e 7 / e 7D Ins ta lla tie ins tructie s Du tc h Docume nt numbe r: 87136-2-NL Da te : 10-2011
Mededeling over handelsmerken en octrooien Handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken Autohelm, hsb2, RayTech Navigator, Sail Pilot, SeaTalk, SeaTalkNG, SeaTalkHS en Sportpilot zijn gedeponeerde handelsmerken van Raymarine UK Limited. RayTalk, Seahawk, Smartpilot, Pathfinder en Raymarine zijn gedeponeerde handelsmerken van Raymarine Holdings Limited. FLIR is een gedeponeerd handelsmerk van FLIR Systems, Inc. en/of haar dochtermaatschappijen.
Inhoud Hoofdstuk 1 Belangrijke informatie .......................... 7 2.9 Data master.............................................................. 30 Reinigen ..........................................................................9 TFT-displays ....................................................................9 2.10 Meegeleverde onderdelen ....................................... 31 2.11 Benodigd gereedschap voor de installatie ................. 32 Binnendringen van water..........................
4.4 Het bevestigen van de instrumentrand aan de achterzijde ..................................................................... 70 4.5 Montage van de beugel (flens) ................................... 71 6.10 Probleemoplossing Bluetooth ................................ 105 6.11 Probleemoplossing touchscreen ............................. 106 6.12 Probleemoplossing diversen .................................. 107 4.6 Voorframe.................................................................
Hoofdstuk 1: Belangrijke informatie Waarschuwing: Productinstallatie en -bediening Deze apparatuur dient geïnstalleerd en bediend te worden volgens de verschafte richtlijnen. Worden deze niet in acht genomen, dan kan dat leiden tot persoonlijk letsel, schade aan uw boot en/of slechte productprestaties. Waarschuwing: Potentiële ontstekingsbron Dit product is NIET goedgekeurd voor gebruik in een gevaarlijke/brandbare omgeving.
Waarschuwing: Aanraakschermdisplay Let op: Onderhoud van cartografieen geheugenkaarten Wanneer het aanraakschermdisplay voor langere perioden aan direct zonlicht wordt blootgesteld, kan dit zeer heet worden. Vermijd in dergelijke situaties het gebruik van het aanraakscherm en gebruik in plaats daarvan de fysieke toetsen en knoppen van de unit.
Let op: Sun covers • To protect your product against the damaging effects of ultraviolet (UV) light, always fit the sun covers when the product is not in use. • Remove the sun covers when travelling at high speed, whether in water or when the vessel is being towed. Reinigen Goed reinigingsgewoontes. Als u dit product reinigt: • Veeg het displayscherm NIET af met een droge doek, aangezien dit krassen kan veroorzaken op de coating. • Gebruik GEEN schurende of op zuren of ammonia gebaseerde producten.
correct werkt. Raymarine is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt door uw gebruik of onbekwaamheid, door interactie van het product met producten die door anderen gefabriceerd zijn of voor fouten in kaartgegevens of informatie die door het product gebruikt worden en door derden verstrekt zijn. Cartografie- en geheugenkaarten Geheugenkaarten worden gebruikt voor het archiveren van gegevens en kaarten met cartografie beschikken over extra of bijgewerkte cartografie.
Ontstoringsferrieten Verwijdering van het product Raymarine-kabels kunnen ferrieten voor ontstoring bevatten. Deze zijn van belang voor de juiste EMC-prestaties. Als een ferriet om welke reden dan ook moet worden verwijderd (bijvoorbeeld voor installatie of onderhoud), moet deze op de oorspronkelijke locatie worden teruggeplaatst voordat het product wordt gebruikt. Verwijder dit product in overeenstemming met de AEEA-richtlijnen.
Technische nauwkeurigheid De informatie in dit document was bij het ter perse gaan naar ons beste weten correct. Raymarine is echter niet aansprakelijk voor eventuele onnauwkeurigheden of omissies. Daarnaast kunnen specificaties volgens ons principe van continue productverbetering zonder voorafgaande opgave gewijzigd worden. Raymarine kan daarom niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele verschillen tussen het product en dit document.
Hoofdstuk 2: De installatie plannen Inhoudsopgave • 2.1 Informatie over de handleiding op pagina 14 • 2.2 Installatie-checklist op pagina 14 • 2.3 Systeemintegratie op pagina 15 • 2.4 Systeemlimieten op pagina 23 • 2.5 Overzicht Multipele gegevensbronnen (MDS) op pagina 23 • 2.6 Beperkingen voor netwerken op pagina 24 • 2.7 Typische systemen op pagina 25 • 2.8 Protocollen op pagina 29 • 2.9 Data master op pagina 30 • 2.10 Meegeleverde onderdelen op pagina 31 • 2.
2.1 Informatie over de handleiding 2.2 Installatie-checklist Deze handleiding bevat belangrijke informatie over het e7 / e7D multifunctionele display. Installatie omvat de volgende werkzaamheden: Installatietaak Deze handleiding is van toepassing op het gebruik van de volgende modellen: 1 Plan uw systeem • e7 multifunctioneel display. 2 Verzamel alle vereiste apparatuur en gereedschappen • e7D multifunctioneel display. 3 Zet alle apparatuur op hun toekomstige plaats 4 Leg alle kabels uit.
2.3 Systeemintegratie Uw multifunctionele display is compatibel met een groot aantal maritieme elektronica-apparaten.
Het display gebruikt een aantal protocollen voor het verzenden van gegevens tussen de verschillen apparaten in uw systeem. De onderstaande tabel geeft informatie over welk apparaat op uw display kan worden aangesloten en de soorten verbindingen (wat betreft protocollen en fysieke interfaces): Artikel Apparaattype Maximum aantal Geschikte apparaten Verbindingen 1 Afstandsbediening 1 per e7 / e7D multifunctioneel display.
Artikel Apparaattype Maximum aantal Geschikte apparaten Verbindingen 4 GPS (extern) — Raymarine 1 Iedere combinatie van de onderstaande componenten: SeaTalk, SeaTalkng, of NMEA 0183. • Raystar125 GPS. • Raystar125+ GPS (via optionele SeaTalk naar SeaTalkng-converter). • RS130 GPS. 5 Instrumenten — Raymarine Bepaald door de busbandbreedte en de voedingsbelasting van SeaTalkng. SeaTalk (via optionele SeaTalk naar SeaTalkng-converter): SeaTalk, SeaTalkng.
Artikel Apparaattype Maximum aantal Geschikte apparaten Verbindingen 6 Stuurautomaatbedieningen — Raymarine Bepaald door de busbandbreedte en de voedingsbelasting van SeaTalk of SeaTalkng, waar van toepassing. SeaTalk (via optionele SeaTalk naar SeaTalkng-converter):: SeaTalk, SeaTalkng. • ST6002. • ST7002. • ST8002. SeaTalkng: • ST70. • ST70+. • p70. • p70R. 6 Stuurautomaatbedieningen — andere fabrikanten 1 NMEA 0183–compatibele instrumenten.
