User manual
13
11. Ingebruikname van de ontvanger
11.1 Ontvangeraansluiting
Deontvanger biedtaansluitmogelijkhedentot enmetvier servo’s(CH1, CH2,CH3,CH4) enéénontvangeraccu
(BIND/VCC).
In afbeelding 5a ziet u een aansluitschema voor een model met externe ontvangervoedingsspanning (afbeelding 5a,
pos. 1), zoals dit typisch is vb. voor een model met verbrandingsmotor.
Inafbeelding5bzietueenaansluitschemavooreenelektrischaangedrevenmodel,waarbijderijregelaarovereen
geïntegreerd BEC (BEC is een in de rijregelaar geïntegreerde ontvangervoedingsspanning) beschikt. De rijaccu (af-
beelding5b,pos.1)wordthieraanderijregelaar(afbeelding5b,pos.2)aangesloten.Doorhetinderijregelaargeïn-
tegreerdeBECwordtdevolledigeontvangstinstallatievanstroomvoorzien,doordeaansluitingvandeservostekker
vanderijregelaaraanCH2.
Als de gebruikte rijregelaar geen geïntegreerd BEC heeft, moet de ontvangstinstallatie van een externe ontvanger-
voedingsspanningwordenvoorzien.Oriënteertuzichhierbijaanafbeelding5a.Inditgevalmagenkelservo2(CH2)
doorderijregelaarwordenvervangen.
AlsbijeenmodeleenelektronischerijregelaarmetgeïntegreerdBECwordtgebruikt,magergeenexterne
voedingsspanningaandeontvangerwordenaangesloten, aangezienderijregelaarmogelijkswordt ver-
nield.HetBEC kanvoor gebruikmet externeontvangervoedingsspanningen vande ontvangstinstallatie
wordenlosgekoppeldalsudemiddelste,rodekabelaandeservostekkervanderijregelaardoorknipten
isoleert.
Eventueelkannaastdestuurservoopontvangeruitgang„CH1“endegasservo/rijregelaaropontvangeruitgang„CH2“
nogeenextraservoop„CH3“of„CH4“wordenaangesloten.Dezeservo‘skunnenvoordiversebijkomendefuncties
wordengebruikt.
Bij een elektromodel met mechanische snelheidsregelaar is voor de stroomverzorging van de ontvanger in ieder geval
een batterijbox of een aparte ontvangeraccu nodig. De aan de snelheidsregelaar gemonteerde stroomverzorgingsa-
ansluitingmagnietwordengebruikt,omdatdeviadestekkergeleverdespanningvan7,2V(bij6-celligerij-accu)voor
de ontvanger en de aangesloten servo’s te hoog is.
Let bij het aansluiten van servo’s altijd op de correcte paring van de stekkerverbinder. De stekker voor de impulslei-
ding(afhankelijkvandefabrikantgeel,witoforanje)moetophetbinnenste(linkse)stiftcontactaangeslotenworden.
Destekkervoordeminleiding(afhankelijkvandefabrikantzwartofbruin)moetophetbuitenste(rechtse)stiftcontact
aangeslotenworden.
Schakel de zender en aansluitend de ontvanger in. Bij correcte verbindingsfunctie licht de rode controle-led in de
ontvangerop.Controleerdecorrectewerkingvandeontvangerenschakeldezeaansluitendweeruit.
Wanneerdeledindeontvangernietoplichtofdeaangeslotenservo‘snietopdeafstandbesturingssignalen
reageren,moetdeverbindingsfunctiewordenuitgevoerd.Verdereinformatiekuntuinhethiernavolgende
hoofdstuk „Verbindingsfunctie“ nalezen.