i7 0 Ins ta lla tie ins tructie s Du tc h Docume nt numbe r: 87131-1 Da te : 11-2010
Mededeling over handelsmerken en octrooien Handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken Autohelm, hsb2, RayTech Navigator, Sail Pilot, SeaTalk, SeaTalkNG, SeaTalkHS en Sportpilot zijn gedeponeerde handelsmerken van Raymarine UK Limited. RayTalk, Seahawk, Smartpilot, Pathfinder en Raymarine zijn gedeponeerde handelsmerken van Raymarine Holdings Limited. FLIR is een gedeponeerd handelsmerk van FLIR Systems, Inc. en/of haar dochtermaatschappijen.
Inhoud Hoofdstuk 1 Belangrijke informatie ........................ 7 3.2 Overzicht verbindingen .............................................. 23 Reinigen ........................................................................ 7 TFT LCD-displays........................................................... 7 3.3 SeaTalkng-verbindingen ............................................. 24 3.4 SeaTalk-verbinding.................................................... 26 Binnendringen van water.......................
Hoofdstuk 7 Technische ondersteuning ................ 65 7.1 Raymarine-klantenservice ......................................... 66 7.2 Productinformatie bekijken......................................... 66 Hoofdstuk 8 Technische specificaties.................... 67 8.1 Technische specificaties ............................................ 68 Hoofdstuk 9 Opties en accessoires........................ 69 9.1 SeaTalkng kabels en accessoires................................ 70 9.2 Converters.....................
Hoofdstuk 1: Belangrijke informatie Waarschuwing: Productinstallatie en -bediening Deze apparatuur dient geïnstalleerd en bediend te worden volgens de verschafte richtlijnen. Worden deze niet in acht genomen, dan kan dat leiden tot persoonlijk letsel, schade aan uw boot en/of slechte productprestaties. Waarschuwing: Uitschakelen van de voeding Zorg dat de energievoorziening van de boot is uitgeschakeld voordat u met de installatie van dit product begint.
Binnendringen van water Disclaimer binnendringen van water Hoewel de waterdichtheidsclassificatie van Raymarine-producten de vereisten van de norm IPX6 overschrijdt, kan er water binnendringen en kunnen vervolgens apparatuurfouten optreden als Raymarine-apparatuur wordt blootgesteld aan commerciële hogedrukreiniging. Raymarine geeft geen garantie op apparatuur die is blootgesteld aan hogedrukreiniging.
Opmerking: Waar beperkingen met betrekking tot de installatie een van de bovenstaande aanbevelingen belemmeren, moet u altijd de grootst mogelijke afstand tussen verschillende elektronische apparaten garanderen om zodoende de best mogelijke omstandigheden voor EMC-prestaties te creëren in de gehele installatie. Ontstoringsferrieten Raymarine-kabels kunnen ferrieten voor ontstoring bevatten. Deze zijn van belang voor de juiste EMC-prestaties.
Technische nauwkeurigheid De informatie in dit document was bij het ter perse gaan naar ons beste weten correct. Raymarine is echter niet aansprakelijk voor eventuele onnauwkeurigheden of omissies. Daarnaast kunnen specificaties volgens ons principe van continue productverbetering zonder voorafgaande opgave gewijzigd worden. Raymarine kan daarom niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele verschillen tussen het product en dit document.
Hoofdstuk 2: De installatie plannen Inhoudsopgave • 2.1 Informatie over de handleiding op pagina 12 • 2.2 Installatie-checklist op pagina 12 • 2.3 i70-systemen op pagina 13 • 2.4 Systeemprotocollen op pagina 17 • 2.5 Inhoud van de verpakking op pagina 18 • 2.
2.1 Informatie over de handleiding 2.2 Installatie-checklist Deze handleiding bevat belangrijke informatie over het i70-instrumentdisplay. Installatie omvat de volgende werkzaamheden: Installatietaak i7o-handleidingen 1 Plan uw systeem Voor het i70-instrument zijn de volgende handleidingen beschikbaar: 2 Verzamel alle vereiste apparatuur en gereedschappen 3 Zet alle apparatuur op hun toekomstige plaats i70-handleidingen Omschrijving Artikelnummer 4 Leg alle kabels uit.