Artikel Apparaattype Maximum aantal Geschikte apparaten Verbindingen 7 Koerscomputer — andere fabrikanten 1 NMEA 0183- of NMEA 2000-compatibele koerscomputer. NMEA 0183 of NMEA 2000 (via optionele DeviceNet-adapterkabel). 8 AIS — Raymarine 1 • AIS 250. SeaTalkng, of NMEA 0183. • AIS 500. • AIS 350. • AIS 650. 8 AIS — andere fabrikanten 1 NMEA 0183–compatibele AIS klasse A- of klasse B-ontvanger / -zendontvanger van andere fabrikanten.
Artikel Apparaattype Maximum aantal Geschikte apparaten Verbindingen 14 Sonartransducer 1 Directe verbinding met display (alleen e7 type “D”): Raymarine-transducerverbinding, OF Minn Kota-transducerverbinding. • Raymarine P48. • Raymarine P58. ; OF: • Een 600 watt DSM-compatibele transducer (via optionele E66066-adapterkabel). ; OF: • Een Minn Kota-transducer (via optionele A62363-adapterkabel). Verbinding via externe DSM30- of DSM300-unit: • Een DSM-compatibele transducer.
Artikel Apparaattype Maximum aantal Geschikte apparaten Verbindingen 17 Extra multifunctionele display(s) — Raymarine 5 SeaTalkhs (aanbevolen): SeaTalkhs. • e7 / e7D multifunctioneel display. • E90W, E120W, E140W multifunctioneel display (moet werken met softwareversie 2.49 of hoger). • G-serie (moet werken met softwareversie 4.49 of hoger). Opmerking: U kunt Raymarine multifunctionele displays aansluiten met behulp van NMEA 0183 of SeaTalkng maar niet alle functies worden dan ondersteund.
Artikel Apparaattype Maximum aantal Geschikte apparaten Verbindingen 19 Radar — Raymarine 1 Alle Raymarine digitale Radome- en digitale Open Array-radarscanners. SeaTalkhs. Opmerking: Zorgt u er alstublieft voor dat uw radarscanner de meest recente softwareversie heeft. 20 Thermische camera — Raymarine 1 Alle Raymarine thermische camera’s. SeaTalkhs (voor besturing), BNC-connector (voor video). 21 PC / laptop 1 Windows-compatibele PC of laptop met Raymarine Voyager-planningsoftware.
2.4 Systeemlimieten De volgende limieten zijn van toepassing op het aantal systeemcomponenten dat kan worden aangesloten op een e7 / e7D-systeem. Component Maximum SeaTalkhs-apparaten 25 Maximum aantal SeaTalkng-apparaten 50 e7 / e7D multifunctionele displays 6 Maximum aantal 2.5 Overzicht Multipele gegevensbronnen (MDS) Installaties met meerdere gegevensbronnen kunnen gegevensconflicten veroorzaken. Een voorbeeld hiervan is een installatie met meer dan één bron met GPS-gegevens.
2.6 Beperkingen voor netwerken De volgende beperkingen zijn van toepassingen wanneer een e7 / e7D multifunctioneel display met andere apparaten in een netwerk worden aangesloten. Algemeen • e7 / e7D displays dienen te worden aangesloten met behulp van SeaTalkhs. • e7 / e7D displays kunnen worden aangesloten via NMEA 0183 of SeaTalkng, maar dan worden niet alle functies ondersteund.
2.7 Typische systemen Voorbeeld: basissysteem 1 2 3 4 5 SMARTPILOT SeaTalkhs / RayNet SeaTalkhs / RayNet SeaTalkng D12143-1 1. Multifunctioneel display. 2. Raymarine-netwerkschakelaar. 3. Digitale Radome-scanner. 4. SPX-koerscomputer. 5. Stuurautomaat-bedienunit. Opmerking: Er is alleen een netwerkschakelaar vereist wanneer er meer dan één apparaat is aangesloten via SeaTalkhs / RayNet.
Voorbeeld: basissysteem met SeaTalk-apparatuur 1 2 3 4 5 SMARTPILOT SeaTalkhs / RayNet SeaTalkhs / RayNet SeaTalkng 6 D12156-1 1. Multifunctioneel display. 2. Raymarine-netwerkschakelaar. 3. Digitale Radome-scanner. 4. SPX-koerscomputer. 5. SeaTalk-stuurautomaatbediening. 6. SeaTalk naar SeaTalkng-converter. Opmerking: Er is alleen een netwerkschakelaar vereist wanneer er meer dan één apparaat is aangesloten via SeaTalkhs / RayNet.
Voorbeeld: uitgebreid systeem 5 SeaTalkhs / RayNet 8 6 7 4 9 SeaTalkng 3 SeaTalkng 2 SeaTalkng 1 SeaTalkng 10 15 DeviceNet 11 12 12 13 14 SeaTalkhs / RayNet SeaTalkhs / RayNet SeaTalkhs / RayNet D12144-1 De installatie plannen 27
1. Digitale Radome-scanner. 2. Weersensor. 3. Sirius weerontvanger. 4. Digitale echoloodmodule (DSM). 5. Stuurautomaat-bedienunit. 6. Instrument. 7. AIS-ontvanger/zendontvanger 8. Audiosysteem. 9. Smartphone. 10. DeviceNet spur (voor NMEA 2000-apparaten). 11. Raymarine-netwerkschakelaar. 12. Multifunctioneel display. 13. GPS-ontvanger. 14. Thermische camera. 15. Draadloze verbinding.
2.8 Protocollen Uw Breedbeeld Multifunctionele Display kan worden aangesloten op diverse instrumenten en displays om informatie te delen en zo de functionaliteit van het systeem te vergroten. Deze aansluitingen kunnen met een aantal verschillende protocollen gemaakt worden.
Aan het SeaTalk-systeem kunnen aanvullende instrumenten en apparatuur worden toegevoegd door deze eenvoudigweg in het netwerk te pluggen. SeaTalk-apparatuur kan ook met andere niet-SeaTalk-apparatuur communiceren via de NMEA 0183-norm, mits er een geschikte interface gebruikt wordt. NMEA 0183 De NMEA 0183 Data Interface Standard is ontwikkeld door de National Marine Electronics Association of America.
2.10 Meegeleverde onderdelen 1. Zonnekap. 2. Instrumentrand voor. 3. Multifunctioneel display. 4. Instrumentrand achter (vereist voor montage met flensbeugel). 5. Pakking (vereist voor vlakke inbouwmontage). 6. Schroevenset, bevat: • 4 bevestigingsschroeven voor instrumentrand achter. • 4 bevestigingsschroeven voor de unit (voor vlakke inbouwmontage). 5 • 4 bevestigingsschroeven voor de unit (voor montage met flensbeugel). 7. Documentatiepakket, bevat: 4 • Meertalige CD. 3 • Installatie-instructies.
