Instructions

7
c) Ontvanger/antenne
Om controleverlies te voorkomen:
- Zorg ervoor dat de batterij van de ontvanger is ontkoppeld voordat u de zender uitschakelt.
- Schakel de ontvanger niet in tijdens het installatieproces.
Voor de beste signaalkwaliteit:
- Monteer de antenne loodrecht op de modelbehuizing in een rechtop positie.
- Monteer de ontvanger uit de buurt van motoren, elektronische snelheidsregelaars of andere apparaten
die het signaal kunnen storen.
- Houd de ontvangerantenne minstens 1 cm verwijderd van geleidende materialen zoals koolstof of
metaal.
Bescherm de ontvanger tegen stof, vuil, vocht, warmte en trillingen.
d) Zender
Richt de antenne van de zender nooit op het model, omdat het bereik hierdoor zal worden ingekort.
Het maximale bereik zal worden behaald wanneer de antenne van de zender en het model beide ver-
ticaal staan.
e) Batterij/accu’s
Zorg ervoor dat de batterij met de juiste polariteit in het product worden geplaatst.
De batterijen/accu’s dienen uit het apparaat te worden verwijderd wanneer het gedurende langere tijd
niet wordt gebruikt om beschadiging door lekkage te voorkomen. Lekkende of beschadigde batterijen/
accu’s kunnen brandend zuur bij contact met de huid opleveren. Gebruik daarom veiligheidshandschoe-
nen om beschadigde batterijen/accu’s aan te pakken.
Batterijen/accu’s moeten uit de buurt van kinderen worden gehouden. Laat batterijen/accu’s niet rond-
slingeren omdat het gevaar bestaat dat kinderen en/of huisdieren ze inslikken.
Alle batterijen/accu’s dienen op hetzelfde moment te worden vervangen. Het door elkaar gebruiken van
oude en nieuwe batterijen/accu’s in het apparaat kan leiden tot batterijlekkage en beschadiging van het
apparaat.
Batterijen/accu’s mogen niet worden ontmanteld, kortgesloten of verbrand. Probeer nooit niet-oplaadba-
re batterijen op te laden. Er bestaat explosiegevaar!