CP300 / CP450C Installatievoorschriften Nederlands Date: 01-2014 Document nummer: 87196-2-NL © 2014 Raymarine UK Limited
Mededeling over handelsmerken en octrooien Handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken Autohelm, hsb2, RayTech Navigator, Sail Pilot, SeaTalk, SeaTalkNG, SeaTalkHS en Sportpilot zijn gedeponeerde handelsmerken van Raymarine UK Limited. RayTalk, Seahawk, Smartpilot, Pathfinder en Raymarine zijn gedeponeerde handelsmerken van Raymarine Holdings Limited. FLIR is een gedeponeerd handelsmerk van FLIR Systems, Inc. en/of haar dochtermaatschappijen.
Inhoud Hoofdstuk 1 Belangrijke informatie ................... 7 Veiligheidsvoorschriften ............................................. 7 Hoofdstuk 10 Reserveonderdelen en accessoires .......................................................... 51 Algemene informatie .................................................. 7 10.1 Reserveonderdelen en accessoires ..................... 52 Hoofdstuk 2 Document- en productinformatie .......................................................................... 9 2.
CP300 / CP450C
Hoofdstuk 1: Belangrijke informatie Waarschuwing: Sonargebruik • Gebruik de sonar NOOIT wanneer het schip niet in het water ligt. Veiligheidsvoorschriften • Raak de voorkant van de transducer NOOIT aan wanneer de sonar is ingeschakeld. Gecertificeerde installatie • SCHAKEL de sonar UIT als er kans is op duikers binnen een afstand van 7,6 m (25 ft) van de transducer. Raymarine beveelt een gecertificeerde installatie aan door een door Raymarine goedgekeurde installateur.
hetgeen kan optreden als de motor niet met een aparte accu wordt gestart. • Kabels te gebruiken volgens specificaties van Raymarine. • Kabels niet af te snijden of te verlengen, tenzij dit in de installatiehandleiding nauwkeurig wordt beschreven.
Hoofdstuk 2: Document- en productinformatie Inhoudsopgave • 2.1 Informatie over de handleiding op pagina 10 • 2.2 Productoverzicht op pagina 10 • 2.3 Sonar-technologie op pagina 11 • 2.
2.1 Informatie over de handleiding 2.2 Productoverzicht Deze handleiding bevat belangrijke informatie met betrekking tot de installatie van de Raymarine-sonarmodule. Productoverzicht CP300 Deze handleiding bevat belangrijke informatie die u helpt bij: De CP300 is een traditionele ClearPulseTM-sonarmodule. In combinatie met een compatibel multifunctioneel display geeft de CP300 een gedetailleerde weergave van het water onder uw schip, inclusief de zeebodem, waardoor u vis en andere objecten kunt zien.
2.3 Sonar-technologie 2.4 Raymarine sonarmodules Traditionele sonartechnologie De onderstaande tabel toont een lijst met de sonarmodules van Raymarine en de gebruikte technologie. Traditionele sonar gebruikt één draagfrequentie of draaggolf voor de sonar-ping. De sonar werkt door de tijd te meten die een ping-echo nodig heeft om terug te keren naar de transducer en bepalen daardoor de diepte van een object.
CP300 / CP450C
Hoofdstuk 3: De installatie plannen Inhoudsopgave • 3.1 Installatiechecklist op pagina 14 • 3.2 CP300 Parts supplied op pagina 14 • 3.3 Meegeleverde CP450C-onderdelen op pagina 15 • 3.4 Vereiste extra componenten op pagina 15 • 3.5 Compatibele multifunctionele displays op pagina 16 • 3.6 Traditionele transducers op pagina 17 • 3.7 CHIRP-transducers op pagina 18 • 3.8 Systeemvoorbeelden op pagina 20 • 3.
3.1 Installatiechecklist 3.2 CP300 Parts supplied Installatie omvat de volgende werkzaamheden: Installatietaak 1 Plan uw aanpak 2 Verzamel alle vereiste apparatuur en gereedschappen 3 Zet alle apparatuur op hun toekomstige plaats 4 Leg alle kabels uit. 5 Boor kabel- en montagegaten. 6 Maak alle aansluitingen op de apparatuur. 7 Zet alle apparatuur vast op zijn plaats. 8 Zet het systeem aan en test het.
3.3 Meegeleverde CP450C-onderdelen 3.4 Vereiste extra componenten Pak de unit voorzichtig uit en bewaar de verpakking voor het geval u de unit moet opsturen voor reparatie. Dit product maakt deel uit van een elektronicasysteem waarvoor de volgende extra componenten nodig zijn. Controleer of de juiste componenten in de verpakking zitten: • Voor een lijst met compatibele CHIRP-transducers gaat u naar 3.7 CHIRP-transducers. Voor een lijst met compatibele transducers gaat u naar Traditionele transducers.