2.11 Benodigd gereedschap voor de installatie 1 8. Boortje voor vlakke inbouwmontage. 2 3 6 7. 25 mm gatenboor voor vlakke inbouwmontage. 4 7 5 8 D12171-1 1. Boormachine. 2. Zaag. 3. Kruiskopschroevendraaier. 4. Plakband. 5. Boortje voor de montage van de flensbeugel. 6. Vijl.
Hoofdstuk 3: Kabels en aansluitingen Inhoudsopgave • 3.1 Algemene kabelleiding op pagina 34 • 3.2 Overzicht verbindingen op pagina 35 • 3.3 Voedingsaansluiting op pagina 35 • 3.4 Netwerkverbindingen op pagina 39 • 3.5 GPS-verbinding op pagina 50 • 3.6 AIS-verbinding op pagina 51 • 3.7 Verbinding voor snelle koersbepaling op pagina 52 • 3.8 SeaTalkng-verbindingen op pagina 52 • 3.9 SeaTalk-verbinding op pagina 56 • 3.10 NMEA 0183-aansluiting op pagina 57 • 3.
3.1 Algemene kabelleiding • Gebruik een geschikte waterdichte doorvoering waar kabels door een open schot of dek gevoerd worden. Kabeltypen en -lengtes • Leid kabels NIET vlak langs motoren of fluorescerende lampen. Het is belangrijk kabels te gebruiken van het juiste type en met de juiste lengte. Leid kabels altijd zo ver mogelijk weg van: • Tenzij anders aangegeven, dient u alleen standaardkabels van het correcte type te gebruiken, die zijn geleverd door Raymarine.
3.3 Voedingsaansluiting 3.2 Overzicht verbindingen 1 1 2 3 4 4 D12154-1 2 5 1. Sonar-transducer (alleen “D”-modellen). 2. SeaTalkng. 8 3 3. Netwerk (voor SeaTalkhs-verbindingen via RayNet-kabels). 4. Voeding, data en composietvideo-ingang. 6 7 9 D12155-1 1. Multifunctioneel display. 2. Voedings- en gegevenskabel. 3. Aansluiting op 12 V-voeding.
4. Rode kabel (positief). Aarding 5. 7 A-zekering. De volgende vereisten zijn van toepassing bij het aarden van Raymarine-apparatuur die geen speciale aarddraad of afscherming heeft: 6. Zwarte kabel (negatief). 7. Video-invoerkabel. 8. NMEA 0183-gegevenskabels. 9. NMEA 0183-scherm (dunne zwarte draden, moet worden aangesloten op aarde). Algemeen aardpunt De negatieve draad moet worden aangesloten op een gebonden algemeen aardpunt.
De aanbevolen minimumvereiste voor het pad naar de aarde (al dan niet gebonden) is via een platte, vertinde, koperen omvlechting met een nominaal vermogen van 30 A (1/4 inch) of hoger. Als dit niet mogelijk is, kan een vergelijkbare geleider met gevlochten draad worden gebruikt, met het volgende nominale vermogen: • De kabel moet een geschikte kabeldikte hebben voor de stroomkringbelasting. • Elke unit moet met zijn eigen specifieke voedingskabel op het distributiepaneel worden aangesloten.
Opmerking: De juiste waarde voor de thermische stroomonderbreker is afhankelijk van het aantal apparaten dat u aansluit. Wanneer u niet zeker bent van de te gebruiken waarde kunt u contact opnemen met een geautoriseerde Raymarine-dealer. Delen van onderbreker Wanneer meer dan 1 apparaat een onderbreker deelt, moet u de afzonderlijke stroomkringen beschermen, bijvoorbeeld door een in-line zekering voor elke stroomkring aan te sluiten.
3.4 Netwerkverbindingen U kunt aantal digitale apparaten aansluiten op uw multifunctionele display met behulp van de netwerkconnector aan de achterkant van de unit. Een typisch netwerk met digitale apparaten kan de volgende componenten bevatten: • Tot 6 e7 / e7D multifunctionele displays. • SeaTalkhs digitale apparaten zoals een digitale echoloodmodule (DSM) of radarscanner. • Thermische camera. Opmerking: Voor netwerken met meer dan één verbinding is een Raymarine-netwerkschakelaar nodig.
3. Digitale radarscanner. 4. Thermische camera. Netwerkhardware Typen netwerkkabels Artikel Artikelnummer Opmerkingen SeaTalkhsnetwerkschakelaar E55058 8–wegs hub voor aansluiting op het netwerk van meerdere SeaTalkhs-apparaten. SeaTalkhs-crossoverkoppeling E55060 Voor het direct aansluiten van SeaTalkhs-apparaten op kleinere systemen waarvoor geen schakelaar vereist is. Er zijn 2 typen SeaTalkhs-netwerkkabels — “patch” en “netwerk”.
Kabel Artikelnummer 10 m (32,8 ft) SeaTalkhs-netwerkkabel E55051 20 m (65,6 ft) SeaTalkhs-netwerkkabel E55052 Radar aangesloten via een Raymarine-netwerkschakelaar SeaTalkhs-patchkabels Kabel Artikelnummer 1,5 m (4,9 ft) SeaTalkhs-patchkabel E06054 5 m (16,4 ft) SeaTalkhs-patchkabel E06055 10 m (32,8 ft) SeaTalkhs-patchkabel E06056 15 m (49,2 ft) SeaTalkhs-patchkabel A62136 20 m (65,6 ft) SeaTalkhs-patchkabel E06057 1 3 2 Radarverbinding Het multifunctionele display is compatibel me
Radar direct aangesloten op het display 1. Digitale radarscanner. 2. Multifunctioneel display. 3. SeaTalkhs-crossover-koppeling. 4. RayNet-kabel. 5. Voedingsaansluiting — Voor Open Array-scanners is een VCM (Voltage Converter Module) vereist. 1 Opmerking: De connector aan het vrije einde van de radarkabel hoeft GEEN vergrendelingsmechanisme te bevatten.
Digitale radarverlengkabel Voor langere kabelafstanden is een verlengkabel nodig voor de voeding en digitale gegevens. 1 2 3 4 D12152-1 1. Radarverlengkabel. 2. Digitale radarkabel voor voeding en gegevens. 3. Raymarine-netwerkschakelaar (of crossoverkoppeling wanneer de radar direct op het display wordt aangesloten). 4. RayNet-kabel. Opmerking: De verlengkabel wordt aangesloten op de radarscanner. Opmerking: De voedingsaansluiting wordt NIET getoond in het schema.
Kabels digitale radar Verlenging digitale voedings- en datakabels radar U hebt speciale kabels nodig voor de radarvoeding en digitale data en SeaTalkhs-netwerkkabels om uw scanner op uw systeem aan te sluiten. Deze kabels verlengen de digitale voedings- en datakabels voor een scanner. Verbinding Vereiste kabel Digitale radarscanner naar voeding en Raymarine-netwerkschakelaar. Digitale kabel voor voeding en gegevens. Voor langere afstanden zijn er verlengkabels beschikbaar in verschillende lengten.
