User manual

6
• Controleervóórelkgebruik detechnischeveiligheidvanuwmodel envandeafstandsbediening.Lethierbij op
zichtbare beschadigingen, zoals defecte steekverbindingen of beschadigde kabels. Alle bewegende onderdelen
moeten soepel werken en er mag geen speling in de lagers aanwezig zijn.
• Debedieningenhetgebruikvanopafstandbediendemodellenmoetgeleerdworden!Alsunognooiteenmodel
bestuurd heeft, moet u heel voorzichtig beginnen en u eerst vertrouwd maken met de reacties van het model op de
commando´svandeafstandsbediening.Weesgeduldig!
• Gelieveutotonzetechnischehelpdesk(ziehoofdstuk1voorhetcontactadres)ofeenanderevakmantewenden
indien u vragen heeft die niet met behulp van deze gebruiksaanwijzing opgehelderd kunnen worden.
b) Gebruik
• Gelieveutoteenervarenmodelsporterofeenmodelbouwclubtewendenalsunognietgenoegkennisheeftvoor
het gebruik van op afstand bediende modellen.
• Schakelbijdeingebruiknamesteedseerstdezenderin.Pasdaarnamagdeontvangerinhetmodelingeschakeld
worden. Dit kan anders tot onvoorziene reacties van het voertuig leiden! Vermijd om met de antennetop naar het
model te richten.
• Controleervóórhetgebruikenterwijlhetmodelstilstaatofhetzoalsverwachtopdecommando´svandeafstands-
bediening reageert.
• Leterbijhetgebruikvaneenmodelaltijdop,daterzichnooitlichaamsdelenofvoorwerpenindegevarenzonevan
motoren of andere draaiende aandrijfonderdelen bevinden.
• Eenverkeerdgebruikvanhetproductkanzwareletselsenbeschadigingentotgevolghebben!Letaltijdopeen
direct zichtcontact met het model en gebruik het daarom ook niet ’s nachts.
• Umaghetmodelalleenbesturenalsuwreactievermogennietverminderdis.Vermoeidheidofbeïnvloedingdoor
alcohol of medicijnen kunnen verkeerde reacties tot gevolg hebben.
• Gebruikhetmodelopeenplaatswaarhetgeengevaarvormtvooranderepersonen,dierenofvoorwerpen.Gebruik
het alleen op privéterrein of op speciaal daarvoor bestemde plaatsen.
• Schakelingevalvanstoringhetmodeldirectuitenzorgdatdestoringgeheelisverholpenvoordatuhetmodelweer
in gebruik neemt.
• Gebruikuwafstandsbedieningnietbijonweer,onderhoogspanningsleidingenofindebuurtvanzendmasten.
• Laatdeafstandsbediening(zender)steedsingeschakeldzolanghetmodelingebruikis.Omeenmodelaftezetten,
moet u steeds eerst de motor uitschakelen en daarna het ontvangstsysteem. Pas daarna mag de afstandsbediening
of zender uitgeschakeld worden.
• Beschermdeafstandsbedieningtegenvochtensterkevervuiling.
• Steldezendernietlangdurigblootaandirectzonlichtofextremehitte.
• Bijzwakkebatterijenindeafstandsbedieningzaldereikwijdteverminderen.Alsdeontvangerbatterijenofdeont-
vangeraccu zwak worden, zal het model niet meer correct op de afstandsbediening reageren.
In dit geval moet u het gebruik onmiddellijk stopzetten. Vervang de batterijen door nieuwe of laad de ontvangeraccu
op.
• Umagbijhetgebruikvanhetproductgeenrisico´snemen!Uweigenveiligheidendievanuwomgevingisafhan-
kelijk van uw verantwoord gebruik van het model.