3.5 Compatibele multifunctionele displays De volgende Raymarine multifunctionele displays zijn compatibel met uw sonarmodule.
3.
3.
Artikelnummer Omschrijving Kenmerken Frequentie (kHz) Nominaal vermogen A80014 B765LH, brons, rompdoorvoer, dual element, CHIRP D/T • Laag = 40 tot 75 kHz 600 W • Hoog = 130 tot 210 kHz A80015 B765LM, brons, rompdoorvoer, dual element, CHIRP D/T • Laag = 40 tot 75 kHz 600 W • Gemiddeld = 80 tot 130 kHz A80010 A80011 A80039 A80040 A80210 A80211 B265LH, urethaan behuizing, rompdoorvoer, dual element, CHIRP D/T B265LM, urethaan behuizing, rompdoorvoer, dual element, CHIRP D/T R109LH, e
3.8 Systeemvoorbeelden De onderstaande systeemvoorbeelden zijn van toepassing op uw sonarmodule.
3.9 Gereedschap Voorbeeld: uitgebreid systeem Voor het installeren van de unit is het volgende gereedschap nodig: 1 SeaTalkhs / RayNet 1 SeaTalkhs / RayNet 2 2 3 4 4 3 D12228-3 6 5 SeaTalkng 7 8 0 Artikel Omschrijving 1 Boormachine 2 Kruiskopschroevendraaier 3 Boortjes van de juiste maat* 4 Plakband Opmerking: De maat van de boortjes hangt af van de dikte en het soort materiaal waarop de unit wordt bevestigd.
CP300 / CP450C
Hoofdstuk 4: Kabels en aansluitingen Inhoudsopgave • 4.1 Algemene kabelleiding op pagina 24 • 4.2 Overzicht aansluitingen op pagina 25 • 4.3 Voedingsaansluiting op pagina 25 • 4.4 Transducerverbindingen op pagina 27 • 4.
4.1 Algemene kabelleiding Kabelafscherming Kabeltypen en -lengtes Zorg dat alle datakabels correct zijn afgeschermd en dat de kabelafscherming intact is (d.w.z. niet geschaafd doordat deze door een nauwe ruimte getrokken is). Het is belangrijk kabels te gebruiken van het juiste type en met de juiste lengte. • Tenzij anders aangegeven, dient u alleen standaardkabels van het correcte type te gebruiken, die zijn geleverd door Raymarine.
4.2 Overzicht aansluitingen 4.3 Voedingsaansluiting De kabelconnectoren voor uw sonarmodule worden hieronder weergegeven: Gebruik altijd de voedingskabel die met uw product is meegeleverd.
Verlengkabel voeding Aarden — speciale afvoerdraad Het product wordt geleverd met een voedingskabel die indien nodig kan worden verlengd. De voedingskabel die met dit product is meegeleverd beschikt over een speciale afgeschermde (verstevigde) draad voor aansluiting op het RF-aardingspunt van het schip. • De voedingskabel voor iedere unit in uw systeem dient te worden gelegd als afzonderlijke, enkele 2-draads kabel vanaf de unit naar de accu of het distributiepaneel van het schip.
4.4 Transducerverbindingen Nummer Omschrijving Waarschuwing: Transducerkabels 3 Kabel naar transducer-verbinding Verwijder de transducerkabel niet terwijl de stroom op het product is ingeschakeld, dit kan leiden tot vonken. Als de transducerkabel per ongeluk wordt verwijderd terwijl het product aan staat, schakelt u het product uit, zet u de kabel terug en zet u het product weer aan. 4 Kabel naar transducer-verbinding 5 Traditionele transducer (bijv. diepte) 6 Traditionele transducer (bijv.
4.5 Netwerkverbinding Transducerpaarverbindingen Transducerpaarfrequenties Kabel kanaal A Kabel kanaal B Laag & Hoog Transducer met lage frequentie Transducer met hoge frequentie Laag & gemiddeld Transducer met lage frequentie Transducer met gemiddelde frequentie Gemiddeld & hoog Transducer met gemiddelde frequentie Transducer met hoge frequentie De unit dient te worden aangesloten op een compatibel Raymarine multifunctioneel display om de gegevens van het echolood te kunnen weergeven.
1 2 3 4 5 2 2 D12236-3 Opmerking: Het aansluitingenpaneel van uw product kan er iets anders uitzien dan hier getoond, afhankelijk van het model. De manier van aansluiten op het netwerk is gelijk voor alle producten met RayNet connectoren. Nummer Omschrijving 1 Sonarmodule. 2 RayNet-kabel. 3 RayNet-netwerkswitch. 4 Aansluitingenpaneel voor compatibel Raymarine multifunctioneel display. 5 Aansluitingenpaneel voor extra compatibel Raymarine multifunctioneel display.
