User manual

28
15.7 Functie „Steering mix“
Indebasisinstellingisdestuurmodus„Standard“geselecteerd,wat
geen bijkomende instellingen toelaat.
Alsudestuurmodus„Crawlermode“kiest,kuntudevolgendein-
stellingenuitvoeren,zoalsookweergegeveninafbeelding17:
„Front side“:
AlleendeaanCH1aandeontvangeraangeslotenstuurservovoor
devoorwielsturingwordtaangestuurd.
„Rear side“:
AlleendeaanCH3aandeontvangeraangeslotenstuurservovoor
deachterwielsturingwordtaangestuurd.
„Same phase“:
Voor-enachterwielenwordenopdezelfdemanieraangestuurd.
„Rev. phase“:
Voor-enachterwielenwordentegengesteldaangestuurd.
Selecteerdetewijzigenparameteromdegewenstestuurmodus
intestellen.Tikdeknop„Terug“aanomdenieuwewaardeopte
slaanenweernaarhetvorigemenutegaan.
Alsudefunctie„Samephase“of„Rev.phase“gebruikt,wordentegelijkmetdestuurbewegingopdezendertwee
stuurservo‘saangestuurd.Stuurservo1wordtaanCH1,stuurservo2aanCH3aangesloten.Inditgevalheeftde
stuurtoetsopdezendervoorCH3geenfunctie.
Destuurkarakteristiekvoorbeidestuurservo‘skuntuafzonderlijk(CH1enCH3)onderdemenupunten„Reverse,End
points en Subtrim“ afzonderlijk instellen. Bij de functies „Steering exponential en Steering speed“ dienen de eindstan-
denvanCH1alsmasterensturendeCH3(slave)automatischtotdeingesteldewaarden1:1mee.
Afbeelding 17