Operation Manual
nl-31
8 ONDERHOUD EN SMERING
8.2 DAGELIJKSE CONTROLES (NA IEDERE 10 BEDRIJFSUREN) ________________
Peil van de hydraulische olie
Controleer het peil van de hydraulische olie in de tank. Het
oliepeil moet zich in het midden van de kijkbuis bevinden
(A). Vul indien nodig bij met hydraulische olie ISO VG 46.
Het oliepeil moet worden gecontroleerd terwijl de motor
koud is en het voertuig op een horizontaal vlak staat
geparkeerd.
BELANGRIJK: Absolute hygiƫne moet in acht worden
genomen bij het vullen van de hydraulische tank. De olie
moet met een 25 micron filter gefilterd worden voor het in
de hydraulische tank terechtkomt.
8.3 WEKELIJKSE CONTROLES (NA IEDERE 50 BEDRIJFSUREN) ________________
Oliepeil versnellingsbak.
Controleer het oliepeil in de versnellingsbak. Controleer
het peil van de versnellingsbak via het kijkglaasje. (B) Vul
indien nodig bij met Shell Spirax 'G' 80W-90. Het is
belangrijk dat deze test wordt uitgevoerd als de
versnellingsbak koud is en het voertuig op vlakke,
horizontale grond staat geparkeerd.
Hydraulische filtermeter.
Controleer de verklikkerindicator (C) voor de terugloopfilter
om de conditie te bepalen. Als de indicator op de filterkop
rood is bij normale werktemperatuur, moet het filter
vervangen worden.
OPMERKING: De pomp moet op werksnelheid draaien bij
het controleren van de filtermeter.