Operation Manual
15 
3  Zenders scannen 
3.1  Schotelantenne instellingen 
  LNB instellingen 
Om succesvol een zenderlijst in te kunnen lezen, dienen diverse 
schotelantenne opties de juiste instellingen te hebben. In de meeste 
gevallen geldt dat de default instellingen hiervoor voldoende zijn. 
Open het apps venster  via de menu button, en kies  Settings > 
Schotelantenne instellingen. 
Hier zie je o.a. 2 indicatie balken v.w.b. de signaal sterkte, en de kwaliteit 
daarvan. De blauwe ‘hotkey’ op de RCU toont een verlengde signaalbalk. 
Indien nodig, is het volgende te configureren: 
  Satelliet: Selecteer de gewenste satelliet. 
  Frequency: Kies de gewenste transponder/frequentie. 
  LNB Power: Indien de LNB niet extern gevoed wordt, kies hier de 
optie ‘Aan’ (standaard). 
  LNB Type: Kies hier het gebruikte LNB type. 
  LNB Frequency: Wanneer voor een universeel LNB type is gekozen, 
dan worden beide 9750/10600 frequenties gebruikt. LNB frequenties 
kunnen ook, indien nodig, handmatig met de numerieke RCU toetsen 
worden ingevoerd. 
  LNB 22 kHz: Aan of uit te zetten om een hogere of lagere frequentie 
band te kiezen. 
  DiSEqC Switch: Voer hier de juiste instelling in, overeenkomstig de 
fysieke aansluiting aan de schotel. V.w.b. de instellingen voor Astra 1, 
2, 3 en Hotbird, zijn deze reeds gedefinieerd volgens de Canal Digitaal 
standaard. 










