Operation Manual
Hoofdstuk 1: Inleiding 5
1.3 Bedieningselementen
Voor de bediening van de kaartplotter worden de toetsen op de display unit
gebruikt, gecombineerd met schermfuncties zoals pop-up menu’s. De
bedieningselementen zijn:
• De trackpad, waarmee een cursor op het scherm omhoog, omlaag, naar links,
naar rechts of diagonaal wordt verplaatst.
• Acht vaste toetsen (met opschrift).
• Vier sneltoetsen (soft keys), waarvan de opschriften op het scherm worden
weergegeven.
• Pop-up menu’s, verschijnen op het scherm, Hierin kunt u opties selecteren.
• Databaselijsten op het scherm, waarin u items kunt bewerken.
NB: de cursor is het kruissymbool (+) op het scherm. U verplaatst de cursor
met behulp van de Trackpad en gebruikt de cursor om een positie of object op
de kaart te selecteren. .
De bedieningselementen zijn in de volgende afbeelding weergegeven. Ze zijn
uitgerust met verlichting voor gebruik in het donker. Bij veel
bedieningselementen verschijnt helptekst. U kunt de helptekst (en
sneltoetslabels) desgewenst uit zetten, zie hoofdstuk 6.
Vaste toets
Sneltoetsen
Vaste toetsen
Trackpad
Vaste
toetsen
D3347_2
Trackpad en cursor
De Trackpad heeft verschillende functies:
• de cursor over het kaartscherm verplaatsen
• een optie in een pop-up menu of databaselijst selecteren
• een schuifregelaar instellen
• namen in een databaselijst invoeren.
Bedienings-
elementen