Manual
153
15.3 De snelheidsregelaar opnieuw instellen
Met deze functie kunnen alle instellingen, die u in de Set-up van de snelheidsregelaar hebt uitgevoerd, worden terug-
gezet naar de fabrieksinstellingen.
Ga als volgt te werk:
Schakel de snelheidsregelaar en de zender uit.
Plaats het voertuig op een stabiele ondergrond, zodanig de wielen vrij kunnen draaien.
Zet de zender aan. Laat de gashendel in de neutraalstand staan, beweeg de hendel niet.
Schakel de snelheidsregelaar zoals gebruikelijk in met de aan-/uitschake-
laar (A).
Houd setupknop (B) ingedrukt totdat de rode en groene LED's op de snel-
heidsregelaar tegelijkertijd langzaam knipperen.
Schakel nu de snelheidsregelaar uit. Ten gevolge hiervan zijn alle instel-
lingen teruggezet op de basisinstellingen.
Programmeer vervolgens de neutraalstand en de volgasstand voor vooruit-
en achteruit rijden volgens hoofdstuk 15.1, aangezien deze tijdens de reset
ook werden gewist.
Programmeer tenslotte de snelheidsregelaar opnieuw volgens hoofdstuk 15.2.
Afbeelding 8