2.3 i70-systemen Het i70-display kan worden verbonden met verschillende apparaten als onderdeel van uw maritieme elektronicasysteem. Voorbeeld basis SeaTalkng-systeem 1 3 2 4 AIS 12 V 500 5 6 7 7 7 9 10 8 D12052-1 Opmerking: De i70 kan worden aangesloten op SeaTalk- of SeaTalkng-netwerken, in sommige gevallen is hiervoor een optionele SeaTalk naar SeaTalkng-converter nodig.
Artikel Omschrijving 1. ST70-instrumentdisplay. 2. 2 x i70-instrumentdisplays. 3. AIS-ontvanger/zender 4. SeaTalkng GPS-ontvanger 5. SeaTalkng T-stukconnector 6. SeaTalkng 5–weg connectoren 7. Transducer pods 8. Windtransducer 9. Snelheidstransducer 10.
Voorbeeld uitgebreid SeaTalkng-systeem 1 2 3 4 5 12 V SMARTPILOT 6 AIS 500 7 8 9 8 11 10 11 11 12 14 13 15 16 17 18 8 D12053-1 Opmerking: Op het systeem kunnen via een ringnetwerk 3 instrumentdisplays worden aangesloten zoals in het bovenstaande voorbeeld te zien is.
Artikel Omschrijving 1. ST70-instrumentdisplay 2. p70r-stuurautomaatbediening 3. i70-instrumentdisplay 4. SPX-koerscomputer (levert 12 V voeding aan het SeaTalkng-netwerk.) 5. AIS-ontvanger/zender 6. SeaTalkng GPS-ontvanger 7. Man overboord (aangesloten via de SeaTalk naar SeaTalkng-converter.) 8. SeaTalkng 5–weg connectoren 9. Multifunctioneel display 10. SeaTalk naar SeaTalkng-converter 11. Transducer pods 12. Fluxgate-kompas 13. Roerstandterugmelder 14.
2.4 Systeemprotocollen NMEA 2000 Uw product kan worden aangesloten op verschillende andere producten en systemen, om informatie te delen en daarmee de functionaliteit van het gehele systeem te verbeteren. Deze verbindingen kunnen worden gemaakt met behulp van een aantal verschillende protocollen.
2.5 Inhoud van de verpakking Nummer Omschrijving Alle modellen bevatten de volgende items: 1 i70-instrumentdisplay 2 Instrumentrand 3 Pakking 4 Zonnekap 5 4 schroeven 6 Documentpakket, bevat: 2 1 • Meertalige CD (inclusief gebruikershandleiding) • Montagemal • Installatie- en inbedrijfstellingsinstructies 4 3 • Verkorte gebruikershandleiding • Garantieregistratiekaart 7 SeaTalkng-eindafdichting 8 SeaTalkng-spurkabel Pak de displayunit voorzichtig uit om beschadiging te voorkomen.
2.6 Gereedschap 5. Vijl Benodigd gereedschap voor de installatie 6. Plakband 7. Boortjes van de juiste maat* 1 2 Opmerking: De maat van de boortjes hangt af van de dikte en het soort materiaal waarop de unit wordt bevestigd. 3 4 5 6 7 D12055-1 1. Boormachine 2. Zaag 3. Schroevendraaier 4.
i70
Hoofdstuk 3: Kabels en aansluitingen Inhoudsopgave • 3.1 Algemene kabelleiding op pagina 22 • 3.2 Overzicht verbindingen op pagina 23 • 3.3 SeaTalkng-verbindingen op pagina 24 • 3.4 SeaTalk-verbinding op pagina 26 • 3.5 NMEA2000-verbinding op pagina 27 • 3.
3.1 Algemene kabelleiding • Gebruik een geschikte waterdichte doorvoering waar kabels door een open schot of dek gevoerd worden. Kabeltypen en -lengtes • Leid kabels NIET vlak langs motoren of fluorescerende lampen. Het is belangrijk kabels te gebruiken van het juiste type en met de juiste lengte. Leid kabels altijd zo ver mogelijk weg van: • Tenzij anders aangegeven, dient u alleen standaardkabels van het correcte type te gebruiken, die zijn geleverd door Raymarine.
