User manual

7
• Controleervooriedergebruikdebetrouwbaarheidvanuwmodelendeafstandsbediening.Letdaarbijopzichtbare
schade,zoalsbijv.defectestekkerverbindingenofbeschadigdekabels.Allebewegendedelenmoetengoedfunc-
tioneren, maar mogen geen speling in de lagering vertonen.
• Wanneeruvragenhebtdienietmetbehulpvandebedieningshandleidingbeantwoordkunnenworden,neemdan
contact met ons of een andere vakman op (contactinformatie, zie hoofdstuk 1).
Debedieningenhetgebruikvanradiograschbestuurdemodellenmoetenwordengeleerd!Wanneerunog
nooit een model op afstand bestuurd hebt, begin dan heel voorzichtig en maak u met de reacties van het
modelopdeopdrachtenvandeafstandsbedieningvertrouwd.Hebgeduld!
6.2 Bediening
• Alsunietbeschiktovervoldoendekennisoverdeomgangmetafstandbestuurdemodellen,neemdancontactop
meteenervarenmodelbouwerofeenmodelbouwclub.
• Schakelbijingebruiknamealtijdeerstdezenderin.Pasdaarnamagdeontvangerinhetmodelingeschakeldwor-
den.Anderskanhettotonverwachtereactiesvanhetmodelkomen.Vermijdommetdepuntvandeantennetegen
het model te tikken.
• Controleervoorgebruikofhetstationairemodelzoalsverwachtreageertopdecommando’svandeafstandsbedie-
ning.
• Leterbijgebruikvaneenmodelaltijdop,daterzichnooitlichaamsdelenofvoorwerpenindegevarenzonevan
motoren of andere draaiende aandrijfcomponenten bevinden.
• Onjuistgebruikkanleidentoternstigpersoonlijkletselenmateriëleschadeveroorzaken.Letaltijdopdirectzicht-
contact met het model en gebruikt u het niet in de nacht.
• Bestuurhetmodelalleenwanneeruwreactievermogenonbeperktis.Vermoeidheid,invloedvanalcoholofmedici-
jnen kunnen tot foute reacties leiden.
• Gebruikuwmodelalleenineengebiedwaarugeenanderepersonen,dierenofobjecteningevaarbrengt.Gebruik
hetalleenopprivé-,ofvoorditdoelaangewezenplaatsen.
• Stophetgebruikvanhetmodelingevalvaneenstoringmeteenenhefdeoorzaakvandestoringop,voordatuhet
model verder gebruikt.
• Gebruikuwafstandsbedieningnietbijonweer,onderhoogspanningskabelsofindebuurtvanradiomasten.
• Laatdeafstandsbediening(zender)altijdingeschakeld,zolanghetmodelingebruikis.Nabeëindigingvanhet
gebruik, altijd eerst de motor uitzetten en aansluitend de ontvangstinstallatie uitschakelen. Pas daarna mag de
afstandsbedieningwordenuitgeschakeld.
• Beschermdeafstandsbedieningtegenvochtigheidensterkevervuiling.
• Steldezendernietvoorlangereblootaandirectzonlichtofgrotehitte.
• Meteenzwakkeindeafstandsbedieningneemtdereikwijdteaf.Wordtdeontvangeraccuzwak,reageerthetmodel
nietmeercorrectopdeafstandsbediening.Inditgevalmeteenstoppenmetrijden!Laaddeaccu‘sweerop!
• Neemgeenrisico’sbijdebedieningvanhetproduct!Uweigenveiligheidendievanuwomgevinghangenalleen
vanuwverantwoordingsbewusteomgangmethetmodelaf.