HD en SuperHD Digital Open A r adar scanner Install a tie-instr ucties rra y
Handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken Autohelm, HSB, RayTech Navigator, Sail Pilot, SeaTalk en Sportpilot zijn in het Verenigd Koninkrijk gedeponeerde handelsmerken van Raymarine UK Limited. Pathfinder en Raymarine zijn in het Verenigd Koninkrijk gedeponeerde handelsmerken van Raymarine Holdings Limited.
Inhoud Hoofdstuk 1 Belangrijke informatie ........................ 7 3.4 Voedingsaansluitingen van de radarscanner ............... 21 Gecertificeerde installatie ................................................ 7 Verzonden vermogensdichtheidsniveaus.......................... 7 3.5 Dataverbindingen van de radarscanner ...................... 22 3.6 Verlenging van de digitale-radarkabel ......................... 23 Binnendringen van water.................................................
.5 LED-aanduidingen van de VCM100............................ 52 6.6 SeaTalkhs LED-aanduidingen ..................................... 53 Hoofdstuk 7 Technische ondersteuning ................ 55 7.1 Raymarine technische ondersteuning ......................... 56 Hoofdstuk 8 Technische specificaties.................... 57 8.1 Technische specificaties ............................................
Hoofdstuk 1: Belangrijke informatie Gecertificeerde installatie Raymarine beveelt een gecertificeerde installatie aan door een door Raymarine goedgekeurde installateur. Gecertificeerde installatie geeft het recht op uitgebreide productgarantievoordelen. Raadpleeg voor verdere informatie uw Raymarine-dealer en raadpleeg de aparte garantiekaart die bij uw product ingesloten is.
Binnendringen van water • Kabels niet af te snijden of te verlengen, tenzij dit in de installatiehandleiding nauwkeurig wordt beschreven. Disclaimer binnendringen van water Hoewel de waterdichtheidsclassificatie van Raymarine-producten de vereisten van de norm IPX6 overschrijdt, kan er water binnendringen en kunnen vervolgens apparatuurfouten optreden als Raymarine-apparatuur wordt blootgesteld aan commerciële hogedrukreiniging.
Verwijdering van het product Technische nauwkeurigheid Verwijder dit product in overeenstemming met de AEEA-richtlijnen. De informatie in dit document was bij het ter perse gaan naar ons beste weten correct. Raymarine is echter niet aansprakelijk voor eventuele onnauwkeurigheden of omissies. Daarnaast kunnen specificaties volgens ons principe van continue productverbetering zonder voorafgaande opgave gewijzigd worden.
Compatibiliteit van de functies van de radarscanner Functie De volgende tabel geeft een overzicht van de functies die door de verschillende versie van de Digital Open Array-radarscanners worden ondersteund.
Hoofdstuk 2: De installatie plannen Inhoudsopgave • 2.1 Informatie over de handleiding op pagina 12 • 2.2 Installatie-checklist op pagina 12 • 2.3 Voorbeelden van typische systemen op pagina 13 • 2.4 Inhoud van de verpakking op pagina 15 • 2.
2.1 Informatie over de handleiding 2.2 Installatie-checklist Deze handleiding bevat belangrijke informatie over de reeks HD en SuperHD Digital Open Array radarscanners. Installatie omvat de volgende werkzaamheden: Installatietaak Deze handleiding is van toepassing op het gebruik van de volgende modellen: 1 Plan uw systeem • 48-inch en 72-inch 4 kW HD Digital Open Array. 2 Verzamel alle vereiste apparatuur en gereedschappen • 48-inch en 72-inch 12 kW HD Digital Open Array.
2.3 Voorbeelden van typische systemen 3. G-serie-processor GPM400 De Digital Open Array-radarscanner kan worden aangesloten op verschillende apparaten als onderdeel van uw elektronische scheepssysteem. 4. Stroomomzettingsmodule VCM100 5. Energievoorziening 6. G-serie-display Radar aangesloten via SeaTalkhs-schakelaar 1 3 2 4 5 6 D11773-1 1. Digital Open Array-radarscanner 2.