CP300 / CP450C
Hoofdstuk 5: Plaatsbepaling en montage Inhoudsopgave • 5.1 Een locatie selecteren op pagina 32 • 5.2 Afmetingen van de unit op pagina 33 • 5.
5.1 Een locatie selecteren • Leid kabels NIET vlak langs motoren of TL-verlichting. Waarschuwing: Potentiële ontstekingsbron Leid kabels altijd zo ver mogelijk weg van: Dit product is NIET goedgekeurd voor gebruik in een gevaarlijke/brandbare omgeving. Installeer dit product NIET in een gevaarlijke/brandbare omgeving (zoals een machinekamer of in de buurt van brandstoftanks). • hoge stroom voerende AC- en DC-voedingskabels, • andere apparatuur en kabels, • antennes.
5.3 Montage 5.2 Afmetingen van de unit A De unit monteren C Nadat u een geschikte plaats hebt gekozen installeert u de unit als volgt: B Opmerking: Raymarine adviseert de unit verticaal te monteren. 1. Zet de montagemal vast op de gewenste plaats met behulp van plakband. ym ar in e CS 22 D Ra digi ta l C S2 so un 2 Te de rm m pl od ule m ou nt in g te m pl at e at e UP Afmetingen A 299,4 mm (11,79') B 204,9 mm (8,06') C 87,5 mm (3,45') D 80,0 mm (3,15') 108.2 mm (4.
7. Draai de schroeven vast. 1 2 3 D12242-1 Opmerking: De boor, de boorgatgrootte en het aanhaalmoment hangen af van de dikte en het soort materiaal waarop de unit wordt bevestigd.
Hoofdstuk 6: Systeemcontroles en probleemoplossing Inhoudsopgave • 6.1 Test voor eerste keer inschakelen op pagina 36 • 6.2 Software-updates op pagina 36 • 6.3 Probleemoplossing op pagina 37 • 6.4 Probleemoplossing sonar op pagina 38 • 6.5 LED-diagnose op pagina 39 • 6.
6.1 Test voor eerste keer inschakelen 6.2 Software-updates Controleer nadat de unit correct is geïnstalleerd of hij correct werkt. De software die op het product draait kan worden geüpdate. Nadat u de unit hebt ingeschakeld duur het ongeveer 50 seconden voordat hij volledig is opgestart. Tussen het aanzetten en normaal gebruik zou de LED-statusindicator GROEN moeten zijn. Als de LED-statusindicator niet groen is, raadpleeg dan de sectie Probleemoplossing van deze handleiding.
6.3 Probleemoplossing De informatie over probleemoplossing geeft de mogelijke oorzaken en oplossingen voor algemene problemen van maritieme elektronicasystemen. Alle Raymarine-producten worden, voordat ze worden verpakt en uitgeleverd, onderworpen aan uitgebreide test- en kwaliteitsprogramma's. Wanneer u toch problemen hebt met het gebruik van uw product kan deze sectie u helpen de oorzaak vast te stellen en problemen op te lossen zodat het product weer normaal functioneert.
6.4 Probleemoplossing sonar Hier worden problemen met de sonar en de mogelijke oorzaken en oplossingen beschreven. Probleem Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen Sonargegevens niet beschikbaar op multifunctioneel display. Fout voeding naar unit. Controleer de voeding en de kabels naar de unit. Andere fout van de unit. Raadpleeg de instructies van de unit. SeaTalkhs / RayNet-netwerkprobleem.
6.5 LED-diagnose D12243-2 De LED op het frontpaneel van de unit geeft informatie over de status van de sonarmodule en informeert de gebruiker als er problemen zijn met de unit. De LED knippert in de volgende kleuren: • Groen — geeft een normale werking aan. • Geel-bruin — waarschuwt dat er een probleem is met de unit. • Rood — laat zien dat er een fout is in de unit. Het aantal keren dat de LED knippert geeft de fout of waarschuwing aan zoals u kunt zien in de statustabel van de LED-indicator.
LED-statusindicatie LED-kleur LED-code Status Actie gebruiker Permanent groen Ingeschakeld • Geen (normaal opstarten kost <1 minuut.) Groen 1 x knipperen Normale werking • Geen Amber 1 x knipperen Verbinding met transducer verbroken • Zorg ervoor dat de transducerkabel en -aansluitingen goed vast zitten en niet beschadigd zijn. • Zet de unit uit en weer aan om de transducerinformatie terug te halen. • Neem contact op met de Technische ondersteuning van Raymarine wanneer het probleem aanhoudt.
Opmerking: Tijdens een upgrade van de software brandt de LED permanent rood en verandert in permanent amber wanneer de upgrade is afgerond. De unit dient uit en weer aan te worden gezet om de update te installeren. Opmerking: Als er een andere LED-reeks dan de hierboven beschreven reeksen te zien is en aanhoudt, neem dan contact op met de Technische ondersteuning van Raymarine.
