Operation Manual
nl-47
11 MAAIKWALITEIT
11.9 SPOREN OF TRAMLIJNEN ___________________________________________
11.10 NIET BIJ ELKAAR PASSENDE MAAI-EENHEDEN ________________________
Opmerking: De pijl geeft de rijrichting aan.
Sporen of tramlijnen zijn een patroon van
variƫrende maaihoogtes, wat resulteert in een
golfachtig maaiuiterlijk. Dit wordt normaliter
veroorzaakt door zware contactpunten op een
haspel en/of sledemes.
Mogelijke oorzaak Oplossing
Het haspel- en/of sledemes zijn ongelijkmatig
afgesleten.
Controleer het sledemes en de haspel. Slijp of
vervang de haspel en het sledemes indien nodig.
Ontbrekende, losse of dolgedraaide schroeven van
het sledemes.
Monteer, vervang of maak de schroeven van het
sledemes vast met de juiste koppelinstelling.
De maaisnelheid (op de grond) is te snel. Matig de maaisnelheid (op de grond).
Opmerking: De pijl geeft de rijrichting aan.
Niet bij elkaar passende maai-eenheden vormen
een patroon van gevarieerde maaihoogtes, wat
resulteert in een getrapt maaiuiterlijk. Dit wordt
normaliter veroorzaakt doordat de afstelling van de
maaihoogtes per maai-eenheid verschilt.
Mogelijke oorzaak Oplossing
De maaihoogte verschilt per maai-eenheid. Controleer/stel de maaihoogte op de maai-
eenheden af.
De rijhoogte verschilt per kant van de maaier. Controleer/stel de juiste bandenspanning af.