User manual

15
11.2 Montage van de ontvanger
Demontagevandeontvangerisvanhetmodelafhankelijk.Daarommoetumetbetrekkingtotdeinbouwaande
aanbevelingen van de modelfabrikant houden.
In het algemeen moet u altijd proberen, de ontvanger zo te monteren, dat deze voor stof, vuil, vochtigheid en vibraties
optimaal beschermd is. Voor de bevestiging zijn dubbelzijdig klevend schuimmateriaal of rubberringen geschikt, die
deinschuimmateriaalgewikkeldeontvangeropzijnplaatshouden.
Als antenne gelden de laatste ca. 3 centimeter van de antennekabel. De rest dient alleen als verlenging van de
antenne om ze in een model te kunnen leggen of positioneren.
Monteer met behulp van geschikte hulpmiddelen (vb. het antennebuisje uit de leveringsomvang) de antenne (dus de
laatste3centimeter)zodanigdatzezorechtmogelijkuiteenRC-boxofeenmodeluitsteekt.Hierbijgeldt:hoehoger
de antenne uit een model uitsteekt, hoe beter de ontvangst.
Deantennedraadvandeontvangerheefteennauwkeuriggedimensioneerdelengte.Daarommagdean-
tennedraadnochopgerold,inkringengelegdofafgekniptworden.Hetbereikvandeontvangerzoutesterk
wordenbeperktenzouzoeenbelangrijkveiligheidsrisicobetekenen.
11.3 Montage an de servo
Deinbouwvaneen servoisaltijd vanelkgebruikte modelafhankelijk. Nauwkeurige informatieis te vindenin de
bouwdocumentenvanhetmodel.
Bijmoeilijkgangbareroerenenkoppelingen kunnendeservo’snietindegewenstepositie bewegen. Uverbruikt
daardooronnodigstroomenhetmodelheefteenonnauwkeurigstuurgedrag.
Monteer de servohendel altijd in een hoek van 90° aan de koppelstang. Bij een scheef ten opzichte van de koppel-
stang staande servohendel zullen de stuur- of roeruitslagen in beide stuurrichtingen niet even groot zijn.
Let er voor montage van de servohendel voor de rij- en stuurfunctie op, dat de trimfunctie van alle kanalen
in de middenpositie staat. Verdere informatie kunt u in de sector „Controleren en instellen van de digitale
trimming“ vinden.
Deservohendelaandeservo’sdieaanCH3enCH4zijnaangesloten,moetenzowordengemonteerddat
ze bij het omschakelen van een eindstand naar de andere, niet blok kunnen lopen.