3.2 Overzicht verbindingen De kabelconnectoren bevinden zich aan de achterkant van het product. 2. Zorg ervoor dat de eindconnector van de spurkabel in de juiste richting staat. 3. Steek de kabelconnector volledig in. 4. Draai de borgring met de klok mee (2 keer klikken) totdat hij vastklikt in de stand VERGRENDELD. D12056-1 De unit heeft 2 SeaTalkng-connectoren. SeaTalkng-kabels aansluiten 1. Draai de borgring aan de achterkant van de unit naar de positie ONTGRENDELD.
3.3 SeaTalkng-verbindingen SeaTalkng-systeem 1 Het instrumentdisplay kan worden aangesloten als onderdeel van het SeaTalkng-netwerk. 2 3 4 Het display kan SeaTalkng gebruiken om te communiceren met: • SeaTalkng-instrumenten (bijv. ST70). • Transducer pods (bijv. ST70-pods) SeaTalkng 12 V 3 5 3 6 D12057-1 24 Artikel Omschrijving 1. i70-instrumentdisplay 2. ST70-instrumentdisplay 3.
Artikel Omschrijving • Raymarine SPX-koerscomputer, of 4. Windtransducer • een andere gereguleerde 12 VDC-voeding. 5. Dieptetransducer 6. Snelheidstransducer Opmerking: SeaTalkng levert GEEN voeding aan multifunctionele displays en andere apparatuur met een toepassingsgerichte voedingsingang. SeaTalkng-kabels SeaTalkng-kabels en -connectoren Verbinding / kabel Opmerkingen Backbone-kabels (verschillende lengtes) De hoofdkabel voor de overdracht van gegevens.
3.4 SeaTalk-verbinding Verbindingen met een bestaand SeaTalk-systeem moeten worden gemaakt met een SeaTalk naar SeaTalkng-adapterkabel of een SeaTalk naar SeaTalkng-converter (niet meegeleverd). 5 1 2 3 4 Item Omschrijving 4. ST60+-windinstrument 5. Windtransducer 6. SeaTalk naar SeaTalkng-adapterkabel 7. Dieptetransducer 8. Snelheidstransducer 9. Koerscomputer Gebruik voor SeaTalk-kabels en -verlengers Raymarine SeaTalk-kabelaccessoires. 6 7 9 8 12 V D12058-1 Item Omschrijving 1.
3.5 NMEA2000-verbinding 4. NMEA2000-apparatuur. U kunt of: Het display aansluiten op een bestaande NMEA2000-backbone (DeviceNet) • uw SeaTalkng-backbone gebruiken en ieder NMEA2000-apparaat op een spur aansluiten, of • het instrumentdisplay op een spur aansluiten naar een bestaande NMEA2000-backbone. 1 Belangrijk: U kunt geen 2 afgesloten backbones met elkaar verbinden, tenzij u een isolerende gateway gebruikt tussen de twee backbones.
3.6 Transducerverbindingen Transducerinstallatie ST70-pod Er zijn transducer pods beschikbaar voor wind, diepte en snelheid. Voor meer gedetailleerde installatie-instructies kunt u de documentatie bij de pods raadplegen. Artikel Omschrijving 1. Snelheidstransducer 2. Snelheidspod 3. SeaTalkng T-stukconnector • Transducers aansluiten op de pods. Podaansluitingen zijn voorzien van een kleurcodering, zorg ervoor dat iedere draad wordt verbonden met de connector met dezelfde kleurcode.
Hoofdstuk 4: Plaatsbepaling en montage Inhoudsopgave • 4.1 Een locatie selecteren op pagina 30 • 4.
4.1 Een locatie selecteren Algemene vereisten locatie Bij het kiezen van een plaats voor uw display is het van belang een aantal factoren te overwegen. Sleutelfactoren die de productprestaties kunnen beïnvloeden, zijn: • Ventilatie Om te zorgen voor een afdoende luchtstroming: – Zorg dat de apparatuur wordt gemonteerd in een ruimte van een geschikte grootte. – Zorg dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd worden. Zorg dat de apparaten ver genoeg van elkaar verwijderd zijn.