Radar direct aangesloten op multifunctioneel display 1. Digital Open Array-radarscanner 2. Multifunctioneel display 3. Kruisconnector 4. Stroomomzettingsmodule VCM100 5.
2.
2.
Hoofdstuk 3: Kabels en aansluitingen Inhoudsopgave • 3.1 Algemene kabelleiding op pagina 18 • 3.2 Aansluiting van de radarscanner op pagina 19 • 3.3 Productaarding op pagina 19 • 3.4 Voedingsaansluitingen van de radarscanner op pagina 21 • 3.5 Dataverbindingen van de radarscanner op pagina 22 • 3.6 Verlenging van de digitale-radarkabel op pagina 23 • 3.7 Digitale-radarkabels op pagina 24 • 3.8 Voedingsaansluitingen van de VCM100 op pagina 25 • 3.
3.1 Algemene kabelleiding • Gebruik een geschikte waterdichte doorvoering waar kabels door een open schot of dek gevoerd worden. Kabeltypen en -lengtes • Leid kabels NIET vlak langs motoren of fluorescerende lampen. Het is belangrijk kabels te gebruiken van het juiste type en met de juiste lengte. Leid kabels altijd zo ver mogelijk weg van: • Tenzij anders aangegeven, dient u alleen standaardkabels van het correcte type te gebruiken, die zijn geleverd door Raymarine.
3.2 Aansluiting van de radarscanner 3.3 Productaarding De connector van de voedings- en datakabel bevindt zich aan de achterzijde van de radarscanner. Belangrijke veiligheidsinformatie voor aardaansluitingen. Zorg dat de pijl op de connector van de voedings- en datakabel is uitgelijnd met de rode driehoek op de connector van de radarscanner, sluit de kabel aan op de connector van de scanner en draai deze met de hand strak aan. Gebruik GEEN moersleutel of ander gereedschap.
Systeem met RF-aarde (alternatief) Belangrijk: Sluit dit product NIET aan op een positief geaard voedingssysteem. Verwijzingen • ISO10133/13297 • BMEA-praktijkcode 1 2 3 4 D11710-1 • NMEA 0400 1. Voedingskabel naar product. 2. Aarddraad (afscherming). 3. Gebonden (voorkeur) of niet-gebonden RF-aarde. 4. Energievoorziening of accu. Implementatie Als er verschillende items zijn die aarding vereisen, kunnen deze eerst worden aangesloten op een enkel lokaal punt (bijvoorbeeld binnen een schakelpaneel).
3.4 Voedingsaansluitingen van de radarscanner 1 2 Voedingsvereisten van de radarscanner. 3 Het digitale radarsysteem is bedoeld voor gebruik op de DC-voedingssystemen van schepen die 12 tot 24 volt gelijkstroom leveren. • Alle voedingsaansluitingen moeten via de spanningsomzettingsmodule VCM100 worden uitgevoerd. • De radarscanner mag NIET direct op een accu worden aangesloten. D11777-1 Item Omschrijving • De radarscanner mag alleen direct aan de VCM100 worden aangesloten.
3.5 Dataverbindingen van de radarscanner Vereisten voor dataverbindingen van de radarscanner. 1 • Voor aansluitingen op een multifunctioneel C-serie Breedbeelddisplay moet een SeaTalkhs-schakelaar of -kruisconnector worden gebruikt. • Voor aansluitingen op een G-serie-systeem moet een SeaTalkhs-schakelaar worden aangesloten tussen de radarscanner en de GPM400-processormodule.
3.6 Verlenging van de digitale-radarkabel U kunt zo nodig een Raymarine-verlengkabel voor de digitale-radarkabel gebruiken. 1 2 D11687-2 D11687-1 1. Verlengkabel 2. Voedings- en datakabel voor digitale scanner (er is ook een SeaTalkhs-schakelaar of -kruisconnector vereist tussen deze kabel en het display). Opmerking: De verlengkabel wordt aangesloten op de radarscanner.