Sonar DSM-verbinding Opmerking: U kunt de displays van het type “D” ook aansluiten op een externe DSM. Dit is handig in situaties waarvoor u bijvoorbeeld een DSM met meer vermogen nodig hebt. U kunt slechts één sonartransducer tegelijk gebruiken. 1 2 Sonar direct aangesloten op het display Op kleinere systemen (met slechts één display en geen andere SeaTalkhs-apparaten) kan de DSM direct worden aangesloten via een Raymarine-netwerkschakelaar.
Sonartransducerverbinding — modellen type “D” 1 2 600 watt DSM-compatibele sonartransducerverbinding via optionele adaptor — modellen type “D” 3 1 2 3 D12159-1 D12200-1 1. Multifunctioneel display (type “D”). 2. Sonartransducerkabel. 3. Sonartransducer. 1. Multifunctioneel display (type “D”). 2. E66066-adapterkabel. 3. Sonartransducer.
Sonartransducerverbinding — modellen niet type “D” 6. Sonartransducer. Minn Kota-sonartransducerverbinding via optionele adapterkabel (alleen modellen type “D”) 1 2 1 4 3 SeaTalkhs / RayNet 4 2 3 D12158-1 SeaTalkhs / RayNet 1. Multifunctioneel display. 5 2. Minn Kota-transduceradapterkabel. 6 3. Minn Kota-transducerkabel. D12160-1 1. Multifunctioneel display. 2. Raymarine-netwerkschakelaar (alleen vereist wanneer er meer dan één apparaat wordt aangesloten met behulp van SeaTalkhs / RayNet).
Aansluiting thermische camera 4. Joystick (JCU), optioneel. U kunt een thermische camera aansluiten op uw multifunctionele display. 5. Kabelkoppeling. De camera wordt aangesloten via een Raymarinenetwerkschakelaar. Als u de optionele joystick (JCU) wilt gebruiken met de camera, dan moet deze ook zijn aangesloten op de netwerkschakelaar. Er is een composiet videoverbinding vereist tussen de camera en het multifunctionele display. 1 7. Videoverbinding.
Joystick-bediening (JCU) Er wordt een ethernetkabel (met voeding) gebruikt om de JCU aan te sluiten. De JCU wordt voor deze verbinding geleverd met een ethernetkabel van 7,62 m (25 ft). Als u een andere lengte nodig hebt kunt u contact opnemen met uw dealer voor de juiste kabel. Power over Ethernet (PoE)-injector naar netwerkschakelaar Er is een netwerk-patchkabel nodig om de PoE-injector aan te sluiten op de netwerkschakelaar. Netwerk-patchkabels zijn verkrijgbaar in verschillende lengten.
3.5 GPS-verbinding GPS-verbinding — NMEA 0183 Het multifunctionele display bevat een interne GPS-ontvanger. Het kan ook worden aangesloten op een externe GPS-ontvanger, met behulp van SeaTalkng of NMEA 0183. 1 2 GPS-verbinding — SeaTalkng 2 1 NMEA0183 D12177-1 1. Multifunctioneel display. 2. NMEA 0183 GPS-ontvanger (bijvoorbeeld RS125). SeaTalkng D12147-1 1. Multifunctioneel display. 2. SeaTalkng GPS-ontvanger (bijvoorbeeld RS130).
3.6 AIS-verbinding Aansluiten met behulp van NMEA 0183 Er kan een compatibel AIS worden aangesloten met behulp van SeaTalkng of NMEA 0183. 2 1 Aansluiten met behulp van SeaTalkng 2 1 NMEA0183 (4800) 3 SeaTalkng D12149-1 1. Multifunctioneel display. 2. SeaTalkng AIS-ontvanger / zendontvanger. NMEA0183 (38400) D11221-3 1. Marifoon. 2. AIS-unit. 3. Multifunctioneel display.
3.7 Verbinding voor snelle koersbepaling 3.8 SeaTalkng-verbindingen Als u MARPA-functies (radarobjectontvangst) wilt gebruiken op uw multifunctionele display hebt u één van de onderstaande nodig: • Een stuurautomaat verbonden met een multifunctioneel display via SeaTalkng of NMEA 0183.
Typisch SeaTalkng-systeem 1. SeaTalkng-instrument — bijvoorbeeld i70. 2. SeaTalkng-stuurautomaatbediening — bijvoorbeeld p70. 4 1 2 3. Transducer pod. 3 4. Windtransducer. 5. SeaTalkng multifunctioneel display. 6. Stroomvoorziening. 7. SeaTalkng-koerscomputer — bijvoorbeeld SPX-30. 8. Transducer pod. 9. Dieptetransducer. 5 10. Snelheidstransducer. Voedingsvereisten SeaTalkng Voor de SeaTalkng-bus is een 12 VDC-voeding vereist.
Verbinding / kabel Opmerkingen SeaTalkng kabels en accessoires Backbone-kabel (verschillende lengtes) De hoofdkabel voor de overdracht van data. Verdelers van de backbone worden gebruikt om SeaTalkng-apparaten te verbinden. SeaTalkng kabels en accessoires voor gebruik met compatibele producten. T-stukconnector Gebruikt voor het maken van aansluitingen in de backbone waarmee de de apparaten kunnen worden verbonden. Afsluiter Vereist voor beide uiteinden van de backbone.
Omschrijving Artikelnr. SeaTalkng 5 m (16,4 ft) backbone Omschrijving Artikelnr.
3.9 SeaTalk-verbinding SeaTalk-accessoires U kunt SeaTalk-apparaten aansluiten op uw multifunctionele display met behulp van de optionele SeaTalk naar SeaTalkng-converter. 3 1 SeaTalkng SeaTalk SeaTalkng SeaTalk-kabels en accessoires voor gebruik met aansluitbare producten. Omschrijving Onderdeelnr.
3.10 NMEA 0183-aansluiting NMEA 0183-apparaten worden aangesloten met behulp van de meegeleverde voeding- en gegevenskabel. Het display heeft 2 NMEA 0183-poorten: • Poort 1: invoer en uitvoer, transmissiesnelheid 4800, 9600 of 38400 baud. • Poort 2: alleen invoer, transmissiesnelheid 4800, 9600 of 38400 baud.
Artikel Apparaat Kabelkleur Poort Invoer / uitvoer Plus (+) / min (-) 1 Multifunctioneel display Wit 1 Invoer Plus 2 Groen 1 Invoer Min 3 Geel 1 Uitvoer Plus 4 Bruin 1 Uitvoer Min 5 Oranje / wit 2 Invoer Plus 6 Oranje / groen 2 Invoer Min Raadpleeg de instructies van het NMEA-apparaat. Raadpleeg de instructies van het NMEA-apparaat. Uitvoer Plus 8 Raadpleeg de instructies van het NMEA-apparaat. Raadpleeg de instructies van het NMEA-apparaat.
3.11 NMEA 2000-aansluiting Het display aansluiten op een bestaande NMEA 2000-backbone (DeviceNet) Het display kan gegevens ontvangen van NMEA 2000-apparaten (bijv. gegevens van compatibele machines). De NMEA 2000aansluiting wordt verbonden met behulp van SeaTalkng en de juiste adapterkabels. U kunt OF: 1 • Uw SeaTalkng-backbone gebruiken en ieder NMEA 2000-apparaat aansluiten op een spur, OF • het display aansluiten op een spur in een bestaande NMEA 2000-backbone.