4.2 Montage Afmetingen van de unit Afmetingen van de I70 Het product is ontworpen voor vlakke inbouwmontage. C D Voordat u de unit monteert moet u ervoor zorgen dat: E • U een geschikte plaats kiest. • U de kabelverbindingen en de plaatsen waar de kabel moet worden gelegd hebt vastgesteld. F B • De ring aan de voorzijde hebt losgedraaid. A G D12063-1 Artikel Omschrijving A. 110 mm (4,33”) B. 115 mm (4,52”) C. 14 mm (0,55”) D. 30 mm (1,18”) E. 35 mm (1,38”) F. 90 mm (3,54”) G.
3. Gebruik een geschikte boor om geleidegaten te maken in alle hoeken van het uit te snijden gebied. 4. Gebruik een geschikte zaag om langs de binnenkant van de snijlijn te zagen. 5. Controleer of de unit in het uitgezaagd stuk past en vijl langs de snijlijn totdat deze glad is. 6. Boor vier gaten zoals aangegeven op de mal voor de bevestigingsschroeven. 7. Verwijder de beschermlaag van de pakking en plaats de plakzijde van de pakking op de displayunit. Druk hem stevig op de flens. 8.
Voorframe Belangrijk: Wees voorzichtig bij het verwijderen van de rand. Gebruik geen gereedschap om de rand los te draaien, hij kan hierdoor beschadigen. De rand aan de voorzijde verwijderen 1 2 3 4 1. Gebruik uw vingers om de rand weg te trekken van de unit aan de bovenkant en zijkant, zoals getoond op afbeelding 2. De rand begint los te komen van de unit aan de boven- en zijkant. 2. Trek de rand nu weg van de unit aan de andere kant, zoals getoond op afbeelding 3.
i70
Hoofdstuk 5: Systeemcontroles Inhoudsopgave • 5.1 Initiële inschakeltest op pagina 36 • 5.2 De instellingenwizard gebruiken op pagina 37 • 5.3 Kalibreren transducer op pagina 37 • 5.4 Dieptekalibratie op pagina 38 • 5.5 Snelheidskalibratie op pagina 39 • 5.6 Windkalibratie op pagina 42 • 5.7 De trim tab-weergave kalibreren op pagina 44 • 5.
5.1 Initiële inschakeltest Het display inschakelen Het display aanzetten 1. Druk de LINKER FUNCTIEKNOP in en houd hem één seconde ingedrukt totdat het Raymarine-logo verschijnt. Als de unit voor het eerst wordt aangezet of na een reset naar de fabrieksinstellingen wordt een instellingenwizard gestart. Instrumentbesturingen Besturen van indeling en functies. Opmerking: Het Raymarine-logo wordt niet weergegeven als de unit in ’slaapmodus’ is, het lijkt of de unit uit staat maar hij staat wel aan.
5.2 De instellingenwizard gebruiken 5.3 Kalibreren transducer Instellingenwizard voor eerste installatie Transducers instellen De instellingenwizard helpt u bij het instellen van de taal- en scheepstypeselectie, daarna ziet u het welkomvenster. 1. Markeer de gewenste taal met behulp van de knoppen OMHOOG en OMLAAG en druk op SELECTEREN. 2. Markeer het gewenste scheepstype met behulp van de knoppen OMHOOG en OMLAAG en druk op SELECTEREN. Het welkomvenster wordt weergegeven en uw keuzes zijn opgeslagen.
5.4 Dieptekalibratie De dieptecorrectie instellen Dieptecorrectie Diepten worden gemeten vanaf de transducer naar de zeebodem, maar u kunt een correctiewaarde toepassen op de dieptewaarde, zodat de weergegeven dieptemeting de afstand tot de zeebodem meet vanaf de kiel of de waterlijn. Voordat u probeert de kiel- of waterlijncorrectie in te stellen moet u uitvinden hoe groot de verticale afstand tussen de transducer en de waterlijn of de onderkant van de kiel van uw schip is.