3.7 Digitale-radarkabels Voor een langere kabelloop is een reeks verlengkabels beschikbaar voor het SeaTalkhs-netwerk en de voedings- en datakabel van de digitale radarscanner. Opmerking: De maximale lengte van de digitale voedings- en datakabel van de radar (inclusief alle verlengingen) is 25 m (82 ft). Kabel Artikelnr.
Kabel Artikelnr. Opmerkingen SeaTalkhs-schakelaar E55058 8-weg netwerkknooppunt voor netwerkverbinding van meerdere SeaTalkhs-apparaten. SeaTalkhs-connector E55060 Connector voor aansluiting van een enkel SeaTalkhsapparaat. 3.8 Voedingsaansluitingen van de VCM100 Voedings- en aardingsvereisten van de VCM100. De VCM100 is bedoeld voor gebruik op de DC-voedingssystemen van schepen die 12 tot 24 volt gelijkstroom leveren.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 D11779-1 Item Omschrijving 1 POWER OUT (positief) — aansluiten op de RODE draad van de digitale voedings- en datakabel. 2 POWER OUT (negatief) — aansluiten op de ZWARTE draad van de digitale voedings- en datakabel. 3 SCREEN — aansluiten op de blootliggende gevlochten afschermingsdraden (aarddraad) van de digitale voedings- en datakabel. 4 SCREEN — aansluiten op het RF-aardsysteem van uw vaartuig.
3.9 Verlenging van de voedingskabel van de VCM100 De voedingskabel kan worden verlengd voor een langere kabelloop tussen de VCM100 en het DC-distributiepaneel of de accu-isolatieschakelaar van uw vaartuig. Opmerking: Als de vereiste verlengingen leiden tot kabels met een onacceptabel grote diameter, gebruikt u twee of meer dunnere draden om de vereiste dwarsdoorsnede van koperen draden te bereiken.
3.10 Verlenging van de aarddraad/afscherming van de VCM100 3.11 Classificatie van stroomonderbrekers en zekeringen De aarddraad/afscherming kan worden verlengd voor een langere kabelloop tussen de VCM100 en het RF-aardsysteem van uw vaartuig. Classificaties van accu-isolatieschakelaars, thermoschakelaars en zekeringen. Verlengingen van de aarddraad/afscherming moeten gebruikmaken van een omvlechting van 8 mm of AWG 10 (5,26 mm2) kabel met meerdere gevlochten draden.
3.12 Delen van onderbreker Wanneer meer dan 1 apparaat een onderbreker deelt, moet u de afzonderlijke stroomkringen beschermen, bijvoorbeeld door een in-line zekering voor elke stroomkring aan te sluiten. + V E b a lk -V E b a lk M o n ito re n e n h u lp a p p a ra tu u r m o e te n w a a r m o g e lijk a a n g e s lo te n z ijn o p in d iv id u e le o n d e rb re k e rs . A ls d it n ie t m o g e lijk is , k a n e e n in -lin e Z E K E R IN G g e b ru ik t w o rd e n v o o r e x tra b e v e ilig in g .
HD en SuperHD Digital — Installatie-instructies
Hoofdstuk 4: Plaatsbepaling en montage Inhoudsopgave • 4.1 Een locatie selecteren op pagina 32 • 4.
4.1 Een locatie selecteren Waarschuwing: Potentiële ontstekingsbron Dit product is NIET goedgekeurd voor gebruik in een gevaarlijke/brandbare omgeving. Installeer dit product NIET in een gevaarlijke/brandbare omgeving (zoals een machinekamer of in de buurt van brandstoftanks). Locatievereisten voor de VCM100 Wanneer u een montagelocatie selecteert, is het belangrijk een aantal factoren in overweging te nemen. Ventilatie • Zorg dat de apparatuur wordt gemonteerd in een ruimte van een geschikte grootte.