3.12 Videoverbinding Er kan een video-apparaat worden aangesloten op het multifunctionele display met behulp van de videoconnector op de voeding en gegevenskabel. 1 Voorbeelden van videobronnen die u op het display kunt aansluiten zijn: • Videocamera. • Thermische camera. • DVD-speler. 4 • Smartphone (waarvoor normaal gesproken een docking-station met video-uitvoer vereist is). • Draagbare digitale videospeler. 2 3 D12178-1 1. Multifunctioneel display. 2. Voedings- en gegevenskabel. 3. Videoconnector.
3.13 Bluetooth-verbindingen Aansluiting afstandsbediening U kunt het multifunctionele display draadloos bedienen met behulp van een Raymarine-afstandbediening. De afstandsbediening gebruikt een draadloze Bluetooth-verbinding. 1 2 3 1. 2. 3. 4. 5. 6. Kies Set-up. Kies Systeem Instellingen. Kies Draadloze Verbindingen. Kies Bluetooth > Aan. Kies Nieuwe Bluetooth Verbinding. Houd op de afstandsbediening, de Omhoog en Omlaag toets samen voor ten minste 10 seconden ingedrukt. 7.
3.14 WiFi-verbindingen 1 2 3 Videostreamingverbinding U kunt een Apple iPhone of iPad gebruiken als draadloos doorstuurdisplay. Hiermee kunt u wat u ziet op uw multifunctionele display streamen naar een Apple iPhone 4 (of hoger) of iPad, met behulp van een WiFi-verbinding. D12164-1 1 2 3 4 1. Multifunctioneel display. 2. Bluetooth-verbinding. 3. Bluetooth-compatibele mediaspeler.
• Selecteer de Raymarine WiFi-verbinding in de lijst met beschikbare WiFi-netwerp op uw iPhone of iPad. • Selecteer de Raymarine WiFi-verbinding in de lijst met beschikbare WiFi-netwerp op uw iPhone of iPad. • Schakel Apparaatstreaming in de Systeeminstellingen op het multifunctionele display in. Navionics kaartplotter sync-aansluiting U kunt waypoints en routes draadloos synchroniseren tussen het multifunctionele display en een iPhone of iPad. 1 2 3 4 D12166-1 1. Multifunctioneel display. 2.
e7 / e7D
Hoofdstuk 4: Plaatsbepaling en montage Inhoudsopgave • 4.1 Een locatie selecteren op pagina 66 • 4.2 De instrumentrand aan de achterzijde verwijderen op pagina 68 • 4.3 Vlakke inbouwmontage op pagina 69 • 4.4 Het bevestigen van de instrumentrand aan de achterzijde op pagina 70 • 4.5 Montage van de beugel (flens) op pagina 71 • 4.
4.1 Een locatie selecteren Waarschuwing: Potentiële ontstekingsbron Dit product is NIET goedgekeurd voor gebruik in een gevaarlijke/brandbare omgeving. Installeer dit product NIET in een gevaarlijke/brandbare omgeving (zoals een machinekamer of in de buurt van brandstoftanks). Algemene vereisten voor plaatsing Bij het kiezen van een plaats voor uw display dient u een aantal factoren in overweging te nemen.
Overwegingen met betrekking tot kijkhoek 1 2 6 mm 500.7 in) 9 (1 300 (11 mm .8 i n) 350 (13 mm .8 i n) Kijkhoek 0000 000000 000000 70° 70° 70° 0000 000000 mm 700.5 in) 7 (2 0000 250 (9.8 mm 4 in ) 200 (7.8 mm 7 in ) De kijkhoek beïnvloedt het displaycontrast, de kleur en de nachtmodus. Daarom raadt Raymarine aan het display tijdelijk op te starten bij het plannen van de installatie om ervoor te zorgen dat u het beste kunt bepalen welke locatie de optimale kijkhoek oplevert.
4.2 De instrumentrand aan de achterzijde verwijderen Productafmetingen C E B U dient de instrumentrand aan de achterzijde te verwijderen voordat u het display vlak kunt inbouwen. 1. Verwijder de instrumentrand aan de voorzijde. Raadpleeg de afzonderlijke instructies voor deze procedure. 3 D A D12185-1 A 233 mm (9,17 in.) B 145 mm (5,71 in.) C 64 mm (2,52 in.) D 150 mm (5,9 in.) E 180 mm (7,09 in.) 1 2 D12184-1 2. Verwijder de schroeven waarmee de instrumentrand vastzit op het display. 3.
i. Buitenranden - werk vanaf de zijkanten naar boven en dan langs de bovenrand, zorg er daarbij voor dat de klemmen volledig loskomen van het display. ii. Binnenranden - zorg ervoor dat de instrumentrand volledig loskomt van het display. 4.3 Vlakke inbouwmontage U kunt het display monteren in een systeem voor vlakke inbouw of paneelmontage. Voordat u de unit monteert dient u ervoor te zorgen dat: • U een geschikte plaats kiest.
1. Controleer de gekozen plaats voor de unit. Er is een schone, vlakke ondergrond vereist met voldoende vrije ruimte achter het paneel. 2. Zet de juiste zaagmal die bij het product is meegeleverd vast op de gekozen plaats met behulp van zelfklevend band. 3. Gebruik een geschikte boor (de maat staat vermeld op de mal) om gaten te maken in alle hoeken van het uit te snijden gebied. 4. Gebruik een geschikte zaag om langs de binnenkant van de snijlijn te zagen. 5.
ii. binnenranden - let erop dat de instrumentring vlak tegen de unit aanzit. 4.5 Montage van de beugel (flens) Het display kan worden gemonteerd op de meegeleverde beugel. Voordat u de unit monteert dient u ervoor te zorgen dat: • U een geschikte plaats kiest. • U de kabelverbindingen en de plaatsen waar de kabels moeten worden gelegd hebt vastgesteld. 2 • Bevestig de instrumentrand aan de voorzijde. 1 3 D12183-1 3. Gebruik de meegeleverde schroeven om de instrumentrand vast te zetten op het display.
3. Gebruik de meegeleverde schroeven om de montagebeugel stevig te bevestigen. 4. Bevestig het display op de montagebeugel. Opmerking: Het juiste torsiemoment dat u dient te gebruiken bij het boren hangt af van de dikte van het montageoppervlak en het soort materiaal. D12172-1 1. Markeer de plaats voor de schroefgaten van de montagebeugel op het gekozen montageoppervlak. 2.
