Instructions

20
d) Flipfunctie
Hetmodelkaneenip(360°draaien)uitvoeren.Brengdequadrocopterhiervoor
in een stabiele zweefvlucht op voldoende afstand van de piloot en hindernissen op
minstens 1,5 meter vlieghoogte.
Druk nu op de rechter stuurhendel recht naar beneden (stuurhendel als een toets
indrukken).
Dezenderzaltercontroledatunudeipmodushebtgekozen,ineenconstant
ritmeeen controletoonweergeven. Decontroletoon blijftgeactiveerd totde ip
uitgevoerd is.
Zetderechterstuurhendelkortinderichtingwaarindeipmoetwordenuitge-
voerd.
Voorbeelden: Als u de rechter stuurhendel naar voor drukt, zal de quadrocopter naar achter overslaan. Als u de
rechter stuurhendel naar rechts drukt, zal de quadrocopter naar rechts overslaan.
Nadatudeiprichtingopdezenderhebtaangegeven,brengtuderechterstuurhendelopnieuwvoorzichtiginde
neutrale stand.
Let op!
Deipfunctiemaginprincipeuitsluitendwordenuitgevoerd,wanneerhetmodelzichineengrotehallofin
de open lucht bevindt en dat het zich voor het indrukken van de overeenkomstige bedienknop op de zender
in een stabiele vliegtoestand (zweefvlucht) bevindt, de vlieghoogte niet hoger is dan 1,5 meter en de qua-
drocopter zich op een afstand van minstens 5 meter ten opzichte van hindernissen en personen bevindt. Bij
het niet in acht nemen bestaat er gevaar voor materiële schade aan het model of aan andere voorwerpen
in de buurt en verwondingsgevaar voor de aanwezige personen/dieren door contact of neerstorten! Voor
deeersteipsradenwijaanomdeoverslagenindeklimbewegingvandequadrocoptertemaken.
Wanneer het model zich reeds in de "Low Batt-modus" bevindt (voorste LED's op de quadrocopter knip-
peren),isdeipfunctieomwillevanveiligheidsredenengedeactiveerdenkanzonietwordenuitgevoerd.
Hetmodelkaneenipfunctiealleenineenenkelerichting(naarvoorofnaarachter;naarlinksofnaar
rechts) uitvoeren en heeft daarom ook duidelijke stuurbevelen van de zender nodig (rechter stuurhendel
naarvoorofachter;rechterstuurhendelnaarlinksofrechts).Vermeiddaarombijdegeactiveerdeipfunc-
tie niet toegelaten stuurbevelen, zoals bv. "rechter stuurhendel naar voor+links gedrukt". In zulke gevallen
kan het soms tot ongecontroleerde vliegtoestanden en neerstorten komen.
Nadateenipwerduitgevoerd,wordtdezefunctieopdezenderautomatischgedeactiveerd.Alsueen
nieuweipwiltuitvoeren,moetdeipfunctieopdezendereerstopnieuwwordengeactiveerd.
Afbeelding 11