• De radar werkt in de gezichtslijn, dus een hoge montagepositie geeft betere prestaties op lange afstanden. • Grote objecten rondom de radar in hetzelfde horizontale vlak kunnen het radarsignaal storen en blinde sectoren of schaduwgebieden en valse doelen op het radardisplay veroorzaken (zie hieronder). Monteer de radarscanner niet zo hoog dat deze last heeft van het draaien en rollen van het vaartuig.
• Gebruik een waterdichte doorvoering waar kabels door een open schot of dek worden gevoerd. Afmetingen van de radarscanner 1 2 Geschikte montageoppervlakken voor de radarscanner zijn een mastplatform, een boog, of een brugstructuur. Als u de radarscanner op een zeilboot monteert, kan het nodig zijn een radarbeschermer te installeren om te voorkomen dat de zeilen of tuigen in contact komen met de radarscanner of het montageplatform.
12.5° 1 12.5° D11359-1 Vaartuigen met planerende rompen en sommige vaartuigen met waterverplaatsende rompen hebben een grotere boeghoek wanneer het vaartuig op kruissnelheid is. Als gevolg hiervan kan de hoek van de hoofdstraal van de radar worden verhoogd en kunnen nabije doelen mogelijk slecht worden gedetecteerd. Het kan nodig zijn de boegstijging te compenseren om optimale doeldetectie te garanderen.
4.2 Montage Installatieprocedures voor de radarscanner Belangrijke installatiegegevens. De radarscanner wordt geleverd in 3 delen. Elk deel heeft een aparte installatieprocedure: 1. Installeer de spanningsomzettingsmodule VCM100. 2. Bevestig de radarsteun op een geschikt montageplatform. 3. Bevestig de antenne op de steun. De VCM100 monteren 8. Sluit de kabels aan volgens de instructies in deze handleiding. 9.
– 48-inch radar - 25 kg – 72-inch radar - 29 kg Het wordt om veiligheidsredenen aanbevolen de unit niet met één persoon te tillen. De unit wordt geleverd met hijsogen (maximale veilige werklading (SWL) = 40 kg) om het gebruik van gewone hijsmiddelen, zoals een touw, ketting of strop mogelijk te maken. De SWL van de hijsmiddelen moet minimaal 150 kg zijn. Geschikte hijsapparatuur is een kraan, takel, of een toepasselijke stijve constructie boven de montagelocatie.
bevestigingsbout, plaats het hijsoog in positie en bevestig het hijsoog door de bout aan te halen tot 7 Nm (5,2 lb ft). 7. De steun heeft een kap die over de open array-montageschacht is bevestigd om de uitstekende coaxiale pen te beschermen. Deze kap moet op zijn plaats blijven totdat de open array-antenne op de steun is bevestigd.
8. Vet de 4 metalen bouten in met de meegeleverde Denso-pasta. borgmoeren om te helpen bij het plaatsen van de bouten in de steun. Als de meegeleverde bouten niet lang genoeg zijn voor de dikte van het montageoppervlak, gebruikt u M10 roestvrijstalen bouten (kwaliteit A4-70) van een geschikte lengte. 10. Gebruik een geschikt hijsmiddel (zoals een touw of ketting) dat aan de hijsogen is bevestigd en hijs de steun op tot boven het montageoppervlak. Laat de steun voorzichtig op zijn plaats zakken.
