User manual
18
12.5 Aansluiting van de sensoren
Stop de kabel van de gewenste sensor (1) in de bus
„SENS“ van de ontvanger (2).
Monteer de zonet aangesloten sensor in overeenstem-
ming met zijn gebruikstoepassing (vb. temperatuur van
eenaccumeten)zoinuwmodeldatergeenkabelsinde
roterende delen van de aandrijving kunnen raken.
Nadat u de zender en daarna de ontvanger in gebruik hebt
genomen, licht bijkomend bij de LED in de ontvanger, ook
de LED in de sensor op.
De meting en overdracht naar de zender is geactiveerd.
Wiltumeerderesensoren(1+n)tegelijkinuwmodelvoor
meetdoeleindengebruiken,verbindtudenieuwesensor
(n)gewoonindeeerste(resp.voorgaandesensor.
Allesensorenkunnenaandezenderinhetmenu„RXsetup“inhetsubmenu„Displaysensors“worden
weergegeven.Ukuntooktotviersensoreninhethoofdmenuvanhetschermweergeven.Selecteerhier-
voorinhetsubmenu„Choosesensor“devolgordeendeselectievandesensoren.Deweergave,resp.de
selectiemogelijkheid van de verschillende sensoren kan uitsluitend bij ingeschakelde zender en ontvanger
gebeuren.
12.6 Conguratie / Weergave van de sensoren
Deinhetmodelenaandeontvangeraangeslotensensorenkunnenophethoofdmenu(i.e.deweergave,dienahet
inschakelenvandezenderdoorhetschermwordtweergegeven)wordenweergegeven.Hierbijkunnenmaximum
vieraanduidingen worden geselecteerd. Informatie hierovervindt uin hoofdstuk„RX setup“onder punt„Choose
sensors“.
U kunt alle door de zender doorgegeven waarden, met inbegrip van alle aangesloten sensoren in het menu
“RXsetup“onderdefunctie„Displaysensors“weergeven.
Neemhiervoordevoorschriftenindezegebruiksaanwijzinginhoofdstuk„RXsetup“,„Displaysensors“.
SENS
Afbeelding 7b