5.5 Snelheidskalibratie Snelheidskalibratie heeft betrekking op het uitlijnen van de logsnelheid (snelheid door water) met de grondsnelheid (SOG), bij kalme getijdecondities. Het doel van de Snelheidskalibratie is ervoor te zorgen dat de snelheidsmetingen op de instrumenten een feitelijke indicatie zijn van de snelheid van het schip, idealiter over het hele snelheidsbereik van het schip, d.w.z. van stationair tot topsnelheid.
kalibratiesnelheden toevoegen en verwijderen, om een reeks snelheidswaarden in te stellen die het beste past bij de manier waarop uw schip wordt gebruikt. • Reset — om de kalibratie terug te zetten naar de fabrieksinstelling. 3. Toevoegen met behulp van SOG. • U moet beschikken over een nauwkeurige grondkoerswaarde (SOG), bijv. vastgesteld aan de hand van een GPS die verbonden is met uw SeaTalkng-systeem. Wanneer u een punt toevoegt ziet u het volgende: • Huidige grondsnelheid van het schip (SOG).
i. Om de DST terug te zetten naar de standaard fabrieksinstellingen drukt u op de JA-toets. ii. Om naar het vorige scherm terug te keren zonder te resetten druk u op NEE. Opmerking: Door het terugzetten van de fabrieksinstellingen worden eventueel opgeslagen aangepaste instellingen verwijderd. 8.
3. Selecteer de optie Huidige temperatuur. 4. Gebruik een geschikte thermometer om de watertemperatuur te meten. 5. Gebruik de knoppen OMHOOG en OMLAAG om de op het instrument weergegeven temperatuur gelijk te maken aan de gemeten waarde op de thermometer. 6. Druk op OPSLAAN om de instelling op te slaan. 5.6 Windkalibratie De windrichting kalibreren • U moet daarvoor varen, met voldoende ruimte om ongehinderd een grote langzame bocht te maken. • De weersomstandigheden moeten kalm zijn (d.w.z.
6. Stuur uw schip met de kop in de wind en druk op DOORGAAN. D12067-1 5. Druk op DOORGAAN. D12068-1 7. Gebruik wanneer nodig de knoppen OMHOOG en OMLAAG om de windvaancorrectie handmatig aan te passen. 8. Druk op SELECTEREN om het kalibratieproces te voltooien en de instellingen op te slaan. Wanneer nodig kunt u ieder element van het kalibratieproces handmatig aanpassen door de betreffende opties te seleteren in het menu Wind.
3. Gebruik de knoppen OMHOOG en OMLAAG om de regelaar in te stellen op de juist waarde. 4. Druk op SELECTEREN om de instellingen op te slaan en terug te keren naar de pagina Wind. 5.7 De trim tab-weergave kalibreren De weergavepositie van de trim tabs kalibreren De i70 kan op het scherm de positie van de trim tabs van uw schip weergeven. Om ervoor te zorgen dat deze functie de correctie positie weergeeft moet de trim tab-weergave worden gekalibreerd volgens de onderstaande stappen: 1.
5.8 Instellingenmenu Het instellingenmenu biedt een aantal hulpmiddelen en instellingen voor het configureren van het instrumentdisplay. Menu-item Omschrijving Opties Transducerinstellingen Instellen en kalibreren van transducers zoals beschreven in de sectie Transducerkalibratie hierboven. • Diepte Menu-item Omschrijving Opties Simulator Schakelt de simulatormodus in of uit, waarmee u kunt oefenen met het bedienen van uw instrumentdisplay zonder gegevens van een andere externe unit.
Menu transducerinstellingen Het menu Transducerinstellingen bevat de functies voor het instellen en kalibreren van de aangesloten transducers. Menu-item Omschrijving Opties Diepte Hiermee kunnen dieptetransducers worden ingesteld en gekalibreerd en het heeft de volgende opties: Informatie geeft informatie over de geïnstalleerde transducer of interface zoals serienr. en softwareversie etc.
Menu-item Omschrijving Opties Wind Hiermee kunnen windtransducers worden ingesteld en gekalibreerd en het heeft de volgende opties: • Windvaankalibratie Informatie geeft informatie over de geïnstalleerde sensor, serienr. en softwareversie etc. Windvaankalibratie- volg de instructies op het scherm om de windvaan te kalibreren.