4.6 Voorframe voorkant van het display. Zorg er daarbij voor dat de kipjes langs de onderrand van de instrumentrand op hun plaats klikken. Het bevestigen van de instrumentrand aan de voorzijde De volgende procedure gaat ervan uit dat de unit reeds op zijn plaats is gemonteerd. 1. Til voorzichtig één rand van de beschermfolie op, zodat u het kunt verwijderen wanneer de unit is geïnstalleerd. 2. Zorg ervoor dat het klepje van de geheugenkaartsleuf open staat. 3.
ii. binnenranden - in het bijzonder langs de rand van het klepje voor de SD-kaart, om ervoor te zorgen dat de instrumentring vlak zit. 6. Controleer of alle bedieningsknoppen vrij toegankelijk zijn. De instrumentrand aan de voorzijde verwijderen 2 Voordat u verder gaat dient u ervoor te zorgen dat het klepje van de kaartsleuf open is. 2 1 1 D12189-1 Belangrijk: Wees voorzichtig bij het verwijderen van de instrumentrand.
1. Plaats uw beide duimen op de linkerbovenhoek van het display, op de plaatsen zoals getoond in het schema hierboven. 2. Plaats uw duimen onder de instrumentring, op de plaatsen zoals getoond in het schema hierboven. 3. Oefen in één krachtige beweging druk uit met uw duimen op de buitenste rand van het display en trek de instrumentrand met uw vingers naar u toe. De instrumentrand moet nu gemakkelijk loskomen van het display.
e7 / e7D
Hoofdstuk 5: Systeemcontroles Inhoudsopgave • 5.1 Initiële inschakeltest op pagina 78 • 5.2 Het aanwijzen van de datamaster op pagina 81 • 5.3 GPS check op pagina 81 • 5.4 Radarcontrole op pagina 84 • 5.5 Sonarcontrole op pagina 86 • 5.6 Instelling en checks thermische camera op pagina 87 • 5.7 Stuurautomaatfuncties inschakelen op pagina 89 • 5.8 AIS-functies inschakelen op pagina 89 • 5.
5.1 Initiële inschakeltest Besturingen Overzicht touchscreen 1 Het touchscreen biedt een snelle methode voor het snel uitvoeren van veel voorkomende functies. 2 Enkele van de functies die u met het touchscreen kunt bedienen zijn: 3 • Toegang tot toepassingen. 4 • Toevoegen en bewerken van toepassingspagina’s. 5 • Plaatsen en bewerken van waypoints. 6 • Opzetten van routes. 7 • Draaien van de weergave van de kaart. • Plaatsen en verplaatsen van de cursor.
7. Cartografiesleuven — open het kaartklepje om MicroSD-kaarten te plaatsen of te verwijderen. Er zijn 2 kaartsleuven (met label 1 en 2), gebruikt voor elektronische cartografie en het archiveren van waypoints, routes en trackgegevens.
UniControl 1. Draaiknop — gebruik deze om menu-items te selecteren, de cursor op het scherm te verplaatsen en het bereik in de kaarten radartoepassingen aan te passen. 2. Joystick — gebruik deze om menu-items te selecteren en naar links en rechts te kantelen in de kaart- en fishfinder-toepassingen. 1 3. OK-knop — druk op het uiteinde van de joystick om een selectie of invoer te bevestigen. Het display inschakelen 1. Druk de AAN/UIT-knop in totdat het Raymarine-logo verschijnt. 2.
5.2 Het aanwijzen van de datamaster 5.3 GPS check Voor systemen met 2 of meer displays moet de volgende taak worden uitgevoerd op het multifunctionele display dat u wilt aanwijzen als de datamaster. GPS-selectie Wanneer u in het Home-venster bent: 1. Selecteer Instellingen. 2. Selecteer Maintanance (Onderhoud). 3. Selecteer Data Master (Datamaster). 4. Selecteer het display dat u wilt aanwijzen als de datamaster. 5. Druk op de OK-knop.
GPS-instellingen Met de opties voor GPS-instellingen kunt u een aangesloten GPS-ontvanger configureren. Het Global Positioning System (GPS) wordt gebruikt om de plaats van uw schip op de kaart te bepalen. U kunt uw GPS-ontvanger instellen en de status ervan controleren via de optie GPS-status in het menu Systeeminstellingen. Voor iedere gevolgde satelliet wordt op het scherm de volgende informatie weergegeven: • Satellietnummer. • Balk met signaalsterkte. • Status. 2. Bekijk het venster.
Artikel Omschrijving Artikel Omschrijving 1 Sky view (Luchtweergave) — een visuele representatie van de positie van gevolgde satellieten. 5 Modus — de op dat moment door de GPS-ontvanger geselecteerde modus. 2 Satellite status (Satellietstatus) — toont de signaalsterkte en de status van iedere satelliet die is geïdentificeerd in de luchtweergave links van het scherm.
5.4 Radarcontrole Typisch HD digitaal radarscherm Waarschuwing: Veiligheid radarscanner Voordat u de radarscanner laat draaien, dient alle personeel daar uit de buurt te zijn. Waarschuwing: Veiligheid radartransmissie De radarscanner geeft elektromagnetische energie af. Zorg dat al het personeel uit de buurt van de scanner is als de radar aan het werk is. De radar controleren 1. Selecteer de Radar-toepassing. De radarscanner wordt nu in stand-by-modus geïnitialiseerd.
Voorbeeld van foutief uitgelijnde radar Controleren van de peilingsuitlijning 1 2 1. Met een varend vaartuig: Lijn de boeg uit met een stationair object op het radardisplay. Een object op een afstand tussen 1 & 2 NM is ideaal. 2. Noteer de positie van het object op het radardisplay. Als het doel niet onder de koersmarkering (SHM) van het schip zit, is er een uitlijningsfout en zult u de peilingsuitlijning moeten aanpassen.
5.5 Sonarcontrole Waarschuwing: Sonarbediening • Gebruik voor alle modellen het menu Transducer Set-Up (Transducerinstellingen) in de Fishfinder-toepassing om de sonartransducer die u wilt gebruiken te specificeren. • Gebruik de sonar NOOIT als de boot uit het water is. De sonar-DSM selecteren • Raak de voorkant van de transducer NOOIT aan als de sonar aan staat. Alleen van toepassing op multifunctionele displays met een interne DSM.
1. Selecteer de fishfinder-pagina. 5.6 Instelling en checks thermische camera Om te zorgen dat de thermische camera goed werkt, dient u de hoofdfuncties in te stellen en te controleren. Zorg voordat u verder gaat dat de camera goed is aangesloten, volgens de meegeleverde instructies. Als uw systeem de optionele Joystick Control Unit (JCU) en Power over Ethernet (PoE) injector bevat, dienen deze ook correct aangesloten te zijn.
• met de joystick en de draaiknop van UniControl. Het draaien en kantelen van de thermische camera met het touchscreen: Beweeg uw vinger omhoog en omlaag over het scherm om de camera naar boven en naar beneden te kantelen. Beweeg uw vinger naar links en naar rechts over het scherm om de camera naar links en naar rechts te draaien (panning). Opmerking: U kunt niet in- en uitzoemen met behulp van het touchscreen.
