aantal cellen in de zender en het overeenkomstige accutype is
ontworpen.