Menu-item Omschrijving Opties • Verwijderen — verwijdert de geselecteerde snelheidsinstelling. • Reset — reset de snelheidskalibratie naar de standaard instellingen. Temperatuurcorrectie: • xxx ºC of ºF DT800 Hiermee kunnen DT (diepte en temperatuur) smart transducers worden ingesteld en gekalibreerd en het heeft de volgende opties: • DT800-informatie • Dieptecorrectie • Temperatuurcorrectie DT800-informatie geeft informatie over de geïnstalleerde transducer, serienr. en softwareversie etc.
Menu-item Omschrijving Opties • Trim taben omhoog • Klik op DOORGAAN om te bevestigen dat de trim tabs volledig omlaag staan.
Menu Gebruikersvoorkeuren Met het menu Gebruikersvoorkeuren kunnen gebruikers de gebruikersinstellingen aanpassen zoals weergegeven in de onderstaande tabel: Menu-item Omschrijving Opties Tijd & datum Met deze opties kunt u het datum- en tijdformaat aanpassen aan uw wensen. U kunt ook een plaatselijke tijdcorrectie specificeren ten opzichte van de gecoördineerde wereldtijd (Universal Time Constant, UTC), ter compensatie van tijdzoneverschillen.
Menu-item Omschrijving Opties Windsnelheid: • kn — knopen. • m/s — meter per seconde. Temperatuur: • ºC — graden Celsius. • ºF — graden Fahrenheit. Brandstofverbruik • UK Gal/U — Britse gallons per uur. • US Gal/U — Amerikaanse gallons per uur. • LPU — liter per uur. Koers: • Mag — magnetisch. • Waar Druk • PSI — pound per vierkante inch. • Bar — bar. • kPa — kilopascal. Inhoud: • Britse gallons • Amerikaanse gallons • ltr — liter.
Menu-item Omschrijving Opties Taal Selecteert de taal voor gebruik in tekst, labels, menu’s en opties op het scherm.
Menu-item Omschrijving Opties Scheepstype Bepaalt de standaardinstelling van de unit en favoriete pagina’s • Wedstrijdzeiler • Zeilkruiser • Catamaran • Werkboot • RIB • Speedboot met buitenboordmotor • Speedboot met binnenboordmotor • Power cruiser 1 • Power cruiser 2 • Power cruiser 3 • Sportvisserij • Pro-visserij Scheepsinformatie Hiermee kunt u het volgende specificeren: Aantal motoren: • Aantal motoren • 1—5 • Aantal accu’s Aantal accu’s • Aantal brandstoftanks • 1—5 Aantal brandstoftank
Menu-item Omschrijving Opties • Variatiebereik • Slave Variatiebereik: • -30º — +30º 54 i70
Menu systeeminstellingen Het menu Systeeminstellingen stelt gebruikers in staat gebruikersinstellingen aan te passen zoals weergegeven in de onderstaande tabel: Menu-item Omschrijving Opties Netwerkgroep Hierdoor kunnen meerdere units in één groep worden samengevoegd, zodat wanneer het kleurenpalet of de helderheid op één unit wordt gewijzigd, de wijzigingen worden toegepast op alle units in de groep.
Menu-item Omschrijving Opties Multipele gegevensbronnen Hiermee kunt u voorkeursgegevensbronnen bekijken en selecteren. Gegevensbron selecteren • Gegevensbron selecteren • Gegevensbron gevonden • Informatie over gegevensbron • GPS-positie • Koers • Diepte • Snelheid • Wind Gegevensbron gevonden • Modelnaam — serienummer Poort-ID Informatie over gegevensbron • Apparaatnaam • Serienr.
Diagnose U kunt de diagnose-informatie bekijken via de menu-optie Instellingen > Diagnose en u kunt informatie bekijken over: Menu-item Omschrijving Opties Informatie over het display Hiermee kunt u informatie bekijken over het instrumentdisplay dat u gebruikt: • Softwareversie • Hardwareversie • Bootloader-versie • Temperatuur • Voltage • Max. voltage • Stroom • Max.
Menu-item Omschrijving Opties Toetssignaal Hiermee kunt u het geluidssignaal bij het indrukken van toetsen in- en uitschakelen • Aan Het product heeft een ingebouwde zelftest die u kan helpen bij het diagnosticeren van fouten.