6.6 De sonar resetten De reset-functie zet de unit terug naar de standaard fabrieksinstellingen. Opmerking: Wanneer u de unit terugzet naar de fabrieksinstellingen, worden alle kalibratiegegevens voor snelheid en temperatuur en de dieptecorrectie gewist. 1. Gebruik een compatibel Raymarine multifunctioneel display om naar de fishfinder-toepassingspagina te gaan. 2. Selecteer Menu in het menu aan de zijkant. 3. Selecteer Instellingen. 4. Selecteer Instellingen echolood. 5. Select Resetten sonar. 6.
Hoofdstuk 7: Onderhoud Inhoudsopgave • 7.1 Routinecontroles op pagina 44 • 7.2 Instructies voor het reinigen van de unit op pagina 44 • 7.
7.1 Routinecontroles De volgende routinecontroles dienen te worden uitgevoerd: • Controleer de kabels op tekenen van beschadiging zoals slijtage, breuken en knikken. • Controleer of de kabelconnectoren stevig vastzitten en of de vergrendelmechanismen correct zijn vergrendeld. Opmerking: Kabels dienen te worden gecontroleerd wanneer de stroomtoevoer is afgesloten. 7.2 Instructies voor het reinigen van de unit De unit hoeft niet regelmatig worden schoongemaakt.
7.3 Reinigen van de transducer Er kan zich aangroei afzetten op de onderkant van de transducer, hierdoor wordt de werking minder. Om aangroei uit de zee te voorkomen kunt u de transducer coaten met een dunne laag watergedragen antifouling, verkrijgbaar bij uw plaatselijke dealer van scheepvaartproducten. Breng iedere 6 maanden of aan het begin van ieder vaarseizoen een nieuwe laag antifouling aan. Sommige intelligente transducers hebben beperkingen wat betreft de antifouling die mag worden aangebracht.
CP300 / CP450C
Hoofdstuk 8: Technische ondersteuning Inhoudsopgave • 8.1 Raymarine-klantenservice op pagina 48 • 8.
8.1 Raymarine-klantenservice 8.2 Productinformatie bekijken Raymarine biedt een uitgebreide klantenservice. U kunt contact opnemen met de klantenservice via de Raymarine-website, per telefoon en per e-mail. Als u niet in staat bent een probleem op te lossen, kunt u één van deze faciliteiten gebruiken om aanvullende hulp te krijgen. U kunt informatie bekijken over uw unit in het Diagnose-menu op een compatibel multifunctioneel display.
Hoofdstuk 9: Technische specificaties Inhoudsopgave • 9.1 Technische specificaties CP300 op pagina 50 • 9.
9.1 Technische specificaties CP300 9.2 Technische specificaties CP450 Fysieke specificaties Fysieke specificaties • Breedte: 299,4 mm (11,79 in). Afmetingen • Hoogte: 204,9 mm (8,06 in). • Hoogte: 204,9 mm (8,06 in). • Hoogte (inclusief connectoren): 284,9 mm (11,2 in). • Hoogte (inclusief connectoren): 284,9 mm (11,2 in). • Diepte: 87,5 mm (3,45 in). • Diepte: 87,5 mm (3,45 in). 1,435 kg (3,16 lbs) Gewicht • Breedte: 299,4 mm (11,79 in).
Hoofdstuk 10: Reserveonderdelen en accessoires Inhoudsopgave • 10.1 Reserveonderdelen en accessoires op pagina 52 • 10.2 Transducers op pagina 52 • 10.3 Netwerkhardware op pagina 53 • 10.4 Typen netwerkkabelconnectoren op pagina 53 • 10.
10.1 Reserveonderdelen en accessoires De volgende accessoires en reserveonderdelen zijn beschikbaar: CP300 CP450C Nummer onderdeelnummer onderdeelnummer 1,5 m (5 ft) voedingskabel A80025 A80025 3 m (10 ft) transducerverlengkabel E66074 A102148 5 m (16,4 ft) transducerverlengkabel E66010 A102150 Kabel voor traditionele duale snelheids- en temperatuurtransducer E66022 Legacy transduceradapterkabel A102147 Gecombineerde dual breedbandtransducerkabel A102146 52 10.
10.3 Netwerkhardware Artikel HS5 RayNetnetwerkswitch Artikelnummer A80007 Opmerkingen 5–poorts schakelaar voor het aansluiten van meerdere apparaten met RayNet-connectoren op het netwerk. Apparaten met RJ45 SeaTalkhs-connectoren kunnen ook worden aangesloten met behulp van geschikte adapterkabels. RJ45 SeaTalkhsnetwerkswitch E55058 8–poorts schakelaar voor het aansluiten van meerdere SeaTalkhs-apparaten met RJ45-connectoren op het netwerk.
10.
www.ra ym a rin e .