User manual

84
13. Verhelpen van storingen
Het model en het afstandsbedieningssysteem werden volgens de nieuwste technische inzichten vervaardigd. Er kun-
nen desondanks problemen of storingen optreden. Mogelijke storingen kunt u als volgt verhelpen.
Probleem Oplossing
De afstandsbediening reageert niet. • Controleer de batterijen van de afstandsbediening.
• Controleer de polariteit van de batterijen in de afstandsbe-
diening.
• Controleer de functieschakelaar.
Led van de bedrijfsindicator-weergave brandt
slechts zwak.
• Controleer de batterijen van de afstandsbediening of vervang
ze.
Laadtijd van de accu is zeer kort. • Vliegaccu defect.
Rotoren starten niet. • Laadtoestand van de vliegaccu controleren.
• Soepelheid van de mechanica controleren.
• Inschakelprocedure herhalen.
De helikopter stijgt niet op. • Laadtoestand van de vliegaccu controleren.
• Soepelheid van de aandrijfmechanica controleren.
• Rotorbladen defect.
De helikopter reageert niet op de bevelen van
de afstandsbediening.
• Inschakelprocedure herhalen.
• Storingen door andere 2,4 GHz zenders.
Helikopter draait zich rond de rotoras. • Model trimmen (zie afbeelding 13).
• Inschakelingsprodure herhalen en erop letten dat de helikop-
ter niet wordt bewogen of gedraaid.
• Soepelheid van de aandrijfmechanica controleren.
• Rotorbladen controleren.
De helikopter vliegt voortdurend in een bepaal-
de richting.
• Model trimmen.
• Ongunstige vliegomstandigheden (tocht/wind).
Vliegtijd is te kort. • Vliegaccu opnieuw laden.
• Vliegaccu defect.
• Mechanica loopt niet soepel.
• Rotorbladen defect.
Model trilt sterk tijdens het vliegen. • Rotoren defect.
• Rotoras verbogen.
• Peddelstang defect.