12. Raadpleeg de volgende afbeelding en gebruik de 4 moeren en de bijbehorende ringen om de steun op het platform te bevestigen. Haal elke moer aan tot 30 Nm (22,1 lb ft). D10494-2 13. Zorg dat alle 4 sets moeren en ringen worden gebruikt om de steun op het montageplatform te bevestigen. Er mag niet meer D10493-2 11. Vet de bouten in met de meegeleverde Denso-pasta.
dan 6 mm van de bout uitsteken onder de moer. Snijd overtollige stukken bout af. De radarantenne op de steun bevestigen Voordat u de antenne op de steun bevestigt, moet u ervoor zorgen dat: • Het voetstuk van de steun stevig op het platform is bevestigd. • De kabel NIET is bevestigd. • De voedingsschakelaar op de steun zich in de positie OFF (uit) bevindt. • De steun heeft een kap die over de open array-montageschacht is bevestigd om de uitstekende coaxiale pen te beschermen.
7. Gebruik de 4 moeren en bijbehorende ringen om de antenne op de steun te bevestigen, zoals wordt getoond in het volgende schema. Haal elke moer aan tot 10 Nm (7,4 lb ft).
Hoofdstuk 5: Systeemcontroles Inhoudsopgave • 5.1 Initiële inschakeltest van de radarscanner op pagina 44 • 5.
5.1 Initiële inschakeltest van de radarscanner Met alle kabels juist en veilig aangesloten op de radarscanner en toegang tot een multifunctioneel display dat is uitgeschakeld: 1. Zorg dat de voedingsschakelaar van de radarscanner in ingesteld op ON (aan). 2. Schakel het multifunctionele display in. De opwarmprocedure van de magnetron start, waarna de radarscanner naar de Standby-modus gaat. 3. Pas zo nodig de verlichting en het contrast van het multifunctionele display aan. 5.
Typisch HD digitaal radarscherm Voorbeeld van foutief uitgelijnde radar 1 2 Opmerking: Het bovenstaande voorbeeld is representatief voor de verbeterde uitvoer die wordt geleverd door een HD digitale radarscanner. Punten om te controleren: • Op het scherm worden de radartijdbasis met echoreacties getoond. • In de rechterbovenhoek draait het radar statusicoon.
Controleren van de peilingsuitlijning 1. Met een varend vaartuig: Lijn de boeg uit met een stationair object op het radardisplay. Een object op een afstand tussen 1 & 2 NM is ideaal. 2. Noteer de positie van het object op het radardisplay. Als het doel niet onder de koersmarkering (SHM) van het schip zit, is er een uitlijningsfout en zult u de peilingsuitlijning moeten aanpassen.
Hoofdstuk 6: Probleemoplossing Inhoudsopgave • 6.1 Probleemoplossing op pagina 48 • 6.2 Foutafhandeling bij inschakelproblemen op pagina 48 • 6.3 Probleemoplossing radar op pagina 49 • 6.4 Foutafhandeling systeemdata op pagina 50 • 6.5 LED-aanduidingen van de VCM100 op pagina 52 • 6.
6.1 Probleemoplossing De probleemoplossingsinformatie biedt mogelijke oorzaken en correctieve acties voor algemene problemen met betrekking tot elektronische mariene installaties. Op alle Raymarine-producten worden, voordat ze worden verpakt en verscheept, uitgebreide test- en kwaliteitswaarborgprogramma’s uitgevoerd.
6.3 Probleemoplossing radar Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijk oplossingen Software-mismatch tussen apparatuur kan communicatie verhinderen. Neem contact op met Technische ondersteuning van Raymarine. Schakelaar op scannersteun staat op OFF Zorg dat deze schakelaar op ON staat. De radar initialiseert niet (controlemodule voor voltage (VCM) zit vast in ‘sleep’-modus Fluctuerende of slechte voedingsaansluiting Controleer voedingsaansluiting bij VCM.
6.4 Foutafhandeling systeemdata Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijk oplossingen Bepaalde aspecten van de installatie kunnen problemen veroorzaken met de data die gedeeld wordt tussen de aangesloten apparatuur. Hier worden dergelijke problemen en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Instrument-, motor- of andere systeemdata is op geen van de displays beschikbaar. Er wordt op het display geen data ontvangen. Controleer de databus (b.v. SeaTalkng) bekabeling en aansluiting op het display.
Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijk oplossingen Op enkele maar niet alle displays ontbreekt instrument- of andere systeemdata. SeaTalkhs netwerkprobleem Controleer of alle benodigde apparatuur is aangesloten aan de SeaTalkhs-schakelaar. Controleer de status van de SeaTalkhs-schakelaar. Controleer of de SeaTalkhs-kabels niet beschadigd zijn. Software-mismatch tussen apparatuur kan communicatie verhinderen. Probleemoplossing Neem contact op met de technische ondersteuning van Raymarine.
6.5 LED-aanduidingen van de VCM100 LED-aanduidingen gekoppeld aan de VCM100. Naam van LED Kleur / status van LED Mogelijke oorzaken Aan Groen / ononderbroken Radar werkt normaal. Fault Rood / ononderbroken Storing. Sleep Geel / knipperend Radarscanner standby. Geel / ononderbroken Storing, unit herstelt zichzelf na 20 seconden.
6.6 SeaTalkhs LED-aanduidingen Hier worden de LED-aanduidingen beschreven die betrekking hebben op de SeaTalkhs-schakelaar. Status LED Mogelijke oorzaken Voor alle aangesloten kanalen: 1 constante en 1 knipperende groene LED. Geen probleem gevonden (Constante LED geeft de netwerkaansluiting aan, de knipperende LED geeft netwerkverkeer aan). Er branden geen LED’s. Geen spanning naar de SeaTalkhs-schakelaar. Sommige LED’s branden niet. • Kabel-/aansluitingsfouten op de kanalen met niet-verlichte LED’s.
HD en SuperHD Digital — Installatie-instructies
Hoofdstuk 7: Technische ondersteuning Inhoudsopgave • 7.
7.1 Raymarine technische ondersteuning Raymarine biedt een uitgebreide klantondersteuning, op het wereldwijde web, door ons wereldwijde dealernetwerk en via de telefonische hulplijn. Als u niet in staat bent een probleem op te lossen, kunt u één van deze faciliteiten gebruiken om aanvullende hulp te krijgen. 2. Selecteer Systeemdiagnose. 3. Selecteer Softwareservices. 4. Selecteer UNIT-info index. Er worden verschillende gegevens weergegeven, inclusief App Version (softwareversie).
Hoofdstuk 8: Technische specificaties Inhoudsopgave • 8.
8.
48-inch 4 kW HD of SuperHD 72-inch 4 kW HD of SuperHD 48-inch 12 kW HD of SuperHD 72-inch 12 kW HD of SuperHD 2,5 seconden 2,5 seconden 2,5 seconden 2,5 seconden Waterdichtheidsclassificatie IPX6 IPX6 IPX6 IPX6 Bereik bedrijfstemperatuur -10 °C tot +55 °C -10 °C tot +55 °C -10 °C tot +55 °C -10 °C tot +55 °C Luchtvochtigheid Tot 95% bij 35 °C Tot 95% bij 35 °C Tot 95% bij 35 °C Tot 95% bij 35 °C Maximale windsnelheid 85 knopen 85 knopen 85 knopen 85 knopen Standby voor verzenden
Zender 48-inch 4 kW HD of SuperHD 72-inch 4 kW HD of SuperHD 48-inch 12 kW HD of SuperHD 72-inch 12 kW HD of SuperHD Zendfrequentie 9405 MHz ± 20 MHz 9405 MHz ± 20 MHz 9405 MHz ± 20 MHz 9405 MHz ± 20 MHz Piekuitgangsvermogen 4 kW 4 kW 12 kW 12 kW Standby-modus Magnetronverwarming: AAN Magnetronbediening: AAN Alle andere services: UIT Magnetronverwarming: AAN Magnetronbediening: AAN Alle andere services: UIT Magnetronverwarming: AAN Magnetronbediening: AAN Alle andere services: UIT Magnetro
www.raymarine.