5.7 Stuurautomaatfuncties inschakelen 5.8 AIS-functies inschakelen Wanneer u in het Home-venster bent: 1. Selecteer Instellingen. 2. Selecteer Systeeminstellingen. 3. Selecteer Besturing stuurautomaat. 4. Selecteer de optie Aan of Uit. 5. Gebruik de knop Terug om terug te keren naar het menu Systeeminstellingen. 6. Selecteer Besturingen stuurautomaat. Als deze menu-optie is uitgeschakeld is er geen stuurautomaat gevonden. Controleer de verbindingen en herhaal de stappen 1 tot en met 6. 7.
5.9 Taalkeuze Het systeem beschikt over de volgende talen: Engels (VS) Engels (VK) Chinees Deens Nederlands Fins Frans Duits Grieks Italiaans Japans Koreaans Noors Portugees (Brazilië) Russisch Spaans Zweeds Turks Pools Kroatisch Wanneer u in het Home-venster bent: 1. Selecteer Customize (Aanpassen). 2. Selecteer Language (Taal). 3. Selecteer één van de beschikbare talen.
Hoofdstuk 6: Probleemoplossing Inhoudsopgave • 6.1 Probleemoplossing op pagina 92 • 6.2 Probleemoplossing inschakelen op pagina 93 • 6.3 Probleemoplossing radar op pagina 94 • 6.4 Probleemoplossing GPS op pagina 95 • 6.5 Probleemoplossing sonar op pagina 96 • 6.6 Probleemoplossing thermische camera op pagina 98 • 6.7 Probleemoplossing systeemdata op pagina 101 • 6.8 Probleemoplossing video op pagina 102 • 6.9 Probleemoplossing WiFi op pagina 103 • 6.
6.1 Probleemoplossing De informatie over probleemoplossing geeft de mogelijke oorzaken en oplossingen voor algemene problemen van maritieme elektronicasystemen. Alle Raymarine-producten worden, voordat ze worden verpakt en uitgeleverd, onderworpen aan uitgebreide test- en kwaliteitsprogramma’s. Wanneer u toch problemen hebt met het gebruik van uw product kan deze sectie u helpen de oorzaak vast te stellen en problemen op te lossen zodat het product weer normaal functioneert.
6.2 Probleemoplossing inschakelen Hier worden problemen met de inschakeling en de mogelijke oorzaken beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Het systeem (of een gedeelte daarvan) start niet op. Probleem met energievoorziening. Controleer de desbetreffende zekeringen en stroomonderbrekers. Controleer of de voedingskabel niet beschadigd is en of alle aansluitingen vastzitten en vrij zijn van corrosie. Controleer of de voedingsbron de juiste spanning heeft en voldoende stroom.
6.3 Probleemoplossing radar Hier worden problemen met de radar en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Melding No data of No scanner Voeding van radarscanner Controleer of de voedingskabel van de scanner niet beschadigd is, of alle aansluitingen vastzitten en vrij zijn van corrosie. Controleer de desbetreffende zekeringen en stroomonderbrekers.
6.4 Probleemoplossing GPS Hier worden problemen met de GPS en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Het GPS-statuspictogram “No Fix” wordt weergegeven. Door de geografische locatie of weersomstandigheden is een satellietfix niet mogelijk. Controleer regelmatig of er een fix is ontvangen wanneer de weersomstandigheden beter zijn of op een andere geografische locatie. Fout GPS-verbinding.
6.5 Probleemoplossing sonar Hier worden problemen met de sonar en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Geen gegevensbron voor het echolood. Fout voeding naar unit. Controleer de voeding en de kabels naar de unit. Andere fout van de unit. Raadpleeg de instructies van de unit. SeaTalkhs / RayNet-netwerkprobleem. Controleer of de unit correct is aangesloten op een Raymarinenetwerkschakelaar of crossover-koppeling (welke van toepassing is).
Probleem Incorrecte snelheidsmeting Probleemoplossing Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Stilliggend schip Visbogen worden niet weergegeven wanneer het schip stilligt, vis verschijnt dan in rechte lijnen op het display. Hoge scheepssnelheid De turbulentie rond de transducer kan de unit in de war brengen. Scroll-snelheid is ingesteld op nul Pas de scroll-snelheid aan Fout schoepenwiel Controleer of het schoepenwiel schoon is.
6.6 Probleemoplossing thermische camera Hier worden problemen met de thermische camera en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Video niet getoond. Camera is in standby-modus. De camera geeft geen videobeeld als deze in standby-modus is. Gebruik de softkey CAMERA STANDBY in de thermischecamera-applicatie om de camera te activeren.
Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Gestoord beeld. Video kabel defect of van slechte kwaliteit. Controleer of de videokabel niet langer is dan de lengte die vereist is voor de kabelloop tussen camera en display, videomodule of videoversterker/verdeelunit. Hoe langer de kabel is (of hoe kleiner de draaddikte), hoe groter het verlies zal zijn. Gebruik alleen kwaliteitskabels (75 ohm) en controleer of de kabel geschikt is voor een maritieme omgeving.
Probleem 100 Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen GVM te resetten voor u de andere ingangen kunt gebruken voor andere videobronnen dan thermische camera’s. Om deze te resetten, selecteert u in de videoapplicatie MENU > Video Setup > Reset GVM.
6.7 Probleemoplossing systeemdata Bepaalde aspecten van de installatie kunnen problemen veroorzaken met de data die gedeeld wordt tussen de aangesloten apparatuur. Hier worden dergelijke problemen en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Instrument-, motor- of andere systeemdata is op geen van de displays beschikbaar. Er wordt op het display geen data ontvangen. Controleer de bekabeling en aansluitingen van de databus (b.v. SeaTalkng).
6.8 Probleemoplossing video Hier worden problemen met de video-invoer en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Er verschijnt een melding met ’No signal’ (Geen signaal) op het scherm (het beeld van de video wordt niet weergegeven) Fout in de kabel of de verbinding Controleer of alle verbindingen goed vastzitten en vrij zijn van corrosie.
6.9 Probleemoplossing WiFi Bepaalde aspecten van de installatie kunnen problemen veroorzaken met de gegevens die worden gedeeld tussen draadloze apparaten. Deze problemen, hun mogelijke oorzaken en oplossingen worden hier beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Geen draadloze verbinding. Er is geen draadloze verbinding ingesteld tussen iPhone en het multifunctionele display.
Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Geen synchronisatie van waypoints / routes met de Navionic Marine app. De iPhone app “Navionics Marine” is niet geïnstalleerd op de iPhone. Download de iPhone app “Navionics Marine” in de Apple App Store. Zwak of onderbroken WiFi-signaal. 104 Start de “Navionics Marine”-app op de iPhone. Kaarttoepassing draait niet op het multifunctionele display. Start de kaarttoepassing op het multifunctionele display.
6.10 Probleemoplossing Bluetooth Bepaalde aspecten van de installatie kunnen problemen veroorzaken met de gegevens die worden gedeeld tussen draadloze apparaten. Deze problemen, hun mogelijke oorzaken en oplossingen worden hier beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Geen draadloze verbinding. Er is geen Bluetooth-verbinding ingesteld tussen iPhone en het multifunctionele display.
