Operation Manual

Hoofdstuk 6: Instellen van de kaartplotter 71
Systeem
instellingen
Wind Vector OFF OFF
ON
Tide Vector OFF OFF
ON
Dead Reckoning OFF OFF
ON
Cursor Data Box OFF ON
ON
Waypoint Name (waypoint naam)
Met deze optie bepaalt u het aantal tekens waarmee elk waypoint op de kaart
wordt weergegeven. Soms kan door verkleinen of verwijderen van waypoint-
namen de leesbaarheid van de kaart worden verbeterd (alle tekens worden nog
wel in andere schermen weergegeven).
Waypoint Display (waypoint weergave)
Hiermee bepaalt u of waypoints en events al dan niet op de kaart worden
getoond. Als u de optie OFF (uit) zet, worden alleen de waypoints van de huidige
route en het actieve waypoint (indien beschikbaar) weergegeven.
Course Vector (koersvector)
Wanneer Course Vector ingeschakeld is, wordt uw schip op de kaart weerge-
geven met een stippellijn vanaf de boeg die de huidige koers aangeeft. U kunt de
lengte van de lijn instellen: een “infinite” (oneindige) vector loopt tot aan de
rand van de kaart.
De koersvector toont de richting waarin het schip vaart (COG).
Heading Vector (vaarrichting vector)
Wanneer Heading Vector ingeschakeld is, wordt uw schip op de kaart weerge-
geven met een doorgetrokken lijn vanaf de boeg die de huidige vaarrichting
aangeeft. U kunt de lengte van de lijn instellen: een “infinite” (oneindige) vector
loopt tot aan de rand van de kaart.
Wind Vector
Wanneer Wind Vector ingeschakeld is, wordt uw schip op de kaart weerge-
geven met een doorgetrokken lijn vanaf het schip die de windrichting W
aangeeft.
De vector wordt alleen weergegeven als de benodigde winddata van een wind-
instrument in uw systeem beschikbaar is.