Instructions
118
e) Flipfunctie
Hetmodelkanmeteendrukopdeknopeenip(360°draaien)uitvoeren.Brengdequadrocopterhiervoorineen
stabiele zweefvlucht op voldoende afstand van de piloot en hindernissen op minstens 1,5 meter vlieghoogte. Druk nu
derechterstuurhendelloodrechtnaarbeneden.Dezenderzaltercontroledatunudeipmodushebtgekozen,ineen
constantritmeeencontroletoonweergeven.Decontroletoonblijftgeactiveerdtotdeipuitgevoerdis.
Zetderechterstuurhendelinderichtingwaarindeipmoetwordenuitgevoerd.Alsuderechterstuurhendelnaar
voor drukt, zal de quadrocopter naar achter overslaan. Als u de rechter stuurhendel naar rechts drukt, zal de quadro-
copternaarrechtsoverslaan.Nadatudeiprichtingopdezenderhebtaangegeven,brengtuderechterstuurhendel
opnieuw voorzichtig in de neutrale stand.
Let op!
Deipfunctiemaguitsluitendwordenuitgevoerd,wanneerhetmodelzichineengrotehallofindeopen
lucht bevindt en dat het zich voor het indrukken van de overeenkomstige bedienknop op de zender in een
stabiele vliegtoestand (zweefvlucht) bevindt, de vlieghoogte niet hoger is dan 1,5 meter en de quadrocop-
ter zich op een afstand van minstens 5 meter ten opzichte van hindernissen en personen bevindt. Bij het
niet in acht nemen bestaat er gevaar voor materiële schade aan het model of aan andere voorwerpen in
de buurt en verwondingsgevaar voor de aanwezige personen/dieren door contact of neerstorten!
Wanneer het model zich reeds in de "Low Batt-modus" bevindt (alle LED's op de quadrocopter knipperen
tegelijk),isdeipfunctieomwillevanveiligheidsredenengedeactiveerdenkanzonietwordenuitgevoerd.
Hetmodelkaneenipfunctiealleenineenenkelerichting(naarvoorofnaarachter;naarlinksofnaar
rechts) uitvoeren en heeft daarom ook duidelijke stuurbevelen van de zender nodig (rechter stuurhendel
naarvoorofachter;rechterstuurhendelnaarlinksofrechts).Vermeiddaarombijdegeactiveerdeipfunc-
tie niet toegelaten stuurbevelen, zoals bv. "rechter stuurhendel naar voor/links gedrukt". In zulke gevallen
kan het soms tot ongecontroleerde vliegtoestanden en neerstorten komen.
Nadateenipwerduitgevoerd,wordtdezefunctieopdezenderautomatischopnieuwgedeactiveerd.Als
ueennieuweipwiltuitvoeren,moetdeipfunctieopdezendereerstopnieuwwordengeactiveerd.
f) Headless Modus
Bij de headless-modus gaat het om een relatieve stuurmodus, i.e. ongeacht in welke richting de quadrocopter zich
bevindt, vliegt hij bv. altijd vanaf de piloot gezien naar rechts wanneer naar rechts gestuurd wordt - ongeacht of het
model met de camera ( = vooraan) naar achter, links, voor of rechts vliegt. De quadrocopter wordt dus met behulp van
de rechter stuurhendel (nick en roll) altijd de richting getoond in dewelke hij moet vliegen.
Belangrijk!
De zender en quadrocopter moeten bij het activeren van de headless-modus precies gelijk zijn afgesteld!
De voorste (rode) rotorbladen zijn naar voor gericht! Als men zich niet aan deze procedure houdt, voert dit
tot onverwachte resultaten, i.e. de quadrocopter vliegt niet waarheen hij gestuurd wordt.
De headless-modus wordt in het model met relatief eenvoudige middelen (bv. zonder kompas / GPS-
ondersteuning) gerealiseerd. Daarom zijn afwijkingen en onnauwkeurigheden bij de vliegkoersbepaling of
terugkeernauwkeurigheid normaal.
Aangezien het normaal gezien nodig is om even na te denken op het moment wanneer een model naar u toe vliegt (u
stuurt naar links, de quadrocopter vliegt vanuit uw standpunt echter naar rechts) kan - aangezien men in de headless-
modus niet moet meedenken hoe de quadrocopter nu is afgesteld - dit type van relatieve besturing voor beginners
snel tot successen leiden. Wie "echt" wil leren vliegen, mag zich het vliegen in de headless-modus niet gewoon
worden, maar moet onmiddellijk het "normale" sturen leren.