Hoofdstuk 6: Probleemoplossing Inhoudsopgave • 6.1 Probleemoplossing op pagina 60 • 6.2 Probleemoplossing inschakelen op pagina 61 • 6.3 Probleemoplossing systeemdata op pagina 62 • 6.
6.1 Probleemoplossing De informatie over probleemoplossing geeft de mogelijke oorzaken en oplossingen voor algemene problemen van maritieme elektronicasystemen. Alle Raymarine-producten worden, voordat ze worden verpakt en uitgeleverd, onderworpen aan uitgebreide test- en kwaliteitsprogramma’s. Wanneer u toch problemen hebt met het gebruik van uw product kan deze sectie u helpen de oorzaak vast te stellen en problemen op te lossen zodat het product weer normaal functioneert.
6.2 Probleemoplossing inschakelen Hier worden problemen met de inschakeling en de mogelijke oorzaken beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Het systeem (of een gedeelte daarvan) start niet op. Probleem met energievoorziening. Controleer de desbetreffende zekeringen en stroomonderbrekers. Controleer of de voedingskabel niet beschadigd is en of alle aansluitingen vastzitten en vrij zijn van corrosie. Controleer of de voedingsbron de juiste spanning heeft en voldoende stroom.
6.3 Probleemoplossing systeemdata Bepaalde aspecten van de installatie kunnen problemen veroorzaken met de data die gedeeld wordt tussen de aangesloten apparatuur. Hier worden dergelijke problemen en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Instrument-, motor- of andere systeemdata is op geen van de displays beschikbaar. Er wordt op het display geen data ontvangen. Controleer de bekabeling en aansluitingen van de databus (b.v. SeaTalkng).
6.4 Foutafhandeling diversen Hier worden diverse problemen en de mogelijke oorzaken beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijk oplossingen Display vertoont foutief gedrag: Regelmatig terugkerende problemen met de voeding naar het display. Controleer de betreffende zekeringen en stroomonderbrekers. • Regelmatig onverwachte resets. • Systeem crasht of ander foutief gedrag. Controleer of de voedingskabel niet beschadigd is en of alle aansluitingen vastzitten en vrij zijn van corrosie.
i70
Hoofdstuk 7: Technische ondersteuning Inhoudsopgave • 7.1 Raymarine-klantenservice op pagina 66 • 7.
7.1 Raymarine-klantenservice 7.2 Productinformatie bekijken Raymarine biedt een uitgebreide klantenservice. U kunt contact opnemen met de klantenservice via de Raymarine-website, per telefoon en per e-mail. Als u niet in staat bent een probleem op te lossen, kunt u één van deze faciliteiten gebruiken om aanvullende hulp te krijgen. 1. Vanuit het hoofdmenu bladert u naar Instellingen en drukt u op de knop SELECTEREN. 2. Vanuit het instellingenmenu bladert u naar Diagnose en drukt u op de knop SELECTEREN.
Hoofdstuk 8: Technische specificaties Inhoudsopgave • 8.
8.1 Technische specificaties Nominale voedingsspanning 12 of 24 VCD Werkspanningsbereik 10,7 tot 32 VCD Stroom 132 mA Stroomverbruik 1.6 W LEN (Raadpleeg de Seatalkng-gebruikershandleiding voor meer informatie). 3 Omgeving Bedrijfstemperatuur: -25°C tot +55°C (13ºF tot 131ºF) Opslagtemperatuur: -30°C tot 70°C (-22°F tot 158°F) Schijnbare vochtigheid: max.
Hoofdstuk 9: Opties en accessoires Inhoudsopgave • 9.1 SeaTalkng kabels en accessoires op pagina 70 • 9.2 Converters op pagina 71 • 9.3 SeaTalk-accessoires op pagina 71 • 9.
9.1 SeaTalkng kabels en accessoires Omschrijving Artikelnr. SeaTalkng kabels en accessoires voor gebruik met compatibele producten.
9.2 Converters 9.3 SeaTalk-accessoires Artikelnummer Omschrijving E22158 SeaTalk naar SeaTalkng-converter Opties en accessoires SeaTalk-kabels en accessoires voor gebruik met aansluitbare producten. Omschrijving Onderdeelnr.
9.
www.ra ym a rin e .