6.11 Probleemoplossing touchscreen Hier worden problemen met het touchscreen en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Touchscreen werkt niet naar verwachting Vergrendeling is ingeschakeld Gebruik het trackpad om de vergrendeling op het startscherm uit te schakelen. Het scherm wordt niet met blote vingers bediend, er worden bijvoorbeeld handschoenen gedragen Voor de juiste werking moet er contact zijn tussen blote vingers en het scherm.
6.12 Probleemoplossing diversen Hier worden diverse problemen en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Display gedraagt zich niet stabiel: Stroomvoorziening naar het display valt soms weg. Controleer de betreffende zekeringen en stroomonderbrekers. • Frequente onverwachte resets. • Systeem crasht of ander instabiel gedrag.
e7 / e7D
Hoofdstuk 7: Technische ondersteuning Inhoudsopgave • 7.1 Raymarine-klantenservice op pagina 110 • 7.
7.1 Raymarine-klantenservice Raymarine biedt een uitgebreide klantenservice. U kunt contact opnemen met de klantenservice via de Raymarine-website, per telefoon en per e-mail. Als u niet in staat bent een probleem op te lossen, kunt u één van deze faciliteiten gebruiken om aanvullende hulp te krijgen. Ondersteuning op het web Bezoek de Customer Support op onze website op: www.raymarine.
7.2 Ondersteuning voor producten van andere fabrikanten U kunt contactgegevens en informatie over ondersteuning voor producten van andere fabrikanten terugvinden op de betreffende websites. Navionics www.navionics.com Sirius www.sirius.
e7 / e7D
Hoofdstuk 8: Technische specificaties Inhoudsopgave • 8.
8.1 Technische specificaties Zekering / stroomonderbrekers Fysieke specificaties Afmetingen Inline zekering (geplaatst in de voedingskabel) • 7 A. (Standaard 20 mm glaszekering) • Breedte: 233 mm (9,17 in.) • Hoogte (ZONDER de beugel): 145 mm (5,71 in.) Opgenomen vermogen (bij volledige helderheid) 13,2 W • Hoogte (met beugel): 180 mm (7,09 in.) LEN (Raadpleeg de Seatalkng-gebruikershandleiding voor aanvullende informatie). 1 • Diepte (ZONDER kabels): 64 mm (2,52 in.
Gegevensverbindingen Signaalontvangst Automatisch Verbindingen met kabels Update almanak Automatisch 2x NMEA 0183-poorten: Geodetische datum • NMEA-poort 1: invoer en uitvoer, 4800 / 9600 / 38400 baud WGS-84, alternatieven beschikbaar via Raymarine-displays. Update-snelheid 1 seconde Antenne Patch Nauwkeurigheid • Zonder signaalontvangst: <= 15 meter 95% van de tijd NMEA 0183 • NMEA-poort 2: invoer en uitvoer, 4800 / 9600 / 38400 baud Netwerk (SeaTalkhs) 1 x SeaTalkhs-poort. 100 Mbits/s.
Specificatie elektronische cartografie Geïntegreerde elektronische cartografie Navionics basiskaart wereldwijd. Compatibele cartografie • Navionics Ready to Navigate • Navionics Silver • Navionics Gold • Navionics Gold+ • Navionics Platinum • Navionics Platinum+ • Navionics Fish’N Chip • Navionics Hotmaps Raadpleeg de Raymarine-website (www.raymarine.com) voor de meest recente lijst met ondersteunde cartografie.
Hoofdstuk 9: Opties en accessoires Inhoudsopgave • 9.
9.1 Reserveonderdelen en accessoires Artikel Artikelnummer Optionele accessoires Paneelset vlakke inbouwmontage R62376 Instrumentrand voorzijde R62377 1 m (3,28 ft) voedingsen gegevenskabel R62379 Zonnekap R62365 Artikel Artikelnummer Opmerkingen 1 m (3,28 ft) RayNet naar SeaTalkhs-kabel (RJ45) A62360 2 m (6,56 ft) RayNet naar RayNet-kabel A62361 10 m (32,8 ft) RayNet naar RayNet-kabel A62362 P48 sonartransducer A102140 Spiegelmontage. P58 sonartransducer A102138 Spiegelmontage.
Annexes A NMEA 0183-sentences Het display ondersteunt de volgende NMEA 0183-sentences. Deze zijn van toepassing op NMEA 0183- en SeaTalk-protocollen.
ZDA Tijd en datum sentence MDA Meteorologische composiet sentence GBS GPS detectiegegevens satellietstoring sentence Weergegeven GPS-satellieten sentence RTE Routes sentence HDG Koersafwijking en -variatie sentence WPL Waypointlocatie sentence HDT Ware koers sentence HDM Magnetische koers sentence MSK MSK ontvanger-interface sentence MSS MSK signaalstatus ontvanger sentence MTW Watertemperatuur sentence WMV Windsnelheid en -hoek sentence RMA Aanbevolen minimale specifieke loran c d
Annexes B NMEA 2000-zinnen Het display ondersteunt de volgende NMEA 2000-zinnen. Deze zijn van toepassing op de protocollen NMEA 2000, SeaTalkng en SeaTalk 2.
Nummer bericht 129545 129550 129551 Beschrijving bericht Zenden Ontvangen Brug ● NMEA 2000 GNSS RAIM-uitvoermelding GNSS differentiële correctie ontvanger interface GNSS differentiële correctie ontvanger signaal Annexes C Connectoren en pinverbindingen Voedings-, gegevens- en videoconnector ● 4 9 1 8 10 ● 2 7 11 129793 AIS-rapport UTC-tijd en datum ● ● 129794 Statische en reisgerelateerde gegevens AIS klasse A 129801 Geadresseerd AIS-bericht met betrekking tot veiligheid ● ● 129802
Signaal Pin AWG Kleur Pin Signaal NMEA1 TX- 9 26 Bruin 1 Rx+ NMEA1 RX+ 1 26 Wit 2 Rx- NMEA1 RX- 4 26 Groen 3 Niet aangesloten NMEA2 RX+ 3 26 Oranje / wit 4 Niet aangesloten NMEA2 RX- 11 26 Oranje / groen 5 Tx+ VIDEO IN 6 RG179 coax 6 Tx- VIDEO RTN 5 Scherm 7 Niet aangesloten 8 Niet aangesloten 9 Afscherming 10 Niet aangesloten Netwerkconnector 2 3 1 4 9 10 7 6 8 Opmerking: Gebruik alleen Raymarine RayNet-kabels voor het aansluiten van SeaTalkhs-app
Item Opmerkingen Stroombron naar netwerk Geen stroombron voor externe apparatuur Stroomopslag van netwerk <160mA (Alleen interfacebesturing) Pin Signaal 1 +12V 2 0V 3 Scherm 4 CanH 5 CanL 6 SeaTalk (niet aangesloten) Opmerking: Gebruik alleen Raymarine-kabels voor het aansluiten van SeaTalkng 124 e7 / e7D
www.